Patiënten die in een Belgische kliniek een (cosmetische) geneeskundige behandeling ondergaan, zijn niet langer een uitzondering. Net als in Nederland kunnen in België fouten worden gemaakt, kan de patiënt schade lijden en kunnen zich geschillen voordoen. Gewoontegetrouw zal de Nederlandse patiënt zich in zo’n geval tot de Nederlandse rechter wenden. Maar is dit wel de juiste weg en is het Nederlandse recht eigenlijk wel van toepassing? In de onderhavige bijdrage wordt op deze vragen antwoord gegeven aan de hand van een analyse van de Rome I-Verordening en de EEX-Verordening. Na een tussenconclusie wordt voorts bezien of de typering van de behandelingsovereenkomst als een consumentenovereenkomst of afspraken tussen arts en patiënt kunnen leiden tot de toepassing van ander recht. |
Artikel |
De rechtsmacht van de rechter en het toepasselijke recht op de EU-behandelingsovereenkomst |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | behandelingsovereenkomst, aansprakelijkheid, toepasselijk recht, rechtsmacht rechter |
Auteurs | Mr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | heersercultus, Monotheïsme, Romeinse Rijk |
Auteurs | Renske Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article, the Roman perspective on the relations between the Roman imperial cult and monotheistic movements in the same period will be investigated. In modern scholarship, this Roman point of view has been underrepresented. This article will aim to create a better understanding of the religious conflicts that arose between ca. 44 B.C.E. and 313 C.E and serve as an example for attempting to understand the ‘alien’ side in religious conflict. This article will conclude that Roman religion has to be seen in the context of imperial politics to explain not only the conflicts between the Roman state, Jews and Christians, but also the rise of the imperial cult. |
Artikel |
De nieuwe Europese privacywetgeving: stand van zaken bijna twee jaar na Commissievoorstel |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2013 |
Trefwoorden | gewone wetgevingsprocedure, artikel 7 en 8 Handvest, gegevensbescherming, verhouding EU-VS, onafhankelijk toezicht |
Auteurs | Mr. H. Hijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het voorjaar van 2012 heb ik in NTEReen bijdrage geschreven over de Commissievoorstellen van 25 januari 2012 voor nieuwe Europese wetgeving op het gebied van de gegevensbescherming. De behandeling van deze voorstellen – en dan vooral de voorgestelde verordening – bij de Raad en het Parlement heeft de gemoederen in Brussel en ook in Nederland sterk beziggehouden vanwege de grote belangen die ermee gemoeid zijn en de vaak uiteenlopende meningen over de verordening an sich en veel van de specifieke bepalingen die deze bevat. Het meest aansprekende bewijs daarvan zijn de bijna vierduizend amendementen die binnen het EP zijn ingediend in relatie tot de voorgestelde verordening. Bij het beëindigen van deze bijdrage is nog veel onduidelijk over het vervolg van het dossier. Ik wil deze bijdrage dan ook vooral benutten om de voor de lezers van NTER meest relevante elementen van het debat in kaart te brengen, in vervolg op mijn bijdrage uit 2012.Voorstel voor een verordening betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (algemene verordening gegevensbescherming) ( COM/2012/011 def.).Voorstel voor een richtlijn betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens ( COM/2012/010 def.). |
Artikel |
De entire agreement clause naar Amerikaans en Nederlands recht: afbakening, geen uitleg |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Lundiform, entire agreement clause, Amerikaans contractenrecht, uitleg |
Auteurs | Mr. J.W.A. Dousi |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Lundiform-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een entire agreement clause op zichzelf geen uitlegbepaling is en dat een dergelijke bepaling in een overeenkomst als zodanig dan ook niet verhindert dat extrinsiek bewijs gebruikt kan worden om deze overeenkomst uit te leggen. Deze bijdrage schetst in enkele grote lijnen de Amerikaans-rechtelijk achtergrond van de entire agreement clause. De auteur wijst bovendien op het belangrijke onderscheid tussen uitleg en afbakening van overeenkomsten. Het vaststellen van de inhoud van een overeenkomst moet geschieden door enerzijds afbakening van welke afspraken de contractuele relatie tussen partijen beheersen en anderzijds wat deze afgebakende afspraken betekenen. De entire agreement clause speelt in beginsel alleen een rol in de afbakeningsfase. |
Artikel |
Van ruilen komt huilen? Renteswaps in de rechtspraakEen bespreking van de renteswap-jurisprudentie |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | renteswaps, rentederivaten, renteswap-jurisprudentie, hedging, risico’s van renteswaps |
