Patiënten die in een Belgische kliniek een (cosmetische) geneeskundige behandeling ondergaan, zijn niet langer een uitzondering. Net als in Nederland kunnen in België fouten worden gemaakt, kan de patiënt schade lijden en kunnen zich geschillen voordoen. Gewoontegetrouw zal de Nederlandse patiënt zich in zo’n geval tot de Nederlandse rechter wenden. Maar is dit wel de juiste weg en is het Nederlandse recht eigenlijk wel van toepassing? In de onderhavige bijdrage wordt op deze vragen antwoord gegeven aan de hand van een analyse van de Rome I-Verordening en de EEX-Verordening. Na een tussenconclusie wordt voorts bezien of de typering van de behandelingsovereenkomst als een consumentenovereenkomst of afspraken tussen arts en patiënt kunnen leiden tot de toepassing van ander recht. |
Artikel |
De rechtsmacht van de rechter en het toepasselijke recht op de EU-behandelingsovereenkomst |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | behandelingsovereenkomst, aansprakelijkheid, toepasselijk recht, rechtsmacht rechter |
Auteurs | Mr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Naasten, fundamentele rechten en het Nederlandse limitatief en exclusief werkende artikel 6:108 BW: één probleem, twee perspectieven |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | EVRM, recht op leven, schadevergoeding, overlijdensschade, nabestaanden |
Auteurs | Mr. dr. J.M. Emaus en Mr. dr. R. Rijnhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het recht onder het EVRM, zoals zich dat vormt in de rechtspraak van het EHRM, leidt tot inconsistenties in het Nederlandse schadevergoedingsrecht: een naaste van een persoon die slachtoffer is geworden van een schending van het recht op leven kan tegenwoordig immers alleen vergoeding van eigen immateriële schade vorderen als de schending is gepleegd door een overheidsorgaan. Deze inconsistentie verdient aandacht, maar men realisere zich dat we hier raken aan bredere problematiek. Wij menen daarom dat er in de discussie over de inconsistentie eerst aandacht moet zijn voor de bredere vragen: hoe werken fundamentele rechten door en welke derde verdient waarvan vergoeding? Centraal staan daarbij steeds de overkoepelende kernvragen: wie verdient rechtens een remedie en waarom? |
Artikel |
Medisch beroepsgeheim en familieleden |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2013 |
Trefwoorden | beroepsgeheim, familieleden, vertegenwoordiging, belangen, conflict van plichten |
Auteurs | Prof. mr. J.C.J. Dute en mr. dr. M.C. Ploem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Waar het gaat om de uitwisseling van medische gegevens vormt de hoedanigheid van familielid als zodanig geen grond om inbreuk te maken op het medisch beroepsgeheim. Het is in beginsel aan de betrokkene zelf om uit te maken of familieleden mogen worden geïnformeerd. In deze bijdrage worden situaties besproken waarin familieleden vanwege de rol die zij vervullen (vertegenwoordiger) of de belangen die zij bij inzage in het dossier van hun naaste hebben (rouwverwerking, behoefte aan informatie over erfelijkheidsonderzoek of andere gezondheidsbelangen, vermoeden van een medische fout, vermogensbelangen) moeten of mogen worden geïnformeerd, ook al heeft de betrokkene daarmee niet expliciet ingestemd. |
Artikel |
De aansprakelijkheid van werkgevers voor beroepsziekten krachtens art. 7:658 BW: zijn de grenzen bereikt?Een nadere beschouwing van de arresten HR 7 juni 2013 (Lansink/Ritsma) en HR 7 juni 2013 (SVB/Van de Wege) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2013 |
Trefwoorden | werkgeversaansprakelijkheid, arbeidsrechtelijke omkeringsregel, proportionele aansprakelijkheid, causaal verband |
Auteurs | Mr. S. Sahtie |
SamenvattingAuteursinformatie |
De aansprakelijkheid van werkgevers voor beroepsziekten is door de Hoge Raad recent nader ingekleurd. In twee op 7 juni 2013 gewezen arresten gaat de Hoge Raad in op de vraag wanneer de zogenoemde ‘arbeidsrechtelijke omkeringsregel’ en het leerstuk van proportionele aansprakelijkheid kunnen worden toegepast. De conclusie is dat de grenzen van werkgeversaansprakelijkheid voor beroepsziekten, maar ook voor werkgeversaansprakelijkheid in het algemeen in zicht lijken te zijn. |
Artikel |
Patientenrechtegesetz: geneeskundige behandeling in Duits Burgerlijk Wetboek |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2013 |
Trefwoorden | Patientenrechtegesetz, Medisch aansprakelijkheidsrecht |
Auteurs | Prof. mr. E.H. Hondius en prof. mr. J.G. Sijmons |
SamenvattingAuteursinformatie |
