To what extent does liberal democracy still manage to realize the principle of expressive liberty? This article argues that, just as by the ethically monistic character of certain theoretizations of Confucian democracy, expressive liberty is threatened by a Western ‘civic totalism’ that insists that ‘politics enjoys general authority over subordinate activities and institutions because it aims at the highest and most comprehensive good for human beings’ (Galston). The ideal of liberal democracy will remain fundamentally flawed, as long as the sovereignty of the people on which its political legitimacy is more and more exclusively based hinders instead of advances a true sort of value pluralism. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | liberale democratie, waardenpluralisme, confuciaanse democratie, christelijke bronnen |
Auteurs | Hans-Martien ten Napel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Strafrechtelijke inbeslagname bij de medisch verschoningsgerechtigde |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2013 |
Trefwoorden | medisch beroepsgeheim, strafrechtelijke inbeslagname, verschoningsrecht |
Auteurs | Mr. W.R. Kastelein |
SamenvattingAuteursinformatie |
Uit de jurisprudentie over strafrechtelijke inbeslagname van medische gegevens bij de medisch verschoningsgerechtigde blijkt dat de Hoge Raad het criterium van de zeer uitzonderlijke omstandigheden, dat rechtvaardigt dat het beroepsgeheim wordt doorbroken, zowel bij de verdachte verschoningsgerechtigde als bij de niet verdachte verschoningsgerechtigde ruim toepast.Van een uitzonderingssituatie is in feite geen sprake meer. In die gevallen waarin de (afgeleid) verschoningsgerechtigde geen verdachte is van een strafbaar feit, ten onrechte. De Hoge Raad dient terug te keren naar zijn jurisprudentie waarin hij het standpunt van de verschoningsgerechtigde dat kennisneming van de gegevens zonder zijn toestemming zou leiden tot schending van het beroepsgeheim respecteert, tenzij er redelijkerwijs geen twijfel over kan bestaan dat het standpunt onjuist is. |
Artikel |
Instructies in de Omgevingswet: onmisbare beïnvloedingsinstrumenten of overbodige ballast? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | Omgevingswet, instructies interbestuurlijk toezicht, aanwijzing, indeplaatsstelling, schorsing en vernietiging |
Auteurs | Prof. dr. F.P.C.L. Tonnaer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het wetsvoorstel voor de Omgevingswet worden de proactieve en reactieve aanwijzingsbevoegdheid uit de Wro overgenomen in de vorm van instructies en instructieregels en van een bredere toepassing voorzien. De auteur betoogt in deze bijdrage dat de instructie geen meerwaarde heeft in de nieuwe wet. Daarbij wordt gewezen op de beperkte toegevoegde waarde ten opzichte van de schorsings- en vernietigingsbevoegdheid en de indeplaatsstelling. Daar waar instructies wel meer mogelijk maken dan deze generieke instrumenten, roept de auteur de vraag op of dat wel wenselijk is in termen van de staatrechtelijke verhoudingen. |
Artikel |
Mentorschap: onbekend maakt onbemand |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | mentorschap, beschermingsmaatregel, mentor, niet-vermogensrechtelijke belangen |
Auteurs | Mr. Noris van Lis-Donata en Dr. Earney Francis Lasten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel geeft het resultaat weer van een evaluatieonderzoek naar de toepassing van de Wet mentorschap in Aruba. Deze wet biedt bescherming aan meerderjarigen die tijdelijk of duurzaam niet in staat zijn hun niet-vermogenrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. In een onderzoek gaf het merendeel van de respondenten aan geen of weinig kennis te hebben van de Wet mentorschap. Advocaten en de civiele rechter hebben de Wet mentorschap niet toegepast in de eerste tien bestaansjaren van deze wet. Toch onderkennen alle geïnterviewde vertegenwoordigers van hulpverlenende organisaties dat er behoefte is aan mentorschap in de thuiszorg van bejaarden en andere meerderjarige hulpbehoevenden met lichamelijke of geestelijke beperkingen. Mentorschap wordt ook beschouwd als een alternatieve beschermingsmaatregel voor drugsverslaafden. De onbekendheid met het mentorschap werkt belemmerend op de toepassing van de Wet mentorschap. Nadere regels betreffende de taken en bevoegdheden van de mentor, onder supervisie van een coördinatiecentrum, zullen de benoemingen van mentoren gunstig beïnvloeden. |
Artikel |
Wie doet wat?Over de rede van David Cameron en de verdeling van bevoegdheden tussen de Europese Unie en de lidstaten |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2013 |
Trefwoorden | Verdeling van bevoegdheden, subsidiariteit, Cameron |
Auteurs | Prof. dr. J.M. Smits |
SamenvattingAuteursinformatie |
De verdeling van bevoegdheden tussen de Europese Unie en de lidstaten staat sterk in de belangstelling. In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag of meer te zeggen valt over wie wat moet doen in Europa. Onderzocht wordt welke bijdrage juristen, economen en politicologen tot nu toe aan dit debat hebben geleverd. Vervolgens wordt een aanzet gedaan voor de ontwikkeling van een kader dat kan helpen om de vraag naar de optimale bevoegdheidsverdeling te beantwoorden. |
Artikel |
Artikel 8 EVRM: proportionaliteit en verwerking van persoonsgegevens |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | bescherming persoonsgegevens, proportionaliteit, EHRM, dataprotectierichtlijn, wetgevingsproces |
