Op 4 februari 2014 is de Richtlijn woningkredietovereenkomsten vastgesteld. Deze richtlijn geeft een nieuw kader voor verschillende aspecten rondom het adviseren en het verstrekken van hypotheken en andere woningkredietovereenkomsten. Hoewel de hypotheekmarkt in Nederland al vrij gereguleerd is, zal de richtlijn op bepaalde onderdelen tot wijziging van de regels leiden. Een en ander hangt ook af van de keuzes die de wetgever op tal van onderwerpen zal moeten maken.In deze bijdrage zullen eerst enkele algemene onderwerpen uit de richtlijn aan de orde komen, zoals achtergrond, doelstelling en reikwijdte. Daarna komen inhoudelijke onderwerpen aan bod, waarbij wat langer zal worden stilgestaan bij onderwerpen die voor de praktijk de meeste gevolgen zullen hebben. Hierna volgt een korte conclusie waarbij gekeken wordt in hoeverre deze richtlijn bijdraagt aan het oplossen van de crisis op de woningmarkt in Nederland.Richtlijn 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010, Pb. EU 2014, L 60. |
Artikel |
De Richtlijn woningkredietovereenkomsten: een Europese oplossing voor de crisis op de woningmarkt?Oriënteren moet je leren |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | hypotheken, woningkredietovereenkomsten, ESIS, consumentenrecht |
Auteurs | Mr. drs. N.M. Giphart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Kanttekeningen bij het voorstel voor de Richtlijn bescherming bedrijfsgeheimen: wat brengt het ons (en wat niet)? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | bedrijfsgeheimen, knowhow, ongeoorloofde mededinging, TRIPS, handhavingsrichtlijn |
Auteurs | Mr. J.J. Allen en Mr. E.A. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan. Een kritische beschouwing vanuit de Nederlandse praktijk.Richtlijn 2004/48EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten, Pb. EG 2004, L 195/16. |
Artikel |
De nieuwe aanbestedingsrichtlijnen: werk aan de winkel of kan de wetgever op zijn lauweren rusten? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | nieuwe aanbestedingsrichtlijnen, concessierichtlijn, inbesteding, B-diensten, Wezenlijke wijziging |
Auteurs | Mr. M.J.J.M. Essers, Mr. R.S. Damsma en Mr. C.G. van Blaaderen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Minder dan een jaar na de inwerkingtreding van de Aanbestedingswet 2012 wordt de nationale wetgever – niet geheel onverwacht – geconfronteerd met drie nieuwe aanbestedingsrichtlijnen. Op 21 december 2011 had de Europese Commissie al een eerste aanzet gedaan door een drietal voorstellen te publiceren. Het wetgevingstraject is na de gebruikelijke rondjes langs de diverse Europese (advies) instellingen op 26 februari 2014 uitgemond in de ondertekening van een drietal definitieve teksten. Deze teksten zijn op 28 maart 2014 in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend gemaakt. Nationale wetgevers hebben tot en met 18 april 2016 de tijd om de richtlijnen in de Aanbestedingswet te implementeren. Vanzelfsprekend zullen de ‘huidige’ aanbestedingsrichtlijnen met de komst van de nieuwe richtlijnen worden ingetrokken. In dit artikel zullen wij alleen de ‘highlights’ bespreken van de nieuwe Richtlijn Overheden (hierna: de nieuwe Richtlijn) en de Concessierichtlijn.Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten, Pb. EU 2014, L 91/1;Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG, Pb. EU 2014, L 94/65;Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG, Pb. EU 2014, L 94/243. |
Artikel |
De EU-bevoegdheid betreffende de externe coördinatie van sociale zekerheid |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | coördinatie sociale zekerheid, externe betrekkingen, associatieovereenkomsten, rechtsbasis, vrij verkeer |
Auteurs | Mr. A.P. van der Mei |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 48 VWEU kent aan de EU-wetgever de bevoegdheid toe de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten te coördineren teneinde het vrij verkeer van werknemers binnen de EU te faciliteren. In twee door het Verenigd Koninkrijk tegen de Raad van de Europese Unie op grond van artikel 263 VWEU ingestelde beroepen, diende het Hof van Justitie zich te buigen over de vraag of de EU-wetgever deze bevoegdheid voor ‘interne’ coördinatie ook kan aanwenden voor een besluit gericht op de uitbreiding van de Socialezekerheidsverordening 883/2004 tot het grondgebied en de onderdanen van derde landen. Het Hof van Justitie oordeelt dat de EU-wetgever dat kan: artikel 48 VWEU kan de rechtsbasis vormen voor een besluit gericht op een dergelijke ‘externe’ coördinatie van sociale zekerheid indien derde staten op basis van associatieakkoorden voor doeleinden van socialezekerheidscoördinatie reeds zijn gelijkgesteld aan EU-lidstaten. Deze bijdrage analyseert de twee arresten en beziet de mogelijke implicaties.HvJ EU 26 september 2013, zaak C-431/11, Verenigd Koninkrijk/Raad van de Europese Unie, n.n.g. en HvJ EU 27 februari 2014, zaak C-656/11, Verenigd Koninkrijk/Raad van de Europese Unie, n.n.g. |
