Pan European Organisation for Personal Injury Lawyers (PEOPIL) werd opgericht in 1997. Zij heeft zich onder andere ten doel gesteld op Europees niveau op te komen voor onder andere het recht op schadevergoeding en toegang tot het recht. PEOPIL organiseert regelmatig seminars en jaarlijks een congres. In juni van dit jaar vond het jaarcongres plaats in Genève, waar de fundamentele rechten in de personenschadepraktijk centraal stonden. In deze bijdrage wordt verslag gedaan van de lezingen die tijdens het congres werden gegeven. |
Artikel |
Fundamentele rechten in de personenschadepraktijkEen verslag van het jaarcongres van PEOPIL |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | PEOPIL, fundamentele rechten, persoonsschadepraktijk |
Auteurs | Mevrouw mr. A.F. Collignon-Smit Sibinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen herzien: een overzicht van wijzigingen en consequenties voor de personenschadepraktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | wijziging Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen, functionele eenheid, inzage in medische informatie, medische machtiging |
Auteurs | Mevrouw mr. A. Wilken |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen is onlangs gewijzigd. Deze wijzigingen betreffen met name de verwerking van persoonsgegevens betreffende de gezondheid en zijn derhalve bijzonder relevant in het kader van de verwerking van medische informatie in de personenschadepraktijk. De auteur gaat in deze bijdrage in op de belangrijkste wijzigingen met betrekking tot de verwerking van medische informatie. Deze wijzigingen roepen een aantal fundamentele vragen en onduidelijkheden op (die deels overigens ook al onder de oude versie van de Gedragscode bestonden). Dit betreft onder andere de vraag welke personen aan verzekeraarszijde de medische informatie van het letselschadeslachtoffer mogen inzien en wat de juridische grondslag daarvoor is. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | causaliteit, causaliteitsproblematiek |
Auteurs | Dr. B.C.J. van Velthoven |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Nederland wordt proportionele aansprakelijkheid toegepast in gevallen van onzekere causaliteit. Daarbij wordt de schade toegerekend aan de mogelijke causale factoren naar rato van ieders bijdrage aan de kans op schade. Door de preventieve werking van het aansprakelijkheidsrecht centraal te stellen en bij alle typen causaliteit de ex ante benadering met proportionele toerekening toe te passen, kan een uniforme aanpak van de causaliteitsproblematiek tot stand worden gebracht. In het artikel worden eerst de hoofdcategorieën van causaliteit besproken. Vervolgens wordt bezien tot welke resultaten proportionele toerekening leidt. Tot slot wordt de voorgestane benadering afgezet tegen de PETL en het DCFR. |
Artikel |
Zorg, privaatrecht en publiekrecht: van ondersteuning naar handhaving, en terug |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | duty of care, regulation, liability law |
Auteurs | Eric Tjong Tjin Tai |
SamenvattingAuteursinformatie |
The relation between law and care has changed dramatically. Until recently this relation could be characterised as distant, supportive and respectful. This relation has undergone a paradigm shift. More and more and in many areas the notion of care is used by the lawmaker, to impose duties of care combined with enforcement. This implies a change from private law to administrative law. This development is undesirable, because it raises false expectations and, in the end, works counterproductive. |
Artikel |
Klachten- en geschillenbehandeling in de Wcz: van de drup in de regen oftewel het kind en het badwater |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2010 |
Auteurs | Mr. W.R. Kastelein |
Artikel |
Letselschade en de patiëntenkaart: een bewijsrechtelijke beschouwing |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | patiëntenkaart, arbeidsvermogensschade, bewijslast, B./Olifiers, vergelijkingshypothese |
