Food fraud is as old as mankind but has advanced in the last decades. Fraud regarding the gross composition of food has progressed in the direction of the addition of unconventional adulterants. Furthermore, consumers are more and more interested in how and where their foods are produced and pay price premiums for organic foods, fair trade, animal welfare considering, and sustainable food products. Since these products are very similar to their conventional counterparts in terms of composition, they provide an additional challenge. The knowledge regarding occurrence, type of meat fraud, causes and damage caused to the sector is limited. There is a need for extensive identification of the vulnerabilities and criminogenic factors. These insights offer leads for detection and prevention. The article deals with a first step into the inventory of these vulnerabilities and factors affecting meat fraud, by assessing fraud risks related to products, companies and the meat supply chain. |
Artikel |
Kwetsbaarheid voor voedselfraude in de vleessector |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | food fraud, meat sector, melamine scandal, adulterants, food analysing techniques |
Auteurs | S. van Ruth en W. Huisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Stroomverleggingen in de Nederlandse geschilbeslechtingsdeltaTerugblikken en vooruitkijken met twee gesprekspartners |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | history legal aid, sixties, lawyer collectives, cutbacks, modernization |
Auteurs | A. Klijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
What do citizens do when they think they have a problem that involves the law? Just like 40 years ago the main bottleneck in such a situation is where to find good advice on which steps to take. However, the difference compared to 40 years ago is the existence of more and a greater variety of organisations offering legal advice. This article describes the evolution of legal aid in the Netherlands, supplemented by comments of two people who have been personally involved in this development, Peter van den Biggelaar and Maurits Barendrecht. Mr Van den Biggelaar is director of the Dutch Board for Legal Aid, while Mr Barendrecht is research director of Hiil Innovating Justice and law professor at the University of Tilburg. |
Artikel |
Voorstel richtlijn netwerkveiligheid als onderdeel van EU cyber security-strategie: naar een open, veilig en betrouwbaar internet? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 2/3 2014 |
Trefwoorden | beveiliging informatiesystemen, cyber security-strategie, richtlijn |
Auteurs | Mr. J. Toet en prof. mr. A.R. Lodder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het artikel behandelt het voorstel van de Commissie van 7 februari 2013 om een richtlijn in te voeren ter verhoging van het algehele niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Europese Unie. Het voorstel vormt een onderdeel van de cyber security-strategie van de Commissie. De auteurs plaatsen kanttekeningen bij (de effectiviteit van) de gekozen maatregelen en de implementatie daarvan in het licht van een uitgebreide beschrijving van de voorliggende problematiek. Zij onderschrijven echter de noodzaak tot het treffen van maatregelen op Europees niveau en sluiten af met hun aanbevelingen ter versterking van het voorstel en de cyber security-strategie.Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende maatregelen om een hoog gemeenschappelijk niveau van netwerk- en informatiebeveiliging in de Unie te waarborgen, COM(2013)48 final |
Artikel |
Transparantie leidt niet vanzelfsprekend tot vertrouwen in de rechtspraak |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | Transparency, information, factors influencing confidence in the judiciary |
Auteurs | Petra Jonkers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Transparency of institutions like the judiciary is often assumed to increase confidence. However, a recent survey concerning opinions about the judiciary showed that in many cases one trusts the judiciary without having any special interest in the judiciary itself. It revealed that confidence in the judiciary depends on various factors like anomy, social trust, general institutional trust, personal experience and feelings about a fair chance in a hypothetical case for court. And transparency will not easily change these factors. Furthermore, providing information can both strengthen and weaken confidence due to the personal backgrounds of those receiving the information. Finally, this paper discusses whether strategic and positive information that is needed to increase confidence allows for drawing one’s own conclusions as transparency promises. |
Artikel |
Laten we geen boete opleggen...Het arrest Schenker: de mogelijkheden voor een beroep op dwaling en afzien van boeteoplegging in het Europese mededingingsrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2013 |