Afgelopen winter trad in Duitsland het nieuwe patiëntenrecht in werking. Een nieuwe titel in het Burgerlijk Wetboek, als de WGBO bij ons. In dit artikel bespreken de auteurs de contouren van deze compacte wet. Is de ontwikkeling in Duitsland vergelijkbaar met die in Nederland? De meest opvallende afwijkingen zijn een regeling van ‘Aufklärungspflichten’ voor de geïnformeerde toestemming naast ‘Informationspflichten’. Scherp gesteld zijn verder de verplichtingen over dossiervoering. Een bepaling over de aansprakelijkheid rondt de bepalingen in de titel van de geneeskundige behandelingsovereenkomst af, waarbij de patiënt tegemoet wordt gekomen in de op hem rustende bewijslast voor aansprakelijkheid van de hulpverlener. |
Artikel |
Causale perikelen: het is moeilijk en zal moeilijk blijven |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | omkeringsregel, verlies van een kans, proportionele aansprakelijkheid en causaal verband |
Auteurs | Mr. Chr.H. van Dijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt een aantal problemen rond het vaststellen van csqn-verband tussen een onrechtmatige daad of wanprestatie en de schade. Mede aan de hand van een aantal recente arresten van de Hoge Raad gaat het in op de ratio en de toepassingsvoorwaarden van de omkeringsregel, proportionele aansprakelijkheid en verlies van een kans. Geconstateerd wordt dat niet alleen maar vooral bij letselschade in bepaalde gevallen goede mogelijkheden voor toepassing van deze leerstukken bestaan. Kritiek wordt uitgeoefend op het onderscheid dat de Hoge Raad maakt bij toepassing van proportionele aansprakelijkheid en verlies van een kans omdat het hier grotendeels om uitwisselbare perspectieven gaat. |
Artikel |
Vier knelpunten van de regresvordering van de werkgever ex artikel 6:107a lid 2 BW |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | regres, artikel 6:107a lid 2 BW, re-integratie, schadebeperkingsplicht, arbeidsvermogensschade |
Auteurs | Mw. mr. M. Opdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wanneer een werknemer letsel oploopt door een oorzaak waarvoor een derde aansprakelijk is, lijdt ook zijn werkgever schade. De werkgever is verplicht om het loon van de zieke werknemer door te betalen. De werkgever komt op grond van artikel 6:107a lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) een regresvordering toe. In deze bijdrage worden knelpunten besproken die zich in dit kader voordoen. Kan de aansprakelijke partij zich tegen een dergelijke vordering verweren door te stellen dat het loon onverplicht is doorbetaald? Rust op de werkgever een schadebeperkingsplicht? En welke gevolgen hebben werkzaamheden in het kader van de re-integratie op de hoogte van de regresvordering? |
Artikel |
Heeft de opneming van zorgstandaarden in een wettelijk register gevolgen voor de juridische betekenis van die standaarden? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | medische aansprakelijkheid, standaarden, professionele standaard, wettelijk register |
Auteurs | Prof. mr. J. Legemaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Richtlijnen en standaarden van de medische beroepsgroep spelen bij het beoordelen van medische aansprakelijkheid vaak een belangrijke rol. Het Zorginstituut Nederland (ZiN) gaat een wettelijk register van dergelijke standaarden beheren. In gevallen waarin het veld dat nalaat, kan het ZiN zelf standaarden laten opstellen en deze doen opnemen in het register. De vraag is of deze nieuwe wettelijke mogelijkheden gevolgen hebben voor de juridische betekenis van standaarden en voor de juridische positie van zorgaanbieders in aansprakelijkheidszaken. Het ziet ernaar uit dat de nieuwe wetgeving vooral transparantie-effecten heeft en de juridische positie en betekenis van standaarden niet wezenlijk wijzigen. |
Artikel |
Epidemiologische inzichten in het effect van letselschadeafwikkeling op herstel en de zoektocht naar mogelijkheden voor verbetering |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | afwikkelingsproces, beleving van slachtoffer, herstel, re-integratie, communicatie |
Auteurs | Dr. N.A. Elbers en Prof. mr. A.J. Akkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage doet verslag van een multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek naar herstelbelemmerende factoren van de schadeafwikkeling en een experiment met een website om de schadeafwikkeling te verbeteren door empowerment van het slachtoffer. Een volledig verslag is te vinden in het proefschrift van N.A. Elbers, Empowerment of injured claimants. Investigating claim factors, procedural justice and e-health, 2013. |
