De recente ontwikkelingen in de Nederlandse jurisprudentie en de herziening van de Corporate Governance Code zouden kunnen dienen als een belangrijke katalysator voor meer ‘duurzame’ overnamebesluiten door het benadrukken van het belang van langetermijnwaardecreatie. De auteurs interviewden belangrijke actoren in overnameconflicten om hun visie te geven op de kansen en bedreigingen van langetermijnwaardecreatie. De reflecties zijn in lijn met de ontwikkelingen en aldus doorgedrongen in het maatschappelijke speelveld. Concrete invulling geven aan langetermijnwaardecreatie is complex vanwege de uiteenlopende visies op het vennootschappelijke belang: de shareholders, stakeholders en de entiteit. Dit schept echter ook de ruimte om autonoom invulling te geven aan langetermijnwaardecreatie. |
Wetenschap |
Verschuivend paradigma in corporate governance bij vijandige overnamesReflecties van rechters, bestuurders en commissarissen, een lid van de Monitoring Commissie en een institutionele belegger tegen de achtergrond van ontwikkelingen op de kapitaalmarkt en in de jurisprudentie |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | langetermijnwaardecreatie, corporate governance, shareholder- en stakeholdermodel, vijandige overnames, vennootschappelijk belang |
Auteurs | Mr. dr. J. Nijland, Dr. T.L.M. Verdoes, Dr. M.P. Lycklama à Nijeholt e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wetenschap |
Een blik op de toekomst van de accountancysector |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | accountant, wettelijke controle, Commissie Toekomst Accountancysector, Autoriteit Financiële Markten |
Auteurs | Mr. dr. J.E. Brink-van der Meer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De accountancysector zit midden in een verandertraject dat moet leiden tot een duurzame gedrags- en cultuurverandering. Uit verschillende onderzoeken zou echter blijken dat de sector onvoldoende voortgang boekt. Dit baart de Minister van Financiën zorgen en daarom heeft hij de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) ingesteld. In deze bijdrage staat de auteur stil bij een drietal onderwerpen, die relevant zijn voor het onderzoek van de CTA naar de toekomst van de accountancysector. Dit betreft de taak en het plan van aanpak van de CTA, het rapport ‘Kwetsbaarheden in de structuur van de accountancysector’ van de AFM en de reacties bij de consultatie. Tot slot worden de voorlopige bevindingen van de CTA besproken. |
Wetenschap |
Toezicht en handhaving bij het verplicht bod in Nederland |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | openbaar overnamebod, verplicht bod, overwegende zeggenschap, Overnamerichtlijn, biedplicht |
Auteurs | J. Schipper en Mr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door de Richtlijn 2004/25/EG van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod is er een EU-regeling voor het verplicht bod geïntroduceerd. In Nederland is een (rechts)persoon die overwegende zeggenschap verkrijgt in een beursgenoteerde vennootschap vanaf 28 oktober 2007 verplicht om een openbaar bod uit te brengen op alle overige uitstaande aandelen en certificaten die met medewerking van de vennootschap zijn uitgegeven. In dit artikel onderzoeken de auteurs of er argumenten zijn om het toezicht op en de handhaving van de verplicht-bodregeling in Nederland te herzien. Afgesloten wordt met enkele conclusies. |
Wetenschap |
Het consultatievoorstel modernisering personenvennootschappenEen overzicht met kanttekeningen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | personenvennootschapsrecht, maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap, rechtspersoonlijkheid |
Auteurs | Mr. dr. A.J.S.M. Tervoort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Al meerdere decennia is de wetgever met vele temporaire onderbrekingen bezig het personenvennootschapsrecht, dat in essentie nog uit 1838 stamt, te moderniseren. Een aantal legislatieve aanzetten daartoe is in de loop der jaren om uiteenlopende redenen gesneefd. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft dit onderwerp nu weer opgepakt. Op 21 februari 2019 heeft het een ambtelijk voorontwerp voor een nieuwe wettelijke regeling van het personenvennootschapsrecht met een daarbij behorend voorontwerp-memorie van toelichting in consultatie gebracht. De consultatie is inmiddels gesloten. De hoofdlijnen van dit consultatievoorstel zullen in dit artikel worden beschreven, voorzien van een enkele kanttekening. |
Wetenschap |
Is het bevorderen van langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders nastrevenswaardig en een hoeksteen van het corporate-governancemodel van beursvennootschappen? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | corporate governance, aandeelhoudersrichtlijn, langetermijnbetrokkenheid, aandeelhouders, beursvennootschap |