Auteurs | L.A. van Amsterdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Problemen met rentederivaten halen de laatste tijd opvallend vaak het nieuws. Ging het in eerste instantie om renteswaps met een speculatief karakter en een noodzakelijkerwijs daaraan verbonden risico, steeds vaker ziet de berichtgeving op ondernemingen die meenden dat zij zich met behulp van een renteswap juist tegen (rente)risico’s hadden ingedekt. Dit heeft geleid tot een aantal uitspraken waarin deze financiële instrumenten centraal staan. In dit artikel wordt ingegaan op de achtergrond en werking van renteswaps, de risico’s die ze met zich kunnen meebrengen, en de hoofdlijnen uit de renteswap-jurisprudentie. |
Artikel |
Wat schuilt daar in het Riet? Bestuurders-aansprakelijkheid? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | (externe) bestuurdersaansprakelijkheid, secundaire aansprakelijkheid, rechtstreekse aansprakelijkheid, rechtstreekse bestuurdersaansprakelijkheid, Van de Riet/Hoffman, Ponteecen/Stratex, Robu, zorgvuldigheidsnorm, ernstig verwijt |
Auteurs | Mr. G.R.G. Driessen en Mr. D. Engelen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In hun bijdrage bespreken de auteurs externe, rechtstreekse bestuurdersaansprakelijkheid in het licht van het arrest van de Hoge Raad van 23 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5881 (Van de Riet/Hoffmann). Volgens de auteurs is er een zeker patroon waarneembaar tussen dit arrest en de arresten van de Hoge Raad van 12 mei 2000 (NJ 2000, 440, Robu) en 23 januari 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AL7051, Ponteecen/Stratex). Uit die arresten kan volgens hen worden geconcludeerd dat dga’s en bestuurders van de ‘kleine(re) bv’s’ effectief gezien een verhoogde kans lopen een persoonlijke zorgvuldigheidsverplichting op zich te laden jegens derden met wie hun vennootschap zakendoet. Die bestuurders zijn immers juist degenen die de dagelijkse werkzaamheden (moeten) verrichten, zitten over het algemeen ‘dichter op het vuur’, en lopen daarmee een groter risico om hun ‘vingers te branden’. In dit artikel wordt deze visie nader uitgewerkt en toegelicht. |
Artikel |
De bescherming voor grensoverschrijdende investeerders op grond van bilaterale investeringsverdragen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | BIT, investeringsbescherming, arbitrage, investeringsarbitrage |
Auteurs | Mr. M. van de Hel-Koedoot en Mr. B.R.D. Hoebeke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wereldwijde netwerk van Nederlandse bilaterale investeringsverdragen (bilateral investment treaties, ofwel ‘BITs’) biedt bescherming aan (Nederlandse) investeerders die investeren in landen waarmee Nederland een BIT heeft gesloten. Een BIT houdt beschermingsnormen in die een toetsingskader vormen voor het gedrag van een investeringontvangende staat (de gaststaat) ten opzichte van deze buitenlandse investering. Indien een gaststaat één of meer van deze normen schendt, kan een door een BIT beschermde buitenlandse investeerder zelf – op grond van de desbetreffende BIT – de gaststaat aansprakelijk stellen voor de door hem geleden schade. De in BITs opgenomen arbitrageovereenkomst biedt de buitenlandse investeerder hiervoor een neutraal forum. Als gevolg van het Verdrag van Lissabon en de standpunten van de Europese Commissie ten aanzien van BITs tussen lidstaten zijn veranderingen op komst voor de door Nederland gesloten BITs. Dit artikel houdt een algemene introductie in van de in BITs opgenomen bescherming van investeerders door middel van internationale arbitrage, waarbij tevens zal worden stilgestaan bij de recente ontwikkelingen in Europees verband. |
Artikel |
Bestuur en toezicht: gevolgen voor de opiniepraktijk |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | legal opinion, opiniepraktijk, Wet bestuur en toezicht, tegenstrijdig belang, Bibolini |
Auteurs | Mr. M. Batteram en Mr. J. Verbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel bestuur en toezicht is onder meer de tegenstrijdigbelangregeling voor bestuurders en commissarissen aanzienlijk gewijzigd. Deze wetswijziging heeft de aanleiding gevormd om de Nederlandse opiniepraktijk nader te belichten. In deze bijdrage komen onder meer de systematiek van de ‘legal opinion’ met betrekking tot de oude en nieuwe tegenstrijdigbelangregeling en de daarmee samenhangende vennootschappelijke besluitvorming aan de orde. Voorts wordt de betekenis van het Bibolini-arrest besproken vanuit het perspectief van een opiniegever. De bijdrage wordt afgesloten met enkele slotopmerkingen. |
Artikel |
Van 403-verklaringen, achterstelling en afhankelijkheid403-perikelen rondom de onteigening van SNS |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2013 |
Trefwoorden | 403-verklaring, achterstelling, afhankelijkheid, SNS REAAL, rangorde |
Auteurs | Mr. S. Timmerman en Mr. R.M. de Winter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden enkele aspecten van de 403-verklaring behandeld, die ook aan de orde zijn gekomen in de schadeloosstellingsprocedure bij de Ondernemingskamer naar aanleiding van de onteigening van SNS. Het betreft de vraag of een vordering uit hoofde van een 403-verklaring als een zelfstandig recht moet worden beschouwd en de vraag welke rang een vordering uit hoofde van een 403-verklaring inneemt. |
