In the Netherlands ‘Safety Houses’ have been established, in which partner organizations in the field of criminal justice, crime prevention, law enforcement, public administration and social services collaborate in order to reduce crime and recidivism, and to increase public safety. This article examines why some Safety Houses are better in achieving these goals than others. The effectiveness of 39 Safety Houses is analyzed by means of QCA (qualitative comparative analysis). Results show two different paths leading to effective outcomes. Effective Safety Houses have been in existence for at least three years, show a high degree of stability and a centrally integrated collaboration structure. In addition, they either have considerable resources at their disposal or have been set up with a network administrative organization, where a neutral coordinator governs the network. |
Artikel |
Zijn veiligheidshuizen effectief?Een onderzoek naar de stand van zaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Safety Houses, network effectiveness, governance, crime prevention, QCA |
Auteurs | Remco Mannak, Hans Moors en Jörg Raab |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2012 |
Auteurs | Silvio Ferrari |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this paper I test the thesis that the different fortunes of the secular state in the predominantly Jewish, Christian and Muslim countries depend significantly, although not exclusively, on their different religious background and, in particular, on the conception of God’s law that developed in the theological and legal traditions of these three religions. My analysis will focus primarily on Sunni Islam, Orthodox Judaism and Roman Catholic Christianity. The model of the secular state appears to be connected to the Christian theological concept. It is not neutral and thus, it is futile to attempt to export this model to religious and legal traditions that do not meet the conditions for accepting it. |
Artikel |
Contractsvrijheid in noodgevallenHR 12 oktober 2012, LJN BW7505 (Gemeente Moerdijk/Wilchem B.V.) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2012 |
Trefwoorden | overheid, onrechtmatige daad, contractsvrijheid, bestuursdwang, kostenverhaal |
Auteurs | Mr. R.D. Lubach |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het te bespreken arrest, naar aanleiding van de opruimingswerkzaamheden als gevolg van de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk, geeft aanleiding tot enkele opmerkingen over de betekenis van contractsvrijheid in noodgevallen en de vraag of de overheid zou moeten opkomen voor daarbij genomen risico’s. |
Artikel |
Vijf jaar ‘taalkundige uitleg’ van commerciële contracten; een overzicht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2012 |
Trefwoorden | uitleg, interpretatie, overeenkomst, contract, Haviltex |
Auteurs | Mr. M.S. Breeman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur gaat in deze bijdrage in op de ontwikkeling van de ‘taalkundige’ uitleg van commerciële contracten in de jurisprudentie van de Hoge Raad. Hij bespreekt hiertoe vijf arresten van de Hoge Raad die in de afgelopen vijf jaar na de arresten Meyer Europe/PontMeyer en Derksen/Homburg zijn gewezen. |
Artikel |
Wettelijke vormgeving van de regiefunctie betreffende kwaliteit van zorg; zijn we op de goede weg? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2012 |
Trefwoorden | Kwaliteitsinstituut, Kwaliteitswet zorginstellingen, professionele standaard, richtlijnen, Zorginstituut Nederland |
Auteurs | Prof. mr. J.K.M. Gevers en mr. dr. M.C. Ploem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het wetsvoorstel besproken dat strekt tot wettelijke vormgeving van de regiefunctie betreffende de kwaliteit van zorg (Kamerstukken II 33 243). Het voorstel om die rol neer te leggen bij een centraal orgaan – het Kwaliteitsinstituut (onderdeel van het Zorginstituut Nederland) – verdient ondersteuning, maar bij de wijze waarop aan de regiefunctie wordt vormgegeven, zijn nogal wat kanttekeningen te plaatsen. Die betreffen naast uitvoeringsaspecten onder meer het opgerekte begrip professionele standaard en de te grote rol van anderen dan professionals bij de totstandkoming en erkenning daarvan. |
