Deze kroniek behandelt de belangrijkste uitspraken van Nederlandse civiele rechters in 2013 waarin het Nederlands en/of Europees mededingingsrecht aan de orde kwam. Deze kroniek beperkt zich tot een bespreking van de meest spraakmakende zaken van het afgelopen jaar, waarbij zowel standalone mededingingsrechtelijke procedures als follow-on procedures zullen worden behandeld. Bij de opzet van deze kroniek is gekozen om de uitspraken op basis van thematische gelijkenissen (in plaats van chronologische volgorde) zo veel mogelijk gezamenlijk te bespreken. |
Artikel |
Kroniek civiele rechtspraak mededingingsrecht 2013 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | kroniek, civiele rechtspraak, mededinging |
Auteurs | Mr. Bas Braeken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Beoordeling van duurzaamheidsinitiatieven onder het kartelverbodContouren van een algemeen beoordelingskader en toepassing daarvan op het Energieakkoord |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2013 |
Trefwoorden | Energieakkoord, Milieu, Duurzaamheid, Kartelverbod |
Auteurs | Mr. E.H. Pijnacker Hordijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur betoogt dat de beoordeling van het Energieakkoord een gemiste kans is om de Wouters-leer daadwerkelijk in de praktijk toe te passen. Daarvoor in de plaats is een kwantitatieve inschatting van de financiële gevolgen van de maatregel gesteld die in diverse opzichten betwistbaar is, met alle negatieve gevolgen van dien voor de uitvoerbaarheid van het Energieakkoord. En dat terwijl er brede maatschappelijke consensus bestond over de wenselijkheid van snelle implementatie daarvan. De beoordeling door ACM van de gevolgen van het Energieakkoord maakt op treffende wijze duidelijk waar het aan schort: als gevolg van een verabsolutering van het deelbelang van de consumentenwelvaart wordt een maatschappelijk uitzonderlijk breed gedragen initiatief doorkruist, waarvan de positieve gevolgen voor het milieu onbetwistbaar zijn. |
Artikel |
Gemengde overeenkomstenDe betekenis van art. 6:215 BW in de praktijk: kwalificatie van overeenkomsten |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Gemengde overeenkomsten, Kwalificatie van overeenkomsten, Samenloop, Bijzondere overeenkomsten, Benoemde overeenkomsten |
Auteurs | Mr. M.E. Hinskens-van Neck en Mr. L.A.R. Siemerink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de voorganger van het Maandblad voor Vermogensrecht is geschreven over gemengde overeenkomsten, de samenloop van verschillende door de wet benoemde bijzondere overeenkomsten, waarvoor art. 6:215 BW een grondslag biedt. Deze bijdrage bouwt hierop voort. Daartoe wordt ingegaan op de samenloop van verschillende wetsbepalingen en op de samenloop van overeenkomsten, om daarna in te gaan op de norm van art. 6:215 BW. Vervolgens wordt aan de hand van jurisprudentie de betekenis van art. 6:215 BW in de praktijk besproken. |
Artikel |
Onvoorziene omstandigheden en het Nederlandse recht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | onvoorziene omstandigheden, Nederlands recht, receptief stelsel, artikel 6:258 BW |
Auteurs | Prof. mr. E.H. Hondius |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn bijdrage beziet de auteur hoe het Nederlandse recht naar Mombergs onderscheiding zou moeten worden gekwalificeerd: als een receptief of als een niet-receptief stelsel. Dit onderscheid door Momberg is gebaseerd op de ‘(al dan niet) ontvankelijkheid van een rechtsstelsel voor erkenning van de juridische relevantie van gewijzigde omstandigheden, waarbij aan de belanghebbende partij in een dergelijk geval de mogelijkheid wordt geboden om te kunnen vertrouwen op een stelsel van rechtsvorderingen’. De auteur meent dat het Nederlandse recht bij de receptieve stelsels moet worden ingedeeld. |
Artikel |
De investeringsvergoeding bij opzegging |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | investeringsvergoeding, aanvullende schadevergoeding, opzegging, duurovereenkomst, investeringen |
Auteurs | Mr. J. van de Peppel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In geval van opzegging van een onbenoemde commerciële duurovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft zowel het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba als de Hoge Raad aan de hand van de redelijkheid en billijkheid als grondslag geoordeeld over de verplichting tot aanvullende schadevergoeding voor niet terug te verdienen investeringen. Ter onderbouwing van de redelijkheid en billijkheid kunnen als factoren dienen een gerechtvaardigd vertrouwen van de opgezegde partij in het terugverdienen van de investeringen en het intreden van de schade vanwege een gedraging van de opzeggende partij. Onderbouwing met andere factoren, zoals het wilsgebrek in ruime zin met een daarbij horend toedoen, is soms mogelijk. |
Artikel |
Klantvergoeding bij opzegging agentuurovereenkomstHvJ EU 28 oktober 2010, zaak C-203/09 (Volvo Car Germany) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | Richtlijn 86/653/EEG van 18 december 1986 aangaande de coördinatie van de wetgeving van de lidstaten inzake zelfstandige handelsagenten, klantvergoeding, agentuurovereenkomst, dringende reden, Draft Common Frame of Reference (DCFR) |