Artikel |
Kroniek concentratiecontrole 2012 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | kroniek, concentratiecontrole, Nma, concurrentie |
Auteurs | Mr. J.W. Fanoy, mr. M.J. Plomp, mr. N.C. Stive e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek geeft een overzicht van de belangrijkste informele zienswijzen en besluiten van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de Nederlandse rechtspraak met betrekking tot concentratiecontrole. Ook zullen nieuwe wetgeving en beleid op dit gebied aan bod komen. Waar nodig hebben schrijvers kanttekeningen geplaatst bij de rechtspraak en besluiten. |
Artikel |
Tuchtrecht in de gezondheidszorg: tijd voor verandering |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | tuchtrecht, collectieve aansprakelijkheid, samenwerking, Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), voorlopige voorziening |
Auteurs | Mr. A. Rube |
SamenvattingAuteursinformatie |
Binnen het tuchtrecht in de gezondheidszorg bestaan verschillende discussiepunten. In het artikel wordt ingegaan op twee hiervan, namelijk de collectieve aansprakelijkheid binnen het tuchtrecht en de rol van de Inspectie voor de Gezondheidzorg (IGZ). Beide discussiepunten houden nauw verband met het primaire doel van het tuchtrecht: het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. In dit artikel worden de verschillende mogelijkheden verkend om het tuchtrecht op deze punten aan te passen. |
Artikel |
Hoe duur mag een duur geneesmiddel zijn? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | pakketbeheer, stand van wetenschap en praktijk, kosteneffectiviteit |
Auteurs | Mr. C. van Balen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kosteneffectiviteit speelt een belangrijke rol bij beslissingen over (voorlopige) opname van geneesmiddelen in het verzekerde pakket. Uit juridisch oogpunt is dit problematisch. De omvang en inhoud van de verzekerde prestaties, waaronder de prestatie farmaceutische zorg, wordt (mede) bepaald aan de hand van de stand van de wetenschap en de praktijk. Dat betreft een medisch inhoudelijk criterium, waarbij de kosteneffectiviteit geen rol speelt. Gepleit wordt daarom voor wettelijke opname van de bij pakketbeheer te hanteren criteria en de weging van de afzonderlijke criteria. |
Artikel |
Tekortschietend intern toezicht en de kwaliteit van zorg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | Raad van toezicht, kwaliteit van zorg, Zorgbrede Governancecode, Wet cliëntenrechten zorg, informatieprotocol |
Auteurs | Mr. dr. A.G.H. Klaassen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt ingegaan op de oorzaken en de oplossingen voor tekortschietend intern toezicht ten aanzien van de kwaliteit van zorg. Onderzocht wordt of dat tekortschieten te wijten is aan belemmeringen in wet- en regelgeving dan wel de oplossing gezocht moet worden in een cultuurverandering. De auteur opteert vooral voor dat laatste, maar constateert tevens dat de wet- en regelgeving weinig houvast bieden. Bovendien komt aan de orde of er bij de vastlegging van de rol van de raad van toezicht ten aanzien van de kwaliteit van zorg de goede keuze wordt gemaakt tussen wetgeving en zelfregulering. Dit wordt uitgewerkt voor drie thema’s: taakomschrijving van de raad van toezicht, verbetering van deskundigheid van toezichthouders en de beschikbaarheid van informatie. In de ogen van de auteur dient de norm in de wet te worden vastgelegd en de uitwerking daarvan kan aan de sectorale governance-code worden overgelaten. |
Artikel |
De Hoge Raad en het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid en kansschadeHR 14 december 2012, LJN BX8349 (Nationale Nederlanden/[A en B]); HR 21 december 2012, LJN BX7491 (Deloitte Schadeverzekeringen/H&H Beheer) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | proportionele aansprakelijkheid, kansschade, bewijs schade/causaal verband, schadevergoeding, verlies van een kans |
Auteurs | Mr. drs. M.F.E. Hillen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In december 2012 heeft de Hoge Raad door middel van twee arresten het onderscheid tussen het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid en het leerstuk van de kansschade bevestigd. In deze bijdrage wordt de totstandkoming van beide leerstukken, alsmede de discussie in de literatuur beschreven. Vervolgens worden de verschillen tussen de leerstukken nader uitgewerkt en geeft de auteur haar visie of de leerstukken wel of niet van elkaar onderscheiden dienen te worden. |