Artikel |
ACM: evolutie uit zuinigheid?Enige beschouwingen bij de totstandkoming van de Autoriteit Consument en Markt |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | ACM, Materiële wet, Instellingswet, Bevoegdheden, Informatie-uitwisseling, Rechtsbescherming |
Auteurs | Mr. R. de Bree |
SamenvattingAuteursinformatie |
Per 1 januari 2013 verdwijnt de NMa en komt de ACM. Een nieuwe autoriteit waarin ook de OPTA en Consumentenautoriteit opgaan. Het gaat om een bezuinigingsoperatie, maar de ACM brengt meer dan dat. Er komen nieuwe bevoegdheden, er wordt gesleuteld aan zaken als de rechtsbescherming, rechtsmiddelen, de visie op handhaving. Hoe dat kan worden gewaardeerd wordt in dit artikel kritisch en met de blik vanuit het mededingingsrecht beschouwd. Daaraan voorafgaand wordt beschreven waar de wijzigingen in grote lijnen op neerkomen. |
Artikel |
Valkuilen bij contracteren met publiekrechtelijke rechtspersonen |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 9 2012 |
Trefwoorden | contracteren, overeenkomst, overheid, publiekrechtelijke rechtspersonen |
Auteurs | Mr. M.J. Woodward |
SamenvattingAuteursinformatie |
Contracteren met publiekrechtelijke rechtspersonen is geen sinecure. De auteur bespreekt in deze bijdrage een aantal valkuilen en doet diverse praktische handreikingen. |
Artikel |
Over het denken en voelen achter straf- en herstel(recht) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | cognitive emotion theory, punishment, interconnectedness, (ir)rationality, mysticism |
Auteurs | Jacques Claessen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article attention is paid to the thoughts and feelings which underlie criminal law and restorative justice, as well as the question whether those thoughts and feelings have to be regarded as rational or irrational. For this purpose, the author has firstly examined the relationship between thinking and feeling from the perspective of the so-called cognitive emotion theory as put forth by the American philosopher Martha Nussbaum and the Dutch philosopher Mirjam van Reijen. In addition, this contribution also addresses the ideas of the Stoics, Spinoza and Schopenhauer, since the aforementioned theory goes back on the ideas of these philosophers. These philosophers depart from the view on man and world in which interconnectedness plays an important role – as the opposite of separateness. This view which reflects the mystic-religious perspective on man and world forms an important connecting thread in this article, as this turns out to have direct consequences for the idea about the (ir)rationality of certain thoughts and feelings, as well as for the (ir)rationality of criminal law and restorative justice. Special attention is paid to emotions that are relevant within the context of criminal law and restorative justice – which include anger, resentment, hatred, fear and compassion. After having explained – on the basis of the cognitive emotion theory – how thinking and feeling relate to each other and which thoughts and feelings – on the basis of the perspective of interconnectedness – have to be considered as (ir)rational, the article examines whether punishment is (ir)rational and whether the regular theories which legitimate punishment (i.e. retribution and prevention theories) are ‘rationalities of something irrational’. Furthermore, it is assessed whether the thoughts and feelings behind restorative justice are (ir)rational. The article concludes with a suggestion in which the main findings of this contribution are summarized, in order to stimulate discussion. |
Artikel |
Mediation in Nederland bedrijfsmatig beschouwd |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | market, growth, innovation, income, trends |
Auteurs | Huub Sprangers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In the article the author discusses the market requirements for mediation in the Netherlands. This includes potential for growth and possible annual financial turnover. The article also explores the dynamics of the market and highlights common problems presented by clients, and also whether trends exist and whether mediators are biased in certain areas. |
Artikel |