Trefwoorden | Mededinging, Verordening 2003/1/EG, Boete-immuniteit, Vertrouwensbeginsel |
Auteurs | Mr. E.S. Lachnit LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 18 juni 2013 wees het Hof van Justitie arrest in de zaak Schenker. Deze zaak draaide om de mogelijkheid voor nationale mededingingsautoriteiten af te zien van boeteoplegging voor een schending van de Europese mededingingsregels. Enerzijds omdat de betrokken ondernemingen zich beriepen op dwaling, anderzijds omdat er medewerking was verleend in het kader van een nationale clementieprocedure. De uitspraak van het Hof van heeft gevolgen voor de positie van ondernemingen en advocaten, en voor de beschikkingsautonomie van nationale mededingingsautoriteiten. |
Artikel |
Online ADR in Europa en België: a new frontier |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | Europe, consumer, ADR, ODR |
Auteurs | Stefaan Voet |
SamenvattingAuteursinformatie |
Alternative Dispute Resolution (ADR) and Online Dispute Resolution (ODR) are on the rise in Europe and different Member States. In May 2013, the European Parliament and Council adopted an ADR Directive (n 2013/11) and ODR Regulation (n 524/2013) that will bring major changes in the European and national ADR landscapes. Both instruments are analyzed in this article. On the other hand, attention is also paid to the Belgian ODR-platform Belmed, that was created in 2011 and facilitates Belgian consumers to make an online ADR application. Finally, a plea is made for the exchange of data between ODR-platforms and national regulators, as a means to detect mass cases. |
Artikel |
Sancties voor leidinggevenden in het Nederlandse mededingingsrecht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | sanctie, leidinggevende, natuurlijke persoon, Mededingingswet |
Auteurs | Mr. M.M. Slotboom |
SamenvattingAuteursinformatie |
Per 1 oktober 2007 heeft de Autoriteit Consument en Markt, toen nog de Nederlandse Mededingingsautoriteit geheten, de bevoegdheid verkregen om voor overtredingen van de Mededingingswet sancties op te leggen aan natuurlijke personen, die tot de overtredingen opdracht hebben gegeven of daaraan feitelijke leiding hebben gegeven (gezamenlijk ook ‘leidinggevenden’). Hierdoor werd – ongeveer tien jaar na de inwerkingtreding van de Mw – de kring van personen aan wie ACM sancties kan opleggen aanzienlijk uitgebreid. Dit artikel bespreekt de stand van zaken met betrekking tot sanctieoplegging aan leidinggevenden, ongeveer zes jaar na deze uitbreiding. |
Artikel |
Acquisitiefraude: over spookfacturen en de verkoop van knollen voor citroenen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | preventie, voorlichting, collectieve acties, groepsaansprakelijkheid, reflexwerking, nieuwe wetgeving |
Auteurs | Mr. H. van der Wilt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het beeld dat gedupeerde ondernemers inzake acquisitiefraude bij de rechter nul op het rekest zouden krijgen, is onjuist. Uit de rechtspraak volgt dat veel juridische munitie aanwezig is om met succes de strijd aan te gaan tegen acquisitiefraudeurs. Nieuw beleid en meer specifieke wetgeving zijn echter noodzakelijk en wenselijk. |
Artikel |
Collectieve acties in het algemeen en de WCAM in het bijzonderVerslag van de voorjaarsvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht 2012 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | WCAM, collectieve actie, art. 3:305a BW, nadeelcompensatie, motie Dijksma |
Auteurs | Mr. J.H. van Dam-Lely en Mr. A.N.L. de Hoogh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Verslag van de voorjaarsvergadering 2012 van de Nederlandse Vereniging van Procesrecht over ‘Collectieve acties in het algemeen en de WCAM in het bijzonder’. In drie inleidingen wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan (1) de toepassing van de WCAM vanuit het perspectief van de rol en de taak van de rechter, (2) knelpunten rond de oproeping en aankondiging als bedoeld in art. 1013 lid 5 en 1017 lid 3 Rv en de vraag of het verbod van art. 3:305a BW zou moeten worden afgeschaft (motie Dijksma), en (3) de afwikkeling van massaschade in het bestuursrecht, in het bijzonder door nadeelcompensatie. |
Artikel |
Openbaarmaking van koersgevoelige informatieProefschrift van mr. G.T.J. Hoff |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2013 |
Auteurs | Mr. M. van Straaten en Mr. I.J.F. Wijnberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van het proefschrift van mr. G.T.J. Hoff |
Artikel |
Privacywetgeving en het kopietje paspoort |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 12 2012 |
Trefwoorden | privacy, paspoort, BSN |
Auteurs | Mr. P.E. Lucassen en Mr. drs. J.W.A. Dousi |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage zullen wij toelichten waarom bij het maken en opslaan van een kopietje paspoort een paar alarmbellen moeten gaan rinkelen. Daarbij zal met name aandacht worden besteed aan de pasfoto en het BSN. |
