De vele begrotingswijzigingen ten behoeve van de bestrijding van de coronapandemie en de compensatie van de nadelen ervan hebben geleid tot een nog grotere wetgevingsproductie. De vraag is of de voor begrotingsbeslissingen grondwettelijk voorgeschreven wetsvorm nog wel past bij de huidige betekenis en invulling van het parlementaire budgetrecht. Bij de huidige begrotingsbehandeling handelt de Kamer ritueel en stelt zich niet op als medewetgever, vooral door aan de regering over te laten hoe de voorstellen, neergelegd in moties en amendementen, financieel moeten worden gedekt. Overigens maakt de Kamer gedurende het begrotingsjaar geen enkel gebruik van haar initiatiefrecht. Zolang van medewetgeven geen sprake (meer) is, kan het wetsvereiste voor begrotingsbeslissingen vervallen. |
Objets trouvés |
Begrotingswetgeving: vragen bij het wetsvereiste |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Begrotingswet, Budgetrecht, Tweede Kamer, Corona, wetgevingsproductie |
Auteurs | Mr. dr. P.J.P.M. Van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Objets trouvés |
De rechtsstaat in discussie |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Primaat wetgever, trias, dikastocratie, verticaal machtsevenwicht, COVID-19 |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens de Raad van State zou de rechtsstaat in Nederland niet wezenlijk in gevaar zijn, zou de balans tussen de instituties die invulling moeten geven aan de rechtsstaat (wetgever, bestuur en rechter) tot nu toe verzekerd zijn en zou er voldoende draagvlak onder de bevolking bestaan. Daarom zou er ook geen reden zijn voor een ‘alarmerende toon’. Deze stellingen worden nauwelijks onderbouwd, staan maatschappelijk ter discussie en miskennen dat Nederland geen eiland is, maar onderdeel uitmaakt van een meergelaagde internationale rechtsorde. Het beeld dat de Raad daarbij heeft van de scheiding der machten behoeft dringend bijstelling. |
Objets trouvés |
De wetgever als oorzaak van een dikastocratie? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Wetgever-plaatsvervanger, Trias politica, Rechter, Samenwerking |
Auteurs | Mr. dr. P.J.P.M. van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Is het juist dat in het opgelaaide dikastocratiedebat de verantwoordelijkheid primair bij de wetgever wordt gelegd? Ook al biedt de wetgever de rechter de nodige ruimte, is de rechterlijke beslissingsmacht vooral gevolg van de door de rechtsleer gedragen wijzen van interpretatie en toepassing van de wet. Dat de wetgever zou stilzitten en lastige beslissingen aan de rechter (als plaatsvervanger) zou overlaten, lijkt een onjuist beeld, evenals het beeld dat de wetgever een onwenselijke uitspraak van de rechter altijd nog kan corrigeren. Typerend voor de verhouding wetgever – rechter is (rechtsvormende) samenwerking. Obsolete kaders als de triasleer en de Wet AB brengen de werkelijkheid niet dichterbij. |