Artikel |
De Tweede Evaluatie Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Wet BIG, evaluatie, kwaliteitswetgeving, tuchtrecht |
Auteurs | Prof. mr. J.G. Sijmons en prof. mr. J.H. Hubben |
SamenvattingAuteursinformatie |
De tweede evaluatie van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, ruim tien jaar na de eerste evaluatie verschenen, komt tot gelijksoortige bevindingen als die eerste evaluatie uit 2002. De wettelijke regeling is niet erg bekend. Het tuchtrecht is aan herziening toe. Toch is er sprake van een gewijzigde context, waarin de Wet BIG door nieuwe kwaliteitsregulering de meer bescheiden status heeft gekregen van een borging van de basiskwaliteit van de beroepsbeoefenaar via opleiding. De evaluatie ziet nadrukkelijker een rol voor de IGZ in het tuchtrecht, dat concurreert met het bestuursrecht. |
Artikel |
Ambtshalve toetsing in hoger beroepOver de omvang van het hoger beroep en het door de grieven ontsloten gebied |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | hoger beroep, grievenstelsel, openbare orde, ambtshalve toetsing |
Auteurs | Mr. F.J.P. Lock |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met het arrest Heesakkers/Voets (HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691) is weer eens de vraag onder de aandacht gebracht welke plaats ambtshalve toetsing inneemt in het Nederlandse appelprocesrecht en meer in het bijzonder hoe die toetsing zich verhoudt tot het grievenstelsel. In hoeverre is de rechter in hoger beroep buiten de grieven om tot ambtshalve toetsing gehouden? De auteur geeft uitleg over de begrippen ‘omvang van het hoger beroep’ en ‘het door de grieven ontsloten gebied’ en bespreekt welke ruimte het Nederlandse appelprocesrecht biedt om ambtshalve te toetsen aan bepalingen van openbare orde. De in dit verband relevante procesrechtelijke begrippen blijken in literatuur en jurisprudentie niet altijd eenduidig te worden gebruikt, waardoor verwarring op de loer ligt. De auteur concludeert dat het oordeel van de Hoge Raad in Heesakkers/Voets past binnen het bestaande kader van de ambtshalve toetsing in hoger beroep aan de regels van openbare orde. |
Artikel |
Art. 2:207c BW is vervallen – leve de steunverlening? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | steunverlening, aansprakelijkheid, tegenstrijdig belang, doeloverschrijding, pauliana |
Auteurs | Mr. J.H.L. Beckers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met het schrappen van artikel 2:207c BW is het leerstuk van de (financiële) steunverlening verleden tijd. Naar huidig recht moet steunverlening worden getoetst aan de algemene regels voor bestuurshandelen. In deze bijdrage wordt ingegaan op het aansprakelijkheidskader en de betekenis van de regels inzake doeloverschrijding, tegenstrijdig belang en de pauliana. |
Artikel |
De Bitcoin-verzekering. Een kans voor de financiële sector om klantbelang centraal te stellen in innovatieve productontwikkeling? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | Bitcoin, virtueel geld, vermogensrecht naar buitenlands recht, verzekering, consumentenbescherming |
Auteurs | Mr. dr. M.F.M. van den Berg, Mr. J.W.P.M. van der Velden en Mr. C.W.M. Vergouwen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De juridische kwalificatie van het virtuele geld ‘Bitcoin’ zorgt wereldwijd voor hoofdbrekens. Auteurs concluderen dat de Bitcoin zich als vermogensrecht naar buitenlands recht kwalificeert. Om de ontwikkeling van virtueel geld positief te beïnvloeden en meer consumentenbescherming te kunnen bieden, wordt een aanzet gegeven tot ontwikkeling van een Bitcoin-verzekering. |
Artikel |
Ben ik mijn broeders hoeder? De bijzondere zorgplicht van banken bij beleggingsfraude nader bekeken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | beleggingsfraude, piramidespel, zorgplicht, derden, bank |
Auteurs | Mr. L.A. van Amsterdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van een relevant recent door het Gerechtshof Den Haag gewezen arrest bespreekt de auteur een aantal aspecten van de bijzondere zorgplicht die een bank jegens (potentiële) slachtoffers van beleggingsfraude heeft. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | metatoezicht op voedselveiligheid, privaat toezicht, NVWA, voedselveiligheid, publiek-private samenwerking |