Artikel |
Bank, zorgplicht en derden: enkele lessen voor de bancaire praktijk |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2013 |
Trefwoorden | bank, zorgplicht, derden, beleggersbescherming, onderzoeksplicht |
Auteurs | Mr. A.J.C.M. Meijs |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een bank heeft een zorgplicht jegens derden wanneer zij zich realiseert dat mogelijk door een cliënt zonder een vereiste Wft-vergunning wordt gehandeld, waardoor derden schade kunnen ondervinden. De bank moet dan onderzoek doen naar de cliënt. Nadat de bank onderzoek heeft gedaan en ervan overtuigd is dat er niet overeenkomstig de vergunningsplicht wordt gehandeld, moet de bank aan dat gevaar voor beleggers adequaat een einde maken. In de jurisprudentie zijn verschillende mogelijkheden aan de orde geweest, maar zij zijn niet allemaal even adequaat. |
Artikel |
Directe horizontale werking van primair Unierecht in de praktijkEen illustratie aan de hand van de verdragsbepalingen inzake het vrije verkeer van goederen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2013 |
Trefwoorden | directe horizontale werking, Unierecht, nietigheid, recht op schadevergoeding, ambtshalve toepassing |
Auteurs | Mr. drs. T.S. Hoyer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage maakt inzichtelijk welke mogelijkheden het Unierecht de praktijk biedt. Een illustratie aan de hand van de verdragsbepalingen inzake het vrije verkeer van goederen laat zien hoe het Unierecht kan leiden tot de nietigheid van een rechtshandeling, een recht op schadevergoeding of een plicht tot ambtshalve toepassing. |
Artikel |
Ambtshalve toepassing van consumentenbeschermend EU-recht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2013 |
Trefwoorden | ambtshalve, rechtsstrijd, matiging, onderzoeksplicht, consumenten |
Auteurs | Mr. dr. A.G.F. Ancery |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoe ver reikt de plicht tot ambtshalve toepassing van consumentenrecht? Uit recente jurisprudentie van het HvJ EU en de Hoge Raad volgt dat deze ook rust op de appèlrechter. In deze bijdrage wordt besproken welke gevolgen deze jurisprudentie heeft voor de feitenrechters en hoe zij daar invulling aan kunnen geven. |
Artikel |
Pot, crack en Obama’s ‘third way’Liberalisering van drugsbeleid in de Verenigde Staten? |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 8 2013 |
Auteurs | I. Haen Marshall |
SamenvattingAuteursinformatie |
This essay describes the most important recent events in the field of American drugs legislation covering the liberalization of cannabis policies in several states as well as the reduction of penalties for the possession of crack at the federal level. These developments are situated in a broader context of a complicated and big country with plenty of room for extreme moral views and a very punitive justice policy that targets Blacks and Latino’s much more than the white middle class. The disproportionate impact of the punitive drugs legislation is an important driving force behind the trend towards liberalization, next to the high costs of maintaining an overcrowded prison system. |
Artikel |
10 jaar nieuw erfrecht en de fiscaliteit‘Niet meer inhoudelijk overeenkomen met?’ |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 6 2013 |
Trefwoorden | Quasi-wettelijke verdeling, Ventieltechniek, Afvullegaat, Defiscalisatie, Tweetrapstestament |
Auteurs | Prof. dr. B.M.E.M. Schols |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage beschrijft de auteur de fiscale perikelen die het Nederlandse keuzetestament, in het bijzonder de quasi-wettelijke verdeling, de afgelopen tien jaar heeft doorgemaakt, alsmede de huidige stand van zaken. De rode draad van het verhaal is de vraag in hoeverre het keuzetestament nog ‘inhoudelijk moet overeenkomen met’ de wettelijke verdeling. Dit was het geval voor defiscalisatie in de inkomstenbelasting en voor de ventieltechniek in de Successiewet. Fiscaal is dit thans echter geen must meer, maar dat neemt niet weg dat de praktijk om praktische redenen inhoudelijk zal blijven overeenkomen met de wettelijke verdeling. De auteur geeft ook aan dat art. 10 SW 1956 in beginsel niet van toepassing is op de langstlevendentestamenten. Ook komt de fiscale hype rond het Radartestament aan bod. De auteur geeft aan dat de reden dat er zo veel fiscaal creatieve testamenten worden gemaakt, is gelegen in het afnemen van de kracht van de legitieme portie onder nieuw erfrecht. Hierdoor heeft bijvoorbeeld het fiscale fenomeen ‘afvullegaat’ zich kunnen ontwikkelen. |
Artikel |
Conferencing internationaal: vaker toegepast dan gedacht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Conferencing, Internationale toepassing |
