De werknemer in het concern heeft veelal niet alleen te maken met degene met wie hij de arbeidsovereenkomst ondertekende, maar ziet zich tevens geconfronteerd met allerhande ‘derden’ die direct of indirect hun invloed uitoefenen op de arbeidsovereenkomst. Denk aan de situatie dat de werkgever niet meer in staat is het loon te betalen omdat de moedervennootschap al haar leningen heeft opgeëist. Een ander concernonderdeel kan zelfs in het geheel niet als derde worden ervaren, bijvoorbeeld in de veelvoorkomende situatie dat de werknemer binnen een concern feitelijk permanent werkt binnen een andere vennootschap dan die waarmee hij de arbeidsovereenkomst sloot. De centrale vraag van de auteur is of het recht voldoende rekening houdt met de arbeidsovereenkomst binnen het concern. |
Casus |
Enkele gedachten over de arbeidsovereenkomst in het concern |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | arbeidsovereenkomst, concern, werknemer |
Auteurs | Prof. dr. R.M. Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Casus |
Een praktijkstudie naar de pre-pack en de beoogd curator als vernieuwend instrument in de Nederlandse insolventiepraktijk |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | pre-pack, beoogd curator, effectief instrument, insolventiepraktijk, praktijkstudie |
Auteurs | Mr. ir. drs. A.G. Beunk |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit onderzoek is door middel van negentien interviews met betrokkenen uit de brede insolventiepraktijk een model ontwikkeld ter beoordeling en toetsing van de effectiviteit van een pre-pack en een beoogd curator. Aan de orde komen daarbij de doelstelling, de afweging van de voor- en nadelen en de voorwaarden voor een pre-pack. |
Casus |
De reikwijdte van de zorgplicht binnen concernverhoudingen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | zorgplicht, moedermaatschappij, concernverhouding, economische werkelijkheid, concernleidingsplicht |
Auteurs | Mr. F. van Liere |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de aansprakelijkheid van de moedermaatschappij jegens crediteuren van haar dochter(s) vanwege schending van de zorgplicht om de crediteurenbelangen in acht te nemen. De term zorgplicht is in lagere rechtspraak en literatuur ontwikkeld, maar de Hoge Raad heeft deze term nog niet aanvaard, waardoor nog altijd onduidelijkheid bestaat over de exacte invulling van de zorgplicht. In dat kader worden drie vragen behandeld: naar de inhoud van de zorgplicht, naar de omstandigheden waaronder zij zich manifesteert en naar het moment van inwerkingtreding van de zorgplicht. Aan de hand van de kernarresten en de economische werkelijkheid worden deze vragen beantwoord en wordt geconcludeerd dat sprake is van een immer aanwezige zorgplicht om de belangen van de crediteuren in acht te nemen als uitwerking van de concernleidingsplicht van de moedermaatschappij binnen concernverhoudingen. |
Casus |
Onrechtmatige verkoop van bv-aandelen door schending onderzoeksplicht: bestuurlijke tekortkoming of aandeelhoudersgedraging? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, aandeelhoudersaansprakelijkheid, onderzoeksplicht, verkoop bv, onrechtmatige daad |
Auteurs | Mr. V. van Vegchel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De verkoper van een bv riskeert onder omstandigheden persoonlijke aansprakelijkheid jegens crediteuren van die bv indien hij de verkoop doorzet zonder onderzoek te doen naar de koper en deze koper achteraf malafide blijkt te zijn. Verscheidene rechtbanken zien in het schenden van deze onderzoeksplicht een grondslag voor bestuurdersaansprakelijkheid van een verkopend dga. In dit artikel wordt geconstateerd dat deze grondslag onjuist is. Een aandelenoverdracht behelst immers een aandeelhoudersgedraging. Bovendien had de dga ook via de weg van aandeelhoudersaansprakelijkheid kunnen worden aangesproken. Verder komt aan bod wat de kenmerken zijn van de onderzoeksplicht en wanneer dit aansprakelijkheidsrisico zich kan verwezenlijken. |
Casus |