Auteurs | Mr. dr. Paul Verbruggen en Dr. ir. Tetty Havinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Toezicht op voedselveiligheid is een aangelegenheid van zowel publieke als private partijen. Overheid en bedrijfsleven dragen beide verantwoordelijkheid voor controle en naleving van voedselveiligheidsnormen. Zij hebben daartoe allebei geavanceerde systemen van toezicht ontwikkeld met als primair doel risico’s op voedselveiligheid te beheersen en beperken. Kenmerkend is de relatief recente ontwikkeling dat publieke en private actoren elkaars inspanningen voor de verwezenlijking van dit doel onderling pogen af te stemmen. In Nederland probeert de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) toezicht te houden op private vormen van toezicht. Hoe richt de NVWA dit metatoezicht (toezicht op toezicht) in? Welke waarborgen brengt de NVWA aan bij de afstemming van haar toezicht op private initiatieven en op welke punten behoeft dit verbetering? De auteurs maken een vergelijkende analyse van twee initiatieven van privaat toezicht die door de NVWA zijn geaccepteerd als ‘zelfcontrolesysteem’ voor levensmiddelen, te weten Bureau de Wit en Riskplaza. |
Artikel |
Kroniek civiele rechtspraak mededingingsrecht 2013 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | kroniek, civiele rechtspraak, mededinging |
Auteurs | Mr. Bas Braeken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek behandelt de belangrijkste uitspraken van Nederlandse civiele rechters in 2013 waarin het Nederlands en/of Europees mededingingsrecht aan de orde kwam. Deze kroniek beperkt zich tot een bespreking van de meest spraakmakende zaken van het afgelopen jaar, waarbij zowel standalone mededingingsrechtelijke procedures als follow-on procedures zullen worden behandeld. Bij de opzet van deze kroniek is gekozen om de uitspraken op basis van thematische gelijkenissen (in plaats van chronologische volgorde) zo veel mogelijk gezamenlijk te bespreken. |
Artikel |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2013 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | kroniek, regelgeving, mededingingsafspraken, machtspositie, procedurele aangelegenheden |
Auteurs | Mr. Robert Bosman en Mr. Edmon Oude Elferink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden de besluiten en informele zienswijzen besproken die ACM in 2013 op het gebied van het kartelverbod en het verbod van misbruik van economische machtspositie heeft genomen. De voor de toepassing van het mededingingsrecht aangewezen bestuursrechters wezen in totaal zeventien uitspraken in kartel- en daarmee gerelateerde zaken. In 2013 viel ook definitief het doek voor de NMa. Na een periode van ruim vijftien jaar waarin de NMa het mededingingsrecht in Nederland op de kaart zette, ging de toezichthouder op in ACM. Kortom, er viel ook in dit verslagjaar weer het nodige te beleven. |
Artikel |
Kroniek concentratiecontrole 2013 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | kroniek, concentratiecontrole, ACM, concurrentie |
Auteurs | Mr. Silvia Vinken, Mr. Minos van Joolingen en Mr. drs. Martijn Jongmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek geeft een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in 2013 op het gebied van concentratiecontrole in Nederland. Het jaar 2013 wordt onder meer gekenmerkt door nieuwe wetgeving en beleid op het terrein van de zorg. Ook in 2013 wordt de trend van het verkort afdoen van besluiten voortgezet waarbij de zorgsector evenals voorgaande jaren een prominente rol vervult. In deze kroniek wordt daarnaast stilgestaan bij enkele boetes die zijn opgelegd wegens niet of onvolledig melden en de bijbehorende rechtelijke toetsing. |
Artikel |
Het semi-dwingendrechtelijke karakter van de klantenvergoeding bij het einde van de agentuurovereenkomst nader belicht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | handelsagent, agentuurovereenkomst, klantenvergoeding, goodwillvergoeding, dwingendrechtelijk |
Auteurs | Mr. ir. M.J. Sturm |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regeling van de klantenvergoeding ex art. 7:442 BW is semidwingendrechtelijk van karakter. De mogelijkheden om via het internationaal privaatrecht de regeling te omzeilen zijn beperkt, terwijl ook anderszins die mogelijkheden lijken te ontbreken. |
Artikel |
Toetsing van oneerlijke bedingen: de fictieve toets terug op de kaart? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | oneerlijkheidstoets, goede trouw, abstract, concreet, consumenten |