Auteurs | Mr. E.M. Deen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regels van stelplicht en bewijslast, het arrest B.Olifiers waarin wordt geoordeeld dat de bewijslast van arbeidsvermogensschade bij de benadeelde ligt, de toepassing van de vergelijkingshypothese, de tegemoetkomingen van de benadeelde bij het leveren van bewijs en het feit dat ons medische verleden als gevolg van de dossierplicht van de arts is gedocumenteerd, moeten worden meegewogen in de patiëntenkaartdiscussie. Beschouwing van genoemde factoren leidt tot de conclusie dat het (eerst) de benadeelde zelf is die, wanneer geconfronteerd met de vraag inzage te geven in zijn patiëntenkaart, zijn belang bij het bewijzen van zijn arbeidsvermogensschadeclaim zou moeten afwegen tegen zijn belang bij privacy. |
Artikel |
Verslag jaarvergadering Vereniging voor Gezondheidsrecht 2010 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2010 |
Auteurs | Dr. G.S.M. Ramsaransing |
Artikel |
GOMA: Gedragscode Openheid medische incidenten; betere afwikkeling Medische AansprakelijkheidVan theorie naar praktijk? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | GOMA, medische aansprakelijkheid, aanbevelingen zorgaanbieders, afwikkeling schadeclaims |
Auteurs | Mr. Chr.H. van Dijk en Mr. ir. J.P.M. Simons |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn hoedanigheid van voorzitter van De Letselschade Raad heeft Aleid Wolfsen op 16 juni 2010 het eerste exemplaar van de nieuwe ‘Gedragscode Openheid medische incidenten; betere afwikkeling Medische Aansprakelijkheid’ (kortweg: GOMA) aangeboden aan demissionair minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin. Naast de al bestaande Gedragscode Behandeling Letselschades voor de afwikkeling van schades ten gevolge van – met name – verkeersletsels (kortweg: GBL) bestaat er daarmee nu ook een breed gedragen code voor de wijze van handelen bij incidenten, klachten en schadeclaims in het kader van een medische behandeling. |
Artikel |
De deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade: nieuwe verantwoordelijkheden voor de rechter én voor partijen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade, deelgeschil, proportionaliteitstoets, forumshopping |
Auteurs | Prof. mr. A.J. Akkermans en Mevrouw mr. drs. G. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade is een feit. De deelgeschilregeling wordt ingevoegd in het Boek 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering als een nieuwe titel 17, die de artikelen 1019w-1019cc Rv bevat. De inwerkingtreding ervan is voorzien voor 1 juli 2010. Zoals de lezers van TVP bekend zal zijn, beoogt de Wet deelgeschilprocedure het buitengerechtelijke traject bij de afhandeling van letsel- en overlijdensschade te verbeteren. De kerngedachte achter de regeling is dat partijen beter in staat zullen zijn om de buitengerechtelijke afwikkeling van de zaak tot een goed einde te brengen, wanneer zij op eenvoudige en snelle wijze de rechter kunnen vragen de knoop door te hakken over een vraag waar zij zelf maar niet uit kunnen komen. ‘From here to there and back again’ is dus het motto: van de onderhandelingstafel naar de rechter en dan weer terug, en dan hopelijk met een vlot bereikte vaststellingsovereenkomst als eindresultaat. |
Artikel |
Personenschade en toepassing van de Wbp: kans of bedreiging? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | Wbp, personenschade, blokkeringsrecht, uitwisseling medische informatie |
Auteurs | Mr. ir. J.P.M. Simons |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de behandeling van personenschades komt met enige regelmaat de vraag aan de orde in hoeverre tussen partijen over een weer (medische) informatie dient te worden uitgewisseld. Bekend in dit kader zijn de discussies rondom het blokkeringsrecht van slachtoffers bij medische deskundigenberichten en over de vraag onder welke omstandigheden slachtoffers de patiëntenkaart van de huisarts dienen te overleggen aan de aansprakelijke verzekeraar. Tot voor kort bestond er echter niet of nauwelijks aandacht voor de rol die de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) bij het opvragen en inzien van informatie zou kunnen vervullen. Pas in een tweetal artikelen, van Roijackers en uitgebreider van Wilken, is voor het eerst gewezen op de mogelijkheden die de Wbp op dit vlak biedt. Met name springt daarbij in het oog het recht voor slachtoffers om op grond van artikel 35 Wbp inzage te krijgen in het (medisch) dossier dat de aansprakelijkheidsverzekeraar over hen heeft aangelegd. Na publicatie van deze artikelen was het wachten op het eerste letselschadeslachtoffer dat de daarin besproken rechten uit de Wbp aan zou voeren in een juridische procedure. |
Artikel |