Auteurs | Estelle Zinsstag en Inge Vanfraechem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Conferencing is a restorative justice practice which has started developing quite consistently since the 1990s, in majority in Anglophone countries such as New Zealand, Australia, the USA, Canada or the UK and in particular with consistently promising results for juvenile justice in Northern Ireland. Some continental European, Latin American and African countries are also starting to introduce this alternative to traditional criminal justice, especially in the case of juvenile justice, with some equally promising results. This article presents up-to-date information about the state of conferencing in the world and discusses some of the major conclusions that have come out of a European research project and book. |
Artikel |
Vluchtelingen, humanitaire hulp en conflict: de Karen National Union in Birma |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2013 |
Trefwoorden | Burma, Karen, Conflict, Refugees, Humanitarian aid |
Auteurs | Jelmer Brouwer MSc en Dr. Joris van Wijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article we describe how and why the Karen National Union (KNU) has profited from international refugee camps and humanitarian aid in Thailand after they had been largely defeated in Burma. By assuming leadership positions in the refugee and camp committees, they have been able to maintain their specific ideology in the camps. Because humanitarian aid to these refugee camps was much higher than to victims and organizations in Burma itself, international donors and NGOs have disproportionately supported the KNU. |
Artikel |
Cyberpesten vanuit een criminologisch perspectief |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | cybercrime, criminological challenges, cyberbullying, characteristics perpetrators, interrelation online-offline |
Auteurs | Drs. Joyce Kerstens en Sander Veenstra MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
It is assumed that the online world creates new possibilities for criminal behaviour. Only recently criminologists started the debate on the applicability of traditional criminological theories to cybercrime offending. Data retrieved from the national Dutch survey Youth & Cybersafety indicate that cyberbullying behaviour is not only strongly interwoven with traditional bullying behaviours, but is also affected by the distinct features of the online environment. The findings give support to the suggestion that the aetiological schema to explain cyberbullying should postulate the interaction between individual characteristics, distinct features of the online environment and the interaction between offline and online social realities. |
Artikel |
Beoordeling van duurzaamheidsinitiatieven onder het kartelverbodContouren van een algemeen beoordelingskader en toepassing daarvan op het Energieakkoord |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2013 |
Trefwoorden | Energieakkoord, Milieu, Duurzaamheid, Kartelverbod |
Auteurs | Mr. E.H. Pijnacker Hordijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur betoogt dat de beoordeling van het Energieakkoord een gemiste kans is om de Wouters-leer daadwerkelijk in de praktijk toe te passen. Daarvoor in de plaats is een kwantitatieve inschatting van de financiële gevolgen van de maatregel gesteld die in diverse opzichten betwistbaar is, met alle negatieve gevolgen van dien voor de uitvoerbaarheid van het Energieakkoord. En dat terwijl er brede maatschappelijke consensus bestond over de wenselijkheid van snelle implementatie daarvan. De beoordeling door ACM van de gevolgen van het Energieakkoord maakt op treffende wijze duidelijk waar het aan schort: als gevolg van een verabsolutering van het deelbelang van de consumentenwelvaart wordt een maatschappelijk uitzonderlijk breed gedragen initiatief doorkruist, waarvan de positieve gevolgen voor het milieu onbetwistbaar zijn. |
Artikel |
Nieuwe Europese regelgeving voor ratingbureaus inzake het beoordelen van uitgevende instellingen en securitisatietransacties |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 12 2013 |
Trefwoorden | ratingbureaus, Verordening 462/2013, securitisatie, hersecuritisatie, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M. van der Weide |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 21 mei 2013 is Verordening (EU) nr. 462/2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus vastgesteld. In deze bijdrage worden de, voor de securitisatiepraktijk, relevante wijzigingen besproken die voornoemde nieuwe regelgeving met zich brengt. |
Artikel |
De Nederlandse topholding bij internationale fusies |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 12 2013 |
Trefwoorden | internationale fusie, Nederlandse topholding, merger of equals, Publicis Omnicom Group, Applied Materials – Tokyo Electron |
Auteurs | Mr. M.F. Noome |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur aan de hand van twee recente fusies het gebruik van een Nederlandse vennootschap als topholding bij internationale fusies. |