In recente arresten heeft het Hof van Justitie uitgemaakt dat als een land door middel van een nationaliteits- of woonplaatseis de toegang tot zijn stelsel beperkt, ook niet-economisch actieven deze eisen kunnen aanvechten op grond van de bepaling van het Europees burgerschap. Wel mogen lidstaten bepaalde goed beargumenteerde beperkingen stellen voor personen met een vreemde nationaliteit, zoals dat men vijf jaar in Nederland heeft gewoond voordat men recht heeft op studiefinanciering. Nu rijst een aantal vragen. Hoe kan het dat de bepaling van het Europees burgerschap een dergelijk effect heeft? Zijn er nog verschillen tussen economisch actieve en niet-actieve burgers? Is de jurisprudentie over het burgerschap geen bedreiging voor nationale welvaartsstaten? Deze vragen worden in deze bijdrage behandeld. Daarbij komt ook het recente arrest Europese Commissie tegen Nederland (C-542/09) aan de orde. |
Artikel |
EU-burgerschap en toegang tot sociale voordelen over de grensIs er verschil tussen marktburgers en sociale burgers? |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | Europees burgerschap, non-discriminatie, sociale voordelen, economisch niet-actieven, objectieve rechtvaardigingsgrond |
Auteurs | Prof. mr. F.J.L. Pennings |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Een ‘nieuwe’ weg naar volledige schadevergoeding voor derden in personenschadezaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | derden, schade, affectieschade, medische aansprakelijkheid, overlijdensschade |
Auteurs | Mr. dr. R. Rijnhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof Den Bosch heeft een ‘nieuwe’ mogelijkheid tot volledige schadevergoeding voor derden in personenschadezaken toegevoegd aan het bestaande rijtje: de autonome vordering op grond van een toerekenbare niet-nakoming van een geneeskundige behandelingsovereenkomst. Die mogelijkheid tot volledige schadevergoeding voor derden wordt echter sterk beperkt door het hof: de feitelijk derde moet aantonen dat zijn schade is veroorzaakt door de medische fout en niet door het overlijden (of letsel) van de direct gekwetste. Deze beperking vloeit voort uit de exclusieve werking van het bijzondere systeem van de artikelen 6:107-108 BW. In deze bijdrage wordt gesuggereerd om die exclusieve werking te heroverwegen. |
Artikel |
‘The way forward in Europe’: een verslag van het lustrumcongres van PEOPIL |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Grensoverschrijdende letselschadezaken, standaardisatie, Haags Verkeersongevallen Verdrag, Rome II, Brussel I |
Auteurs | Mr. A.F. Collignon-Smit Sibinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt verslag gedaan van het jaarcongres van the Pan European Organisation for Personal Injury Lawyers. Aan de orde komen de standaardisatie bij de vaststelling van schade in letselschadezaken in Noorwegen en Denemarken en recente ontwikkelingen in Spanje en Italië. Tevens wordt ingegaan op de vereisten die in Engeland worden gesteld aan expertiserapporten. Tot slot wordt verslag gedaan van de bevoegdheid van rechters in grensoverschrijdende letselschadezaken, op grond van Brussel I en het toepasselijke recht op grond van Rome II. Ook wordt ingegaan op de wisselwerking tussen Rome II en het Haags Verkeersongevallen Verdrag. |
Artikel |
Schending van een verkeers- of veiligheidsnorm; wel of niet een vereiste voor toekenning van shockschade? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | shockschade, medische aansprakelijkheid, verkeers- of veiligheidsnorm, gewone zorgvuldigheidsnorm en art. 6:98 BW |
Auteurs | Mr. W.E. Noordhoorn Boelen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Gerechtshof Arnhem wijst in zijn arrest van 15 maart 2011, LJN BP8479, een vordering van shockschade af omdat geen sprake was van schending van een verkeers- of veiligheidsnorm. Naar aanleiding hiervan wordt in dit artikel ingegaan op de vraag of het in het Taxibus-arrest gegeven gezichtspunt dat voor vergoeding van shockschade sprake dient te zijn van een schending van een verkeers- of veiligheidsnorm wel een (hard) vereiste betreft. Hiervoor wordt onder andere het belang van verkeers- en veiligheidsnormen in het aansprakelijkheidsrecht besproken. Kan shockschade wellicht ook aan de laedens worden toegerekend indien sprake is van een schending van een ‘gewone’ zorgvuldigheidsnorm? |