De Nederlandse consument heeft niets te vrezen: het Europees kooprecht geeft meer dan het neemt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7/8 2012 |
Auteurs | Mr. dr. drs. C.M.D.S. Pavillon |
Auteursinformatie |
Artikel |
De niet welgeïnformeerde consument |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7/8 2012 |
Auteurs | Prof. mr. A.G. Castermans |
Auteursinformatie |
Artikel |
De aandeelhoudersovereenkomst in relatie tot de vennootschap |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 7/8 2012 |
Trefwoorden | aandeelhoudersovereenkomst, vennootschapsrechtelijke doorwerking, afdwingbaarheid, noodzaakfinanciering, flex-BV |
Auteurs | Mr. W.B. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur in hoeverre de vennootschap gebonden is aan wat in de aandeelhoudersovereenkomst is afgesproken. Hierbij wordt tevens aandacht besteed aan de gevolgen van het al dan niet meetekenen van de overeenkomst door de vennootschap. |
Artikel |
Kaderwetgeving en de verstrooiing van de wetgevende macht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | kaderwetgeving, delegatie, snelheid en slagvaardigheid, primaat van de wetgever |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De laatste jaren heeft zowel de Raad van State als de Eerste Kamer zich herhaaldelijk met klem verzet tegen het vermeendelijk toegenomen gebruik van kaderwetgeving vanwege de inbreuk die kaderwetten al snel zouden maken op het primaat van de wetgever. Het belangrijkste bezwaar tegen kaderwetten lijkt het gevaar dat het parlement als medewetgever buiten spel wordt gezet door te kiezen voor open normen in wetgeving en veelvuldige delegatie van regelgevende bevoegdheid naar het bestuur of het overlaten van nadere normstelling aan private regelgevers. Een vaak genoemd motief voor het gebruik van kaderwetten is het streven naar meer snelheid en slagvaardigheid in het wetgevingsproces. De vraag is echter of snelheid wel het daadwerkelijke motief is achter de inzet van kaderwetgeving, aangezien de tijdwinst die ermee wordt geboekt, vaak twijfelachtig lijkt. Denkbaar is ook dat veeleer sprake is van een verstrooiing van de wetgevende macht mede als gevolg van het tanende gezag van het parlement als medewetgever. Daarnaast lijkt de invloed van Europa belangrijke gevolgen te hebben voor het gebruik van kaderwetgeving en valt op dat het fenomeen kaderwet zeker geen nieuw of louter nationaal verschijnsel is. Het gebruik van kaderwetgeving lijkt populair in tijden van crisis en komt zowel op Europees niveau (kaderrichtlijnen) als in de ons omringende landen (lois-cadres, Rahmengesetze, skeleton bills, enzovoort) regelmatig voor. |
Artikel |
COSA in Nederland: eerste ervaringenEen onderzoek naar de proefimplementatie van een nieuwe aanpak voor de re-integratie van veroordeelde zedendelinquenten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | zedendelinquenten, reclassering, preventie, vrijwilligers |
Auteurs | Mechtild Höing en Bas Vogelvang |
SamenvattingAuteursinformatie |
COSA (Circles of Support and Accountability) is an innovative approach to sex offender management in the community for offenders with a medium to high risk of recidivism. COSA was first developed in Canada in 1994 and aim at prevention of recidivism and re-integration of sex offenders. COSA are formed by local volunteers, who assist the sex offender by offering support, monitoring and accountability. They are supported by professionals. COSA has been introduced in the Netherlands in 2009 by The Dutch Probation Organisation (Reclassering Nederland) and the Centre of Public Safety of Avans University of Applied Science. The evaluation of the pilot shows that COSA can be successfully implemented in the Netherlands as well. Living up to the high quality standards is a complex task and involves continuous monitoring, evaluation and adjustment. |
Artikel |
Nieuwe Europese regels voor privacy: commissie stelt pakket voor om gegevens ook in het informatietijdperk te beschermen |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | fundamentele rechten, voorgenomen besluitvorming EU, bescherming persoonsgegevens, handvest grondrechten, artikel 16 VWEU |