Auteurs | Prof. mr. L.F.M. Verhey en Mr. M.W. Raijmakers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Indien ontwerpwetgeving leidt tot de verwerking van persoonsgegevens, moet de wetgever in veel gevallen een toets uitvoeren aan artikel 8 EVRM en het relevante EU-recht. Bij die toets draait het vaak om de vraag of de beperkende maatregel voldoet aan het proportionaliteitsvereiste. In de Straatsburgse rechtspraak is de proportionaliteit een paraplu waaronder uiteenlopende waarborgen worden geschaard. De complexiteit en veelomvattendheid van de proportionaliteitstoets werken door op nationaal niveau. De wijze waarop de proportionaliteitstoets door de Nederlandse wetgever wordt verricht, is wisselvallig. Soms vindt een expliciete toetsing plaats in het kader van artikel 8 EVRM, vaak is dat ook niet het geval. |
Artikel |
Evenredigheid in het EU-recht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | evenredigheidsbeginsel, rechtsgrondslag, subsidiariteitsbeginsel, besluitvorming EU, rol nationale parlementen, toetsing HvJ EU |
Auteurs | Mr. dr. R.H. van Ooik |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt de functie die het evenredigheidsbeginsel speelt als toetsingsmaatstaf voor de instellingen van de Europese Unie wanneer zij bindende regelgeving uitvaardigen. Daartoe wordt eerst de omschrijving van dit beginsel in het Europese recht onderzocht, alsmede de verhouding van het evenredigheidsbeginsel tot de nauw verwante beginselen van toedeling van bevoegdheden en subsidiariteit. Daarna gaat het om de vraag wie, tijdens het totstandkomingproces van EU-regelgeving, invloed hebben op de beslissing of EU-regelgeving ‘evenredig’ is. Vervolgens wordt uitvoerig gekeken naar de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU over toetsing van Europese regelgeving aan het evenredigheidsbeginsel. Daarna kunnen conclusies worden getrokken over de van die rechtspraak uitgaande normerende werking op de besluitvormende EU-instellingen. |
Artikel |
Het ex-Monti II-voorstel: ‘Paard van Troje’ of zege voor sociale grondrechten? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | grondrechten, vrij verkeer, stakingsrecht, proportionaliteitstoets, sociaal beleid, Monti II |
Auteurs | Mr. dr. S.A. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nu de poging van de EU-wetgever om met het zogenoemde Monti II-voorstel economische en sociale rechten te verzoenen voorlopig gestrand lijkt, wordt het juridisch kader voor de uitoefening van het recht op collectieve actie in grensoverschrijdende situaties in de EU nog steeds bepaald door de jurisprudentie van het Hof van Justitie, in het bijzonder door de Viking-, Laval- en Rüffert-zaken. |
Artikel |
De Europese stichting: terug naar de tekentafel |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3 2013 |
Auteurs | Mr. N. Peters en Mr. M. Goorts |
SamenvattingAuteursinformatie |
Uit de koker van de Europese Commissie kwam bij voorstel voor een verordening van 8 februari 2012 een Europese stichting van algemeen nut te voorschijn. Het voorstel is niet goed doordacht. Ook kunnen de beoogde doelen op eenvoudigere wijze worden bereikt. Dat zullen de auteurs in dit artikel inzichtelijk maken. |
Artikel |
De Wet BOB tegen het (zon)licht gehoudenDe Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden in Aruba |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | bijzondere opsporingsbevoegdheden, strafvordering, BOB, dwangmiddelen |
Auteurs | Mr. E. Witjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt in dit artikel een aantal bijzondere opsporingsbevoegdheden uit de Wet BOB, die in 2012 in werking is getreden op Aruba (en Curaçao en Sint Maarten). Achtereenvolgens worden planmatige observatie, infiltratie, pseudokoop of -dienstverlening, stelselmatig inwinnen van informatie, bevoegdheden in een besloten plaats, het opnemen van (vertrouwelijke) communicatie, burgerpseudokoop of -dienstverlening en inwinnen van informatie en burgerinfiltratie besproken. Hierbij worden de ervaringen betrokken die in Nederland zijn opgedaan met deze wet (de Wet BOB functioneert daar reeds een decennium), voor zover dit relevant is voor de Caribische situatie. Het artikel beoogt naast een algemene introductie ook enkele pijnpunten bloot te leggen en suggesties te doen ten behoeve van het functioneren van de Wet BOB in kleinschalige rechtsordes. |
Artikel |
De mogelijkheden en onmogelijkheden van 334t-aansprakelijkheid |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | artikel 2:334t BW, splitsing, deelbare verbintenis, ondeelbare verbintenis, toekomstige verbintenis |
Auteurs | Mr. G.C. Linse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wanneer rechtspersonen gebruik maken van het instrument juridische splitsing wordt doorgaans uitgebreid stilgestaan bij de aansprakelijkheid van de partijen op grond van artikel 2:334t BW. In deze bijdrage gaat de auteur in op de mogelijkheden die partijen hebben om deze aansprakelijkheid te beperken. |
Artikel |
Het nieuwe Action Plan op het gebied van het Europese ondernemingsrecht (2012) |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | corporate governance, beursvennootschap, Europa, aandeelhouders, transparantie |
Auteurs | Mr. F.G.K. Overkleeft LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt het in december 2012 verschenen Action Plan van de Europese Commissie op het gebied van het Europese ondernemingsrecht. Hij geeft een overzicht van de speerpunten van beleid en de concrete uitvoeringsmaatregelen die de Europese Commissie voorstelt op het gebied van corporate governance voor beursvennootschappen. De auteur concludeert dat het EU Action Plan 2012 een aantal nuttige maatregelen bevat, maar stelt wel vragen bij de concrete uitvoerbaarheid en politieke haalbaarheid van andere voorstellen. |