Artikel |
Bespiegelingen aangaande de juridisering en commercialisering van het Curaçaose carnaval |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Carnaval, commercie, retributie, Auteursrecht, portretrecht |
Auteurs | Dr. J. Sybesma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het carnaval van Curaçao is uitgegroeid tot een groot publiek feest van pracht en praal. Grote evenementen kosten veel geld. Waar geld te halen valt zijn commerciële belangen in het spel. En waar geld gemoeid is ontstaan discussies en ruzies. Ruzies lopen uit in juridische procedures omdat iedere partij het gelijk aan zijn kant tracht te krijgen. Tot een van de opvallende procedures tijdens het carnaval 2012 behoorde de poging een platinumsectie tijdens het Tumbafestival naast de bestaande in te stellen. Een ander opvallend geschil betrof schending van het portretrecht van de carnavalsgroepen door de uitzendingen van TeleCuraçao/TDS, indien daarvoor geen vergoeding zou worden betaald. Uiteindelijk kreeg TeleCuraçao/TDS het alleenrecht voor commerciële uitzendingen door betaling van een aanzienlijke geldsom. Dit artikel werkt het juridisch kader van het voornoemde nader uit. |
Artikel |
De zzp’er: een (arbeidson)geval apart |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | regres, verkeersongeval, voetganger, toerekening, schade, inkomensschade, bewijs, bewijslast, overlijdensschade |
Auteurs | Mr. C. Blanken en Mr. A.H.M. van Noort |
SamenvattingAuteursinformatie |
HR 23 maart 2012: de zzp’er en artikel 7:658 lid 4 BW. In deze bijdrage bespreken de auteurs welke criteria de Hoge Raad hanteert voor de toepasselijkheid van artikel 7:658 lid 4 BW op de zzp’er. Ook gaan zij in op de gevolgen van het arrest voor de schadelast van de AVB-verzekeraar en voor de regresrechten van zorg- en andere schadeverzekeraars. Tot slot wordt aandacht besteed aan artikel 7:611 BW in relatie tot de zzp’er. |
Artikel |
De Nederlandse privaatrechtswetenschap en de wetgever (1992-2012) |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | Burgerlijk Wetboek, horizontale codificatie, sectorale wetgeving, privaatrecht, burgerlijk procesrecht |
Auteurs | Prof. dr. W.H. van Boom |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 1992 werd het nieuwe vermogensrecht gecodificeerd in het nieuwe BW. Dat was een hoogtijdag in de verhouding tussen wetgever en privaatrechtswetenschappers. Maar hoe is het daarna gegaan? Hebben academici een rol van betekenis behouden in het wetgevingsproces? Het beeld is gemengd, zo is de indruk van de auteur. Het privaatrecht is om verschillende redenen een minder belangrijk object van wetgeving geworden. Zo is een aantal rechtsgebieden functioneel afgescheiden geraakt en veelal gereguleerd in sectorale regelingen. Bovendien is de rol van academici in het wetgevingsproces wisselend gebleken – dat heeft te maken met de dynamiek van wetgeving, maar ook met de ambivalenties van het wetenschapsbedrijf. De invloed van de privaatrechtswetenschap op het huidige wetgevingsgebeuren is veelal zeer indirect, zeker waar het grootse academische vergezichten en voorstellen voor radicale veranderingen betreft. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | journalist, serial killers, interview, biography |
Auteurs | Joke Harte |
SamenvattingAuteursinformatie |
Most biographies on criminals have been written by journalists. Dutch writer and former journalist Sytze van der Zee wrote portraits of two serial killers. In order to reconstruct the criminal facts and the police investigations in both cases, he collected data by gathering as much documents as possible, and by interviewing the main characters. For the second biography, he had many conversations with the serial killer. In this interview, Sytze van der Zee tells about his motivation to write these books, the research methods he used, the reliability of the collected information, and his experiences while researching. |