Gerechtelijke toetsing bij herroeping van een ontbindingsbesluit van een rechtspersoonHoe de Hoge Raad zijn doel voorbijstreeft met onnodig complicerende voorwaarden |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | herroeping ontbindingsbesluit rechtspersoon, gerechtelijke toetsing, Rifgat |
Auteurs | I. Groenland |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Rifgat-beschikking van 19 december 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3677) heeft de Hoge Raad niet alleen bevestigd dat herroeping van een ontbindingsbesluit mogelijk is, maar ook de daarvoor geldende voorwaarden bepaald. De Hoge Raad geeft daarbij aan dat hij daarmee een leemte vult in de wetgeving en dat het eigenlijk aan de wetgever is om te voorzien in een afgewogen regeling. De door de Hoge Raad geformuleerde voorwaarden lijken echter niet aan te sluiten bij het beoogde doel. Daarnaast blijken deze bij toetsing aan het feitencomplex in de Rifgat-casus niet te leiden tot een redelijke uitkomst. Het verbinden van bijzondere voorwaarden aan herroeping van een ontbindingsbesluit is, gezien de ontwikkelingen in wetgeving, rechtspraak en literatuur, ook niet langer nodig. Een eenvoudige wettelijke regeling voor herroeping van besluiten is daarom, juist na deze Hoge Raad-beschikking, dringend gewenst. |
Casus |
De Hoge Raad en externe bestuurdersaansprakelijkheid: duidelijkheid over Villa Mundo?Over HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2628, JOR 2014/296 (Hezemans Air Inc. /J.J. van der Meer) en HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2627, JOR 2014/325 (RCI Financial Services BV/J.E. Kastrop) |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsrecht, bestuurder, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | C. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Villa Mundo-uitspraak van 23 november 2012 besliste de Hoge Raad dat iemand die bestuurder is van een rechtspersoon op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk kan zijn tegenover een buitenstaander wanneer geen sprake is van een ernstig verwijt. Deze uitspraak leek in contrast te staan met de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, dat bestuurdersaansprakelijkheid pas intreedt als sprake is van een ernstig verwijt. De Villa Mundo-uitspraak is (dan ook) kritisch ontvangen. De Hoge Raad is in twee uitspraken van 5 september 2014, Tulip Air en Van Rossem Groep en MCD Groep, nogmaals op deze kwestie ingegaan. Uit deze uitspraken blijkt dat de Hoge Raad de weg van een al te gemakkelijk beroep op de Villa Mundo-norm heeft afgesloten. Maar ook na deze uitspraken is nog niet volledig duidelijk wanneer een bestuurder van een rechtspersoon wordt beschermd door de rechtsregel dat hij pas aansprakelijk is als hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt, en wanneer iemand die – bijvoorbeeld als bestuurder – is betrokken bij een rechtspersoon tegenover een buitenstaander aansprakelijk kan zijn, ook zonder dat hem een ernstig verwijt treft. |
Casus |
Vennootschapsrechtelijke werking van aandeelhoudersovereenkomsten: führt jeder Konsequenz zum Teufel? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | doorwerking van aandeelhoudersovereenkomsten, art. 2:8 lid 2 BW |
Auteurs | W.J. Oostwouder en M. Wessel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er zijn verschillende uitspraken gepubliceerd waarin doorwerking van aandeelhoudersovereenkomsten is aangenomen onder de specifieke omstandigheden van het geval. In dit artikel wordt door prof. mr. W.J. Oostwouder en mr. M. Wessel bezien in hoeverre aandeelhoudersovereenkomsten vennootschapsrechtelijke werking hebben. De auteurs zullen zich tevens richten op de principiële vraag in hoeverre de doorwerkingsjurisprudentie leidt tot de conclusie dat de aandeelhoudersovereenkomst bij besluitvorming van een vennootschapsorgaan prevaleert boven het bepaalde in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de statuten. De auteurs signaleren verschillende aandachtspunten bij de beantwoording van deze vraag en dat er wel degelijk een goedaardige, maar niet-onbelangrijke ‘duivel’ om de hoek komt kijken, die dikwijls over het hoofd wordt gezien. |