Auteurs | Mr. H. Hijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt het voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (algemene verordening gegevensbescherming), dat op 25 januari 2012 door de Commissie is aangenomen. Dit voorstel beoogt een ingrijpende vernieuwing van het Europese stelsel voor gegevensbescherming te bewerkstelligen, onder meer door in een verordening gedetailleerde regels te stellen die in de gehele Unie van toepassing zijn. Het artikel eindigt met enkele fundamentele Europeesrechtelijke vragen die het voorstel oproept. |
Artikel |
Onrechtmatigheid in de relatie aandeelhouder-crediteur |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | art. 6:162 BW, aandeelhoudersaansprakelijkheid, bijzondere zorgplicht, doorbraak van aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M.W.H. van den Heuvel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een aandeelhouder kan op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk zijn voor de schade van de crediteuren van de vennootschap in wier kapitaal hij aandelen houdt. Hierbij gaat het meestal om aanzienlijke bedragen. Het is voor hem dan ook belangrijk om te weten onder welke omstandigheden hij het risico loopt onrechtmatig te handelen tegenover de crediteuren. Deze bijdrage zet een aantal van die omstandigheden op een rij. |
Artikel |
De overeenkomst tot het verlenen van beleggingsadviesEen gereguleerde contractuele verhouding |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | overeenkomst, opdracht, advies, beleggingsadvies, financieel toezicht, MiFID |
Auteurs | Mr. B. Bierens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De contractuele verhouding tussen een beleggingsonderneming en haar cliënt heeft een hybride karakter: verbintenisrechtelijk van aard, maar nader ingevuld door het financiële toezichtsrecht waaraan de beleggingsonderneming is onderworpen. Aan de hand van de overeenkomst tot het verlenen van beleggingsadvies belicht deze bijdrage een rechtsverhouding op het snijvlak van het BW en de Wft. |
Artikel |
Gunstbetoon en medische hulpmiddelen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Gedragscode Medische Hulpmiddelen, gunstbetoon, medische hulpmiddelen, zelfregulering, reclame |
Auteurs | Mr. M.E. de Bruin en prof. mr. M.D.B. Schutjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgeving voor medische hulpmiddelen bevat – in tegenstelling tot de wetgeving voor geneesmiddelen – nauwelijks bepalingen over reclame en in het geheel geen bepalingen over financiële relaties (gunstbetoon) tussen leveranciers van hulpmiddelen en zorgprofessionals, waaronder artsen. Met ingang van 1 januari 2012 is de Gedragscode Medische Hulpmiddelen in werking getreden. Deze gedragscode bindt de leden van zes koepelorganisaties van fabrikanten/leveranciers van medische hulpmiddelen en stelt onder meer voorwaarden aan het geven van geschenken, financiële ondersteuning bij (deelname aan) bijeenkomsten, betaling voor dienstverlening en sponsoring. De Gedragscode gaat uit van wederkerigheid (wat leveranciers niet mogen aanbieden, mogen zorgprofessionals ook niet aannemen). Zorgprofessionals zullen formeel echter pas aan de Gedragscode gebonden zijn indien zij deze ook als zodanig hebben onderschreven. |
Artikel |
Vormvoorschrift bij de particuliere koop van een woning opgehelderd: de mondelinge koop van een woning tussen particulieren blijft zonder rechtsgevolg |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2012 |
Auteurs | Prof. mr. A.L.M. Keirse en mr. M.Y. Schaub |
Auteursinformatie |
Artikel |
De persoonlijke aansprakelijkheid van de faillissementscurator: is er eindelijk (volledige) duidelijkheid? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | faillissementscurator, curator, persoonlijke aansprakelijkheid, Maclou, persoonlijk verwijt |
Auteurs | Mr. E.M. van Orsouw |
SamenvattingAuteursinformatie |
De boodschap van de Hoge Raad in het onderhavige arrest is duidelijk: persoonlijke aansprakelijkheid van de curator komt niet al te snel in beeld. Dat is op zich een weinig verrassende boodschap. Het arrest verdient niettemin bespreking, omdat het op twee punten een nadere precisering geeft van de bekende Maclou-norm en ook een aanvullend vereiste geeft ten aanzien van deze Maclou-norm. Dit vereiste van ‘een persoonlijk verwijt’ verdient bovendien nadere aandacht. |