Artikel |
De constitutionele toetsing door de Raad van State |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | advisering, constitutionele toetsing, interpretatiemethoden, Raad van State, rechtsvergelijking, verdragsconforme grondwetsuitleg |
Auteurs | Prof. mr. drs. B.P. Vermeulen en Mr. dr. H.J.Th.M. van Roosmalen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Raad van State heeft de achterliggende jaren stappen gezet om de toetsing aan constitutionele normen te versterken. In deze bijdrage komt het begrip constitutionele toetsing aan de orde zoals dat door de Afdeling wordt gehanteerd. Vervolgens worden de redenen aangestipt voor de inzet om de constitutionele toetsing binnen de Raad en met name de Afdeling te versterken. Ook wordt geschetst waartoe dit streven de afgelopen jaren heeft geleid. De bijdrage sluit af met een verwachting ten aanzien van de constitutionele vragen die de komende tijd op het bord van – onder meer – de Afdeling zullen komen te liggen. |
Artikel |
Strafrecht voor civilisten deel II: over de gewijzigde Wet schadefonds geweldsmisdrijven en nog enkele opmerkingen over schadeverhaal via het strafproces |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Schadefonds geweldsmisdrijven, affectieschade, voeging in het strafproces, shockschade, voorschotregeling |
Auteurs | Mr. A.H. Sas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 januari 2012 is de gewijzigde Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking getreden. Hierdoor is met name de mogelijkheid voor nabestaanden om een uitkering te krijgen uitgebreid. Meest in het oog springend is dat zij een uitkering voor affectieschade van het fonds kunnen krijgen. Daarnaast bespreekt de auteur enkele ontwikkelingen omtrent de vordering benadeelde partij in het strafproces (de zogenoemde voeging). Dit mede in het licht van de Wet ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces, die per 1 januari 2011 in werking is getreden. In dit verband wordt behandeld: het verruimde ontvankelijkheidscriterium, strafrechtelijke jurisprudentie omtrent shockschade en samenloop van de voeging met een civiele procedure. |
Artikel |
Nietigheid van uiterste wilsbeschikkingen wegens strijd met goede zeden of openbare orde |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | uiterste wilsbeschikkingen, nietigheid, goede zeden en openbare orde, artikel 4:44 BW, artikel 4:45 BW |
Auteurs | Mr. J.L.D.J. Maasland |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage verkent de auteur de grenzen die de wet in het belang van de goede zeden en de openbare orde stelt aan de testeervrijheid. Hij bespreekt allereerst het wettelijke kader, met name artikel 4:44 en 4:45 lid 1 BW, en de jurisprudentie over dit onderwerp. Vervolgens behandelt de auteur, onder meer aan de hand van een tweetal uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, de vraag in hoeverre een testament met een discriminerende inhoud of strekking nietig is. |
Artikel |
De Wob als sluiproute? Passieve openbaarmaking door de IGZ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | calamiteiten IGZ, inzagerecht, Veilig melden, Wcz, Wob |
Auteurs | Mr. R.P. de Roode |
SamenvattingAuteursinformatie |
Gegevens over de kwaliteit van zorg zijn niet zomaar geschikt voor openbaarmaking, zeker tot personen herleidbare gegevens niet. Zorgverleners kunnen door openbaarheid terughoudender worden dan wenselijk voor de kwaliteit van zorg. Bij een calamiteit is van veilig melden ten opzichte van de IGZ geen sprake. Gegevens over een calamiteit kunnen via een Wob-verzoek aan de IGZ echter ook in de openbaarheid terechtkomen. Dit zorgt voor onrust. De mogelijkheden die de Wob en rechtspraak de IGZ bieden om uitzondering te maken op het beginsel van openbaarheid zijn beperkt. De wetgever heeft plannen voor verruiming maar deze gaan niet ver genoeg. |