De verhouding tussen hoofdprocedure en schadestaatprocedure |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | schadestaatprocedure, procesrecht, exoneratiebeding, exoneratieclausule, aansprakelijkheid(srecht) |
Auteurs | Mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staan vijf recente arresten van de Hoge Raad centraal, waarin verschillende aspecten van de verhouding tussen de hoofdprocedure en de schadestaatprocedure aan de orde komen. Vier van deze vijf uitspraken laten zien dat de rechter een relatief grote vrijheid heeft in de keuze welke geschilpunten in welke fase van het geding worden beslist. De wens om partijen hun materiële rechten zo veel mogelijk te laten verwezenlijken zonder hen door extra procesrechtelijke hoepels te laten springen, voert in deze uitspraken duidelijk de boventoon. Een procespartij die stelt dat een bepaald geschilpunt in de hoofdprocedure beslist had moeten worden, of juist in de schadestaatprocedure, vindt over het algemeen weinig gehoor bij de Hoge Raad. |
Artikel |
Over het bewijs van causaal verband met betrekking tot de geïnformeerde toestemming bij medische behandelingen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | informed consent, causaliteit, bewijslast, omkering bewijslast, buitenlands recht, medische schade, geneeskundige behandelingsovereenkomst |
Auteurs | Dr. P.C.J. de Tavernier |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage over informed consent-zaken bespreekt de auteur, in rechtsvergelijkend perspectief, de bewijsproblematiek met betrekking tot het causaal verband tussen het informatieverzuim van de arts en de door de patiënt geleden medische schade. In de eerste plaats onderzoekt de auteur welke maatstaf bij de beoordeling van het oorzakelijk verband moet worden gehanteerd. Vervolgens onderzoekt hij de vraag wie het bewijs van dat oorzakelijk verband dient te leveren. Ten slotte formuleert hij ter voorkoming van causaliteitsproblemen enkele alternatieve oplossingen. |
Artikel |
Draagt aansprakelijkheidsrecht bij aan de voedselveiligheid?Over de preventieve werking van schadeclaims en aansprakelijkheidsverzekering |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | voedselveiligheid, regulering, aansprakelijkheid, aansprakelijkheidsverzekering, preventie, schadeclaim, ‘moreel risico’, voedingsindustrie, productaansprakelijkheid, sociale werking |
Auteurs | Tetty Havinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Most research on food safety has focussed on direct forms of food safety regulation. This paper explores the opportunities for product liability law to encourage food safety measures within firms. It aims to contribute to the discussion on the role public and private actors could have in providing an effective food safety system. Liability law is assumed to promote food safety. The author distinguishes three ways in which liability law could act as an incentive for firms to implement enhanced food safety controls: liability claims, liability insurance and direct effects of liability law on management strategy. The paper concludes that the assumption that liability laws make firms sensitive to prevention of food safety risks is too optimistic. However, liability law could stimulate a culture within firms to take responsibility for food safety. Existing economic and legal analysis could gain from a sociological analysis of the actual impact of liability on company decisions. |
Artikel |
De medisch adviseur moet objectief en onafhankelijk zijn |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | letselschade, medisch beoordelingstraject, medisch adviseur, professionele standaard |
Auteurs | Mevrouw mr. A. Wilken |
SamenvattingAuteursinformatie |
De medisch adviseur in letselschadezaken is een ‘onafhankelijke partijdeskundige’. Deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid maakt dat het voor medisch adviseurs niet altijd duidelijk is hoe zij als partijdeskundige vorm en inhoud zouden moeten geven aan hun onafhankelijkheid. Op 26 mei 2009 heeft het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam twee uitspraken gedaan, waarin het zich duidelijk heeft uitgelaten over de rol en de positie van de medisch adviseur in letselschadezaken: de medisch adviseur is in de eerste plaats arts, daarnaast medisch adviseur, en geen regisseur, pleitbezorger of belangenbehartiger van zijn opdrachtgever. |