Artikel |
Belgisch en Nederlands belastingrecht verbieden aftrek kartelboetes; EU-recht ook? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | aftrekbaarheid, kartelboetes, effectiviteitsbeginsel, belastingrecht, grondwet |
Auteurs | Mr. W.W. Geursen |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
Mediaberichtgeving over witteboordencriminaliteit‘There’s no such thing as bad publicity’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | witteboordencriminaliteit, strafrecht, media, publiciteit, framing |
Auteurs | Drs. J.J.H. Beckers en Dr. J.G. van Erp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk werden de hoofdverdachten in de ‘Klimop-zaak’ door de Rechtbank Haarlem in eerste aanleg veroordeeld tot uiteenlopende straffen. Strafrechtelijke vervolging van fraude zou er mede toe moeten dienen witteboordencriminaliteit ondubbelzinnig te veroordelen. Welke rol spelen de media bij deze pogingen om een grens te trekken in het grijze gebied tussen innovatief ondernemerschap en verwerpelijke roekeloosheid? |
Artikel |
Het Europees bankbeslag: een ruwe diamant |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Europees, Bankbeslag, Conservatoir, EAPO, Verordening |
Auteurs | Mr. J.M. Atema en Mr. E.C. Netten |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2011 heeft de Europese Commissie een conceptverordening inzake Europees conservatoir beslag op bankrekeningen gepubliceerd. Deze conceptverordening dient de grensoverschrijdende inning van vorderingen te vergemakkelijken. Hoewel de conceptverordening in een grote behoefte kan voorzien, kleven er nog wel bezwaren aan, met name bezien vanuit de positie van de verweerder en de derde-beslagene. |
Artikel |
Corporate Governance, de financiële crisis en het subsidiariteitsbeginsel |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | Corporate Governance, EU Groenboek, Green Paper Financial Institutions, Green Paper Corporate Governance, financiële instellingen |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de onderzoeken naar de oorzaken van de financiële crisis werd ook de rol van Corporate Governance onder de loep genomen. Dit is aanleiding geweest voor de publicatie door de Europese Commissie van twee Groenboeken over respectievelijk Corporate Governance bij financiële instellingen en beloningsbeleid en de Europese Corporate Governance-structuur. Hierbij worden impliciet veel voorstellen voor nieuwe Corporate Governance-regels gedaan. In deze bijdrage wordt een aantal van deze voorstellen getoetst aan het subsidiariteitsbeginsel en het proportionaliteitsbeginsel die in art. 5 leden 3 en 4 TEU zijn vastgelegd en in de literatuur zijn uitgewerkt. Hierbij wordt ook bekeken of regulering van Corporate Governance-onderwerpen op EU-niveau ingaat tegen nationale voorkeuren in de vennootschappelijke regelgeving en dit gerechtvaardigd wordt door de noodzaak tot ingrijpen door de EU. Geconcludeerd wordt dat bij ‘gewone’ vennootschappen terughoudendheid moet worden betracht bij het invoeren van inhoudelijke aanvullende Corporate Governance-regels. Bij financiële instellingen is regulering op EU-niveau gewenst omdat aannemelijk is dat een falende Corporate Governance bij deze instellingen heeft bijgedragen aan de financiële crisis en een bedreiging vormt voor het Europese financiële systeem. |
Artikel |
Naar een Nederlandse OmgevingsautoriteitEen pleidooi voor onafhankelijk milieutoezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | toezicht, milieutoezicht, milieuhandhaving, Europees milieurecht, eerlijke concurrentieverhoudingen |
Auteurs | Prof. mr. G.A. Biezeveld en Mr. M.C. Stoové |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel wordt onderzocht in hoeverre verband bestaat tussen de mate van effectiviteit van milieutoezicht en de mate van onafhankelijkheid van dit toezicht. Aanleiding zijn onder meer diverse milieu-incidenten (Thermphos, Probo Koala) en het niet op orde zijn van het milieutoezicht. Voor bestuurders is milieutoezicht een haast onmogelijke opgave. De organisatie van het milieutoezicht wordt getoetst aan de Nederlandse en Europese eisen aan toezicht. Geconcludeerd wordt dat gebrek aan onafhankelijkheid van milieutoezicht een belangrijke oorzaak van de bestaande problemen is. De auteurs doen aanbevelingen voor het oprichten van een Nederlandse Omgevingsautoriteit. |
Artikel |
Handhavingsautonomie bij de Decentrale Toepassing van het EU-Mededingingsrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2011 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, decentrale handhaving, nationale autonomie, sancties, Verordening (EG) nr. 1/2003 |