Auteurs | Mr. dr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel bespreekt de auteur de bepalingen van de herziene aandeelhoudersrichtlijn en het wetsvoorstel bevorderen langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders, die zien op het bevorderen van langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders van beursvennootschappen. De auteur beantwoordt twee vragen: ten eerste de vraag of het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders van beursvennootschappen nastrevenswaardig is, en ten tweede of het bevorderen van langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders inderdaad een hoeksteen van het corporate-governancemodel van beursgenoteerde vennootschappen is. |
Wetenschap |
Van WCAM naar WAMCA: class actions in Nederland? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | WAMCA, massaschade, collectief verhaal, collectieve actie, schadevergoedingsrecht |
Auteurs | Mr. dr. A. van der Krans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 19 maart 2019 is de wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) door de Eerste Kamer aangenomen. Inwerkingtreding wordt verwacht voor 1 oktober 2019. Na de inwerkingtreding van de WAMCA zal het collectief vorderen van schadevergoeding mogelijk zijn. De WAMCA is een belangrijke ontwikkeling op het gebied van het collectief schadevergoedingsrecht in Europa, maar is vatbaar voor verbetering, vooral op het terrein van finaliteit, governance-eisen, financiering en hoger beroep. |
Wetenschap |
Smallsteps: de uitspraak, de Nederlandse rechtspraak en voorgestelde regelgeving |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | behoud van werknemersrechten, overgang van onderneming, pre-packaged deal, Smallsteps-uitspraak, Wet overgang van onderneming in faillissement |
Auteurs | Mr. C. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn uitspraak van 22 juni 2017 in de Smallsteps-zaak besliste het Hof van Justitie van de Europese Unie dat de Europese richtlijn betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen ook van toepassing is wanneer de overgang van de onderneming plaatsvindt door middel van een zogenoemde pre-packaged deal. De latere Nederlandse rechtspraak beperkt de reikwijdte van de Smallsteps-uitspraak zo veel mogelijk. Op 29 mei 2019 is het voorontwerp Wet overgang van onderneming in faillissement gepubliceerd. Dit voorontwerp is mede een reactie op de Smallsteps-uitspraak, maar lijkt strijdig te zijn met de richtlijn. |
Wetenschap |
Twee heren (in één transactie) dienen, mag dat nu wel of (soms) toch niet? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | tegenstrijdig belang, belangenverstrengeling, Bruil, corporate governance, Wet bestuur en toezicht rechtspersonen |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder en Mr. T. Spronk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wet bevat geen duidelijke definitie voor het begrip ‘tegenstrijdig belang’. Ook de wetsgeschiedenis biedt onvoldoende aanknopingspunten voor een eenduidige interpretatie van dit begrip en zijn toepassing. De minister verwijst wel naar het in 2007 gewezen Bruil-arrest. Hieruit blijkt dat ook in het sinds 2013 geldende recht moet worden uitgegaan van de in dit arrest aangenomen verschuiving van de abstracte leer naar de materiële leer. Dit neemt niet weg dat er twijfels ontstaan over de ex-antetoepassing van de ex post geformuleerde Bruil-norm, de specifieke invulling van het materiële begrip en de verhouding tussen de tegenstrijdig-belangregeling en de Linders/Hofstee-regels. Deze onduidelijkheid wordt versterkt door de verschillende interpretaties van dit begrip in de governancecodes en recente uitspraken van de Ondernemingskamer en de Governancecommissie Gezondheidszorg. Een verheldering van dit begrip door de wetgever in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen zou derhalve gewenst zijn. |
Casus |
Meervoudig stemrecht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | stemrecht, meervoudig stemrecht, beursvennootschappen |
Auteurs | Mr. J.S. Kalisvaart |
SamenvattingAuteursinformatie |
De laatste jaren zijn er diverse beursvennootschappen bij gekomen die Nederland als vestigingsplaats hebben gekozen en een structuur met meervoudig stemrecht hebben geïntroduceerd. Vaak zijn deze vennootschappen van origine buitenlands. Bij een aantal van deze vennootschappen is de mogelijkheid geïntroduceerd extra stemrecht toe te kennen aan ‘loyale’ aandeelhouders. De andere in de praktijk gebruikte vorm is de high/low voting stock-structuur, waarbij door introductie van aandelen met een verschillende nominale waarde verschil in stemrecht verbonden aan die aandelen wordt gecreëerd. In dit artikel bespreekt de auteur de kenmerken van de genoemde structuren en gaat hij in op de juridische ‘haken en ogen’. |
Casus |
|
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | beloning, beloningsbeleid, bonuscap, Wbfo, Wet beheerst beloningsbeleid financiële ondernemingen |