Auteurs | Mr. D.J. Beenders en Mr. R.C. Reitsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest staat de uitleg van art. 18 sub a van de Richtlijn 86/653/EEG van 18 december 1986 inzake zelfstandige handelsagenten centraal. Dit artikellid betreft een van de uitzonderingen op het recht van de handelsagent op een klantvergoeding bij het einde van de agentuurovereenkomst, namelijk in het geval zich een dringende reden voor opzegging voordoet. Volgens het Hof komt het recht op een klantvergoeding eerst te vervallen wanneer er een causaal verband bestaat tussen de dringende reden en de beslissing van de principaal de agentuurovereenkomst te beëindigen. De auteurs geven commentaar bij deze uitleg door het Hof. |
Artikel |
Licenties en de toepassing van het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2010 |
Trefwoorden | licentieovereenkomst, schikkingsovereenkomst, technologiepools, FRAND-voorwaarden, technologieoverdracht, groepsvrijstellingsverordening |
Auteurs | Mr. drs. D.P. Kuipers en Mr. J.I. Kohlen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de praktijk blijkt vaak onduidelijkheid te bestaan over de vraag of het regime inzake verticale overeenkomsten, technologieoverdracht of misschien horizontale overeenkomsten van toepassing is op overeenkomsten waarbij licenties een rol spelen. In dit artikel bespreken wij de verschillende aspecten die relevant zijn bij de mededingingsrechtelijke beoordeling van licentieovereenkomsten waarbij zowel artikel 101 VWEU als artikel 102 VWEU een belangrijke plaats inneemt. |
Artikel |
Het ondernemende ziekenhuis van vandaag en morgenHoe ondernemend kan het ‘ziekenhuis van morgen’ heden ten dage zijn? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2007 |
Auteurs | T.A.M. van den Ende |
Artikel |
Conflictbeheersing bij opzegging: Proefschrift van mr. M.W. de Hoon |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2007 |
Trefwoorden | opzegging, model, mediation, compensatie, duurovereenkomst, voorwaarde, contract, overeenkomst, vermogensrecht, rechtspraak |
Auteurs | G.R.B. Peursem |
Artikel |
Boek 7 (Bijzondere overeenkomsten): op weg naar volwassenheid en op zoek naar samenhang |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7/8 2003 |
Auteurs | B. Wessels |
Artikel |
Uitsluiting van dwaling in franchiseovereenkomsten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | franchise, dwaling |
Auteurs | Mr. E.B.M. Brons-Stikkelbroeck en Mr. J.J.W. Kappert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Auteurs bezien welke de bijzondere aspecten van franchising zijn die in ogenschouw moeten worden genomen bij het opstellen van franchiseovereenkomsten. Verschillende mogelijkheden voor de franchisegever om zich tegen dwalende franchisenemers te wapenen, worden besproken. |
Artikel |
Conversie onverenigbaar met de absolute nietigheid van ongeoorloofde kartelafsprakenEnige opmerkingen over de reikwijdte van de nietigheidssanctie van art. 101 lid 2 VWEU en art. 6 lid 2 Mw naar aanleiding van HR 18 december 2009, LJN BJ9439 (Prisma c.s./verweerders) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | Nietigheid, conversie, kartelverbod, art. 6 lid 2 Mw, art. 101 lid 2 VWEU |
Auteurs | Mr. E.-J. Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
In HR 18 december 2009, LJN BJ9439 (Prisma c.s./verweerders) is de vraag aan de orde of een samenwerkingsovereenkomst nietig is vanwege de schending van het kartelverbod van art. 6 van de Mededingingswet (Mw). De uitspraak van de Hoge Raad bevat informatie over de definitie van de relevante geografische markt voor franchisediensten en de beoordeling van de mededingingsbeperkende strekking van een samenstel van aanbiedingsplicht, optierechten en een postcontractueel non-concurrentiebeding. Met dit arrest komt een einde aan de onzekerheid die bestond over de vraag of conversie al dan niet verenigbaar zou zijn met de in art. 6 lid 2 Mw neergelegde absolute nietigheid van ongeoorloofde mededingingsbeperkende overeenkomsten. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 02 2006 |
Trefwoorden | Overeenkomst, Distributieovereenkomst, Opzegging, Opzegtermijn, Distributeur, Verticale overeenkomst, Principaal, Agentuurovereenkomst, Agentuur, Vergoeding |
Auteurs | Beekman, E. |
Artikel |
De spelregels van de vaststellingsovereenkomst |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 04 2004 |
Trefwoorden | Vaststellingsovereenkomst, Mediation, Gerechtelijke procedure, Mediator, Nakoming, Overeenkomst, Executoriale titel, Dwingend recht, Ontbinding, Werkgever |
Auteurs | Nijman, H. |
Artikel |
De toepassing van het kartelverbod door de NMa in 2003 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2004 |
Trefwoorden | Nederlandse mededingingsautoriteit, mededinging, overeenkomst, samenwerkingsverband, ontheffing, bank, marktaandeel, schade, verbod, telegiro |
Auteurs | I.W. VerLoren van Themaat |
Artikel |
Gedane zaken nemen geen keer: de beperkte werking van de nietigheid |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 1998 |
Trefwoorden | nietigheid, overeenkomst, rechtshandeling, conversie, redelijkheid en billijkheid, concentratie, mededingingsregeling, rechtszekerheidsbeginsel, hof van justitie EG, ongedaanmaking |
Auteurs | G.W. van der Klis en S.A.C.M. Lavrijssen |