Auteurs | Mr. dr. A.G.F. Ancery |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoe dient de rechter invulling te geven aan de oneerlijkheidstoets van de Richtlijn oneerlijke bedingen? Bestendige jurisprudentie was en is dat die toets op nationaal niveau wordt uitgevoerd. Niettemin doet het HvJ EU in een recent arrest enkele interessante handreikingen die voor de invulling van de toets van belang zijn. |
Artikel |
Bescherming van bedrijfsgeheimen: nieuwe richtlijn op komst |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | bescherming bedrijfsgeheimen, knowhow, Europese richtlijn |
Auteurs | Mr. F. de Wit |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 28 november 2013 publiceerde de Europese Commissie een voorstel voor een richtlijn voor de bescherming van bedrijfsgeheimen. In deze bijdrage bespreekt de auteur een aantal aandachtspunten uit het voorstel, waarbij hij ingaat op de huidige bescherming van bedrijfsgeheimen naar Nederlands recht en onderzoekt welke invloed het voorstel voor de richtlijn hierop heeft. |
Artikel |
Onoverdraagbaarheidsbedingen en cessieverboden: de stand van zaken na HR 21 maart 2014 |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | artikel 3:38 lid 2 BW, onoverdraagbaarheidsbeding, cessieverbod, uitlegregel, financieringspraktijk |
Auteurs | Mr. E.M. Kleyweg en Mr. M. Alipour |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest van de Hoge Raad van 21 maart 2014 heeft een einde gemaakt aan de jarenlange discussie in de praktijk en literatuur over de werking en uitleg van cessieverboden. De vraag of een onoverdraagbaarheidsbeding aan een rechtsgeldige verpanding in de weg staat, is nog niet beantwoord. |
Artikel |
Stroomverleggingen in de Nederlandse geschilbeslechtingsdeltaTerugblikken en vooruitkijken met twee gesprekspartners |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | history legal aid, sixties, lawyer collectives, cutbacks, modernization |
Auteurs | A. Klijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
What do citizens do when they think they have a problem that involves the law? Just like 40 years ago the main bottleneck in such a situation is where to find good advice on which steps to take. However, the difference compared to 40 years ago is the existence of more and a greater variety of organisations offering legal advice. This article describes the evolution of legal aid in the Netherlands, supplemented by comments of two people who have been personally involved in this development, Peter van den Biggelaar and Maurits Barendrecht. Mr Van den Biggelaar is director of the Dutch Board for Legal Aid, while Mr Barendrecht is research director of Hiil Innovating Justice and law professor at the University of Tilburg. |
Artikel |
De technologie van toegang tot het recht |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | dispute resolution technology, acces to justice, ODR, justice innovation, e-Justice |
Auteurs | J.H. Verdonschot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Current trends in the delivery of legal services create the opportunity to develop a new generation of access to justice platforms. On the basis of two examples, the author illustrates how this can work. M-Sheria is a technology-based access to justice service that serves the poor in Kenya. It combines state of the art information technology (USSD, SMS, internet) and human technology (community paralegals and pro bono advocates) to help slum dwellers solve their legal problems. Rechtwijzer 2.0 is an internet-based platform that provides online human and technology-facilitated support to people with a legal problem in the Netherlands. These examples show how processes and professionals can be innovated to facilitate dispute resolution in delivering information and interventions just in time. |
Artikel |
Fiscale opfrisser, een opmerkelijk vonnis en de rekenrente naar minder dan 2% |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | fiscaliteit letselschade, verlies arbeidsvermogen, rekenrente |
Auteurs | Mr. R.M.J.T. van Dort |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zet de auteur de fiscale beoordeling van schadevergoedingen bij letselschade uiteen aan de hand van rechtspraak en literatuur, de hoofdregels in dat kader, maar ook de uitzonderingen daarop. Tevens geeft hij zijn visie op een vonnis waarin de rechtbank naar zijn opvatting nogal opmerkelijk oordeelt over begroting van schade van een ondernemer en daarbij vergaand abstraheert van de feitelijke omstandigheden. Ten slotte bespreekt de auteur zijn visie op de rekenrente voor berekening van toekomstschade, die naar zijn mening op minder dan 2% dient te worden gesteld. |