Auteurs | M.J. Frese LL.M |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recente ontwikkelingen in de rechtspraak van het Hof van Justitie en van de zijde van de Commissie wijzen erop dat de autonomie van de lidstaten bij de publieke handhaving van de artikelen 101 en 102 VWEU geen rustig goed is. Subsidiariteit en uniformiteit zoeken telkens een nieuwe balans en worden daarbij geholpen door fundamentele rechtsbeginselen. Deze bijdrage analyseert de ‘beschikkingsautonomie’ onder artikel 5 Verordening (EG) nr. 1/2003. De conclusie wordt getrokken dat nationale mededingingsautoriteiten niet rechtstreeks beschikkingsbevoegdheden ontlenen aan deze bepaling. Aangegeven wordt verder op welke wijze tekst, strekking en doelstelling van Verordening (EG) nr. 1/2003 de nationale beschikkingsautonomie bepalen. De consequenties hiervan worden vervolgens vanuit Nederlands perspectief bezien. |
Artikel |
Dwingend recht in het arbeidsovereenkomstenrecht:van confectie naar couture |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | dwingend recht, semidwingend recht, driekwartdwingend recht, vijfachtstedwingend recht, ongelijkheidscompensatie, differentiatie, concentratie |
Auteurs | Mr. dr. A.R. Houweling en Mw. mr. L.J.M. Langedijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Van het arbeidsrecht wordt vaak gedacht dat het de dwangbuis van de privaatrechtelijke rechtsgebieden is. Vergaande werknemersbescherming zou ertoe hebben geleid dat bij de totstandkoming, de invulling en de beëindiging van een arbeidsovereenkomst de partijautonomie een ondergeschikte rol speelt. Dit zou worden veroorzaakt door het sterk dwingendrechtelijke karakter van het arbeidsrecht. Bijgevolg zou het arbeidsrecht als ware het een confectiepak geen ruimte bieden voor maatwerk, waardoor onvoldoende aansluiting bij de hedendaagse dynamiek op de arbeidsmarkt en economie zou bestaan. Dwingend recht lijkt al jaren uit de mode te zijn. In deze bijdrage wordt onderzocht in hoeverre dit verwijt terecht is. De auteurs analyseren (de ratio’s van) de verschillende gradaties van dwingendheid en onderzoeken in hoeverre er een systeem in de keuze (van de wetgever) voor gradaties van dwingendheid is te signaleren. Vervolgens schetsten de auteurs een aantal toekomstscenario’s van het arbeidsrecht en de gewenste positionering van het dwingend recht daarbinnen. Zij concluderen dat gedifferentieerde dwingendheid binnen concentraties van arbeidsrechtelijke themata, waarbij een uitdrukkelijke(re) rol voor vijfachtste dwingendheid, een waarschijnlijke ontwikkeling zal zijn. |
Artikel |
BV opgericht en niet ingeschreven: bestuurders toch niet aansprakelijk |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, inschrijving, Handelsregisterwet, artikel 2:180 BW |
Auteurs | Mr. D.J.S. Meijeren |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de uitspraak van de Hoge Raad van 28 januari 2011 over de aansprakelijkheid van bestuurders voor rechtshandelingen waardoor de vennootschap wordt verbonden in het tijdvak voordat de opgave ter eerste inschrijving van deze vennootschap in het handelsregister is gedaan. |
Artikel |
‘Supplier codes of conduct’ en mensenrechten in een keten van contractenOver enige vermogensrechtelijke implicaties van gedragscodes met betrekking tot mensenrechten en milieu in contractuele relaties |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | gedragscode, mensenrechten, ketenaansprakelijkheid, zelfregulering, transnationaal privaatrecht |
Auteurs | Mr. M.-J. van der Heijden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tegen de achtergrond van ernstige mensenrechtenschendingen van toeleveranciers in ontwikkelingslanden en sterk groeiende economieën, zoals China en India, stellen steeds meer ondernemingen supplier codes of conduct agreements (gedragsregels voor hun leveranciers in overeenkomsten) op als zelfregulerende mechanismen die mensenrechtenschendingen zouden moeten tegengaan in een internationale context waarin ondernemingen niet door de internationale gemeenschap of gastlanden aansprakelijk gehouden worden. De achtergrond van het opstellen van de codes en daarmee de relevantie van het onderwerp worden kort in de inleiding besproken. Vervolgens wordt aangegeven wat de inhoud van deze gedragscodes is en hoe de verschillende codes zich tot elkaar verhouden in een context van een proliferatie van gedragscodes. Ondanks de diversiteit van codes is een proces van standaardisering zichtbaar, zodat enige algemene opmerkingen mogelijk zijn. Daarna wordt de vraag behandeld wat de juridische impact van de codes kan zijn, enerzijds door hun effect op de relatie tussen de contractspartijen en op de positie van werknemers in ontwikkelingslanden aan de hand van verschillende situatieschetsen te toetsen, en anderzijds door de status van de codes onder Nederlands recht te beoordelen. Afsluitend volgt een aantal slotopmerkingen over mogelijke (toekomstige) implicaties en hoe supplier codes of conduct agreements passen in ontwikkelingen van transnationaal privaatrecht, constitutionalisering van privaatrecht, zelfregulering, en aansprakelijkheid in een web van relaties. |