Artikel |
De zorgplicht van de werkgever met betrekking tot een overval |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | werkgeversaansprakelijkheid, zorgplicht, verzekeringsplicht, overval |
Auteurs | Mr. M.A. Mouris |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het nieuwsbericht dat de WA-verzekeraar van een winkel aansprakelijkheid heeft erkend voor de gevolgen van een overval heeft tot commotie geleid. In de bijdrage wordt ingegaan op de vraag wanneer een werkgever aansprakelijk kan zijn voor schade die een werknemer lijdt als gevolg van een overval. Daarbij wordt ingegaan op zowel artikel 7:658 als artikel 7:611 BW. Aandacht wordt ook besteed aan de arresten van de Hoge Raad van 11 november 2011 en de rechtspositie van ambtenaren. |
Artikel |
De Gedragscode Behandeling Letselschade 2012; tekst en uitleg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | ethiek, benadeelde, schadevergoeding, GBL, De Letselschade Raad |
Auteurs | Mr. dr. E.J. Wervelman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Letselschade Raad heeft de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) herzien. De auteur gaat in op het proces van de totstandkoming van de nieuwe versie van de GBL. Daarbij behandelt hij de ethische uitgangspunten die daaraan thans expliciet ten grondslag liggen. Door bij behandeling van letselschade in te gaan op het waarom achter een bepaalde beslissing zal de benadeelde beter kunnen begrijpen welke argumenten tot de beslissing hebben geleid. Daardoor is hij, los van andere elementen die maken dat hij serieus wordt genomen, bijvoorbeeld ook beter in staat om zijn eigen belangen te behartigen. Dat levert dus een bijdrage aan het herwinnen van de menselijke waardigheid dat hem door het ongeval is ontnomen. |
Artikel |
Collectieve acties in het algemeen en de WCAM in het bijzonderVerslag van de voorjaarsvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht 2012 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | WCAM, collectieve actie, art. 3:305a BW, nadeelcompensatie, motie Dijksma |
Auteurs | Mr. J.H. van Dam-Lely en Mr. A.N.L. de Hoogh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Verslag van de voorjaarsvergadering 2012 van de Nederlandse Vereniging van Procesrecht over ‘Collectieve acties in het algemeen en de WCAM in het bijzonder’. In drie inleidingen wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan (1) de toepassing van de WCAM vanuit het perspectief van de rol en de taak van de rechter, (2) knelpunten rond de oproeping en aankondiging als bedoeld in art. 1013 lid 5 en 1017 lid 3 Rv en de vraag of het verbod van art. 3:305a BW zou moeten worden afgeschaft (motie Dijksma), en (3) de afwikkeling van massaschade in het bestuursrecht, in het bijzonder door nadeelcompensatie. |
Artikel |
Inzicht in gedrag voorwaarde voor goede wetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | gedragsmechanismen, gedragsinzichten in overheidsbeleid, keuzearchitectuur, framing, gedragscontracten en implementatie-intenties |
Auteurs | P. Jonkers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur in hoofdlijnen een aantal belangrijke inzichten in achtergronden van bewust en onbewust gedrag en gaat in op gedragsmechanismen die een rol spelen in effectieve beleidsinstrumenten. Vervolgens bespreekt zij de wijze waarop actief gestuurd kan worden met de nieuwe inzichten – al of niet met nieuwe, alternatieve instrumenten –mogelijke belemmeringen om gedragsinzichten te verwerken in wetgeving, en hoe met die belemmeringen kan worden omgegaan. |
Artikel |
Grensoverschrijdend patiëntenverkeer in de Zorgverzekeringswet: is de voorgenomen wijziging van artikel 13 Europeesrechtelijk houdbaar? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | EU-recht, gecontracteerde zorg, grensoverschrijdend patiëntenverkeer, restitutiepolis, zorg in natura |
Auteurs | Prof. mr. J.W. van de Gronden |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regering heeft voorgesteld om artikel 13 Zorgverzekeringswet te wijzigen. Het doel hiervan is om zorgverzekeraars de mogelijkheid te bieden om niet-gecontracteerde zorg, ook die ondergaan is in het buitenland, niet te vergoeden. Volgens de regering zou de EU-richtlijn betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg dit toestaan. Nagegaan wordt of deze stelling hout snijdt. Bij de auteur bestaat de zorg dat bij onjuiste implementatie van Richtlijn 2011/24 zich vele ingewikkelde Europeesrechtelijke kwesties zullen voordoen. Dit zou ten koste gaan van de patiënt. |