Auteurs | Mr. E.S. Sijmons |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ruim vier jaar geleden trad de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (Wbfo) in werking, waarmee een breed pakket aan beloningsregels is geïntroduceerd voor alle financiële ondernemingen. In 2018 is de Wbfo geëvalueerd met voorgenomen wijzigingen tot gevolg. Daarnaast is vanuit politieke hoek een aantal voorstellen tot aanscherpingen gedaan als reactie op maatschappelijke ontwikkelingen. Dit artikel biedt een overzicht van deze ontwikkelingen. De uitkomsten van de evaluatie bieden geen concrete aanknopingspunten voor de recente voorstellen over vaste beloning en ook schort het vaak aan deugdelijke onderbouwing van de noodzaak van de voorgestelde regels. De nieuwe regels met betrekking tot de niet-cao-uitzondering op de bonuscap en met betrekking tot proportionaliteit brengen daarentegen duidelijkheid voor marktpartijen en zijn daarom vanuit juridisch perspectief toe te juichen. |
Casus |
Wettelijke streefcijfers over man-vrouwdiversiteit vanuit het perspectief van de selectie- en benoemingscommissies van grote vennootschappen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | wettelijke streefcijfers, de selectie- en benoemingscommissie, man vrouwdiversiteit, Genderstereotypering, Similar attraction paradigm |
Auteurs | Mr. B. Klinger, Mr. dr. H.M. Vletter-van Dort en Mr. dr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoeken de auteurs de streefcijfers over man-/vrouw diversiteit specifiek vanuit het perspectief van de selectie- en benoemingscommissie. Zij gaan daarbij onder meer in op de uitkomsten van onderzoek naar de samenstelling van de RvB, de RvC en de selectie- en benoemingscommissies van beursgenoteerde Nederlandse ondernemingen. Ook wordt ingegaan op enkele sociologische factoren. De auteurs sluiten af met enkele conclusies. |
Casus |
Het goedkeuringsrecht voor deelnemingen in art. 2:107a (en 2:164/274) BW: Mylan/Meda revisited |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | art. 2:107a BW, deelneming (in een vennootschap), goedkeuringsrecht, geconsolideerde jaarrekening, verandering van identiteit of karakter vennootschap |
Auteurs | Mr. C. de Groot en Dr. T.L.M. Verdoes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Art. 2:107a BW geeft de algemene vergadering van een naamloze vennootschap een goedkeuringsrecht met betrekking tot bestuursbesluiten die leiden tot een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van de vennootschap. Een van de gevallen waarin dit goedkeuringsrecht een rol speelt, betreft een besluit tot het nemen of afstoten van een deelneming in een andere vennootschap ter waarde van ten minste een derde van de activa volgens de balans of de geconsolideerde balans. Dit geval lijkt duidelijk, maar is gecompliceerd. Dit komt omdat de waardering van een deelneming op de balans en die op de geconsolideerde balans beduidend van elkaar kunnen verschillen. |
Wetenschap |
Vennootschappelijke medezeggenschap onder drukSluit de structuurregeling nog aan op de economische werkelijkheid? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | structuurregeling, medezeggenschap, raad van commissarissen, werknemers |
Auteurs | Mr. H. van Roosmalen en Mr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het adagium van medezeggenschap, dat ‘zij de zeggenschap volgt’, ligt ten grondslag aan de in 1971 ingevoerde structuurregeling. Het doel dat destijds met deze regeling werd nagestreefd, betrof het verschaffen van een stem aan werknemers op het hoogste niveau binnen de onderneming. De structuurregeling moest dus voorzien in de groeiende behoefte aan vennootschappelijke medezeggenschap. In dit artikel analyseren de auteurs de Nederlandse structuurregeling voor naamloze en besloten vennootschapen. Ook is er enige aandacht voor rechtsvergelijking met het Duitse recht. De kernvraag die de auteurs beantwoorden, is in hoeverre het vennootschappelijke medezeggenschapsrecht op basis van de structuurregeling in Nederland nog het beoogde effect heeft. |
Wetenschap |
|
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, bewijspositie, gezag van gewijsde |
Auteurs | Mr. H.J. Vetter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recente rechtspraak roept de vraag op welke verweermogelijkheden een op grond van art. 2:11 BW aansprakelijk gestelde bestuurder heeft als de rechtspersoon-bestuurder onherroepelijk is veroordeeld. En hoe is de positie van een op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk gestelde bestuurder die zich wil verweren tegen de omvang van de schade van een crediteur van de rechtspersoon, als de rechtspersoon zelf is veroordeeld bij in kracht van gewijsde gegaan vonnis? In deze bijdrage wordt met een beroep op het leerstuk van het gezag van gewijsde bepleit dat de bestuurder meer ruimte voor verweer heeft dan wel wordt aangenomen. |