Ouders stellen de camping aansprakelijk voor gehoorschade van hun zoon. Op 12 juni 2003 zou de zoon in het zwembad van de camping besmet zijn geraakt met de PA-bacterie. Daarna is geconstateerd dat een filter van het zwembad defect was. De ouders stellen dat de camping haar zorgplicht heeft geschonden, alsmede dat de camping risicoaansprakelijk is op grond van artikel 6:175, 6:174 of 6:173 BW. Met betrekking tot het causaal verband wordt een beroep gedaan op de omkeringsregel. Het gerechtshof oordeelt dat geen sprake is van risicoaansprakelijkheid ex artikel 6:175 BW. Het beroep op de omkeringsregel wordt verworpen. |
Jurisprudentie |
Verwerping beroep omkeringsregelHof Arnhem-Leeuwarden 31 maart 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:2353 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | zorgplicht, risicoaansprakelijkheid, causaal verband, omkeringsregel |
Auteurs | Mr. M. Jongkind |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
De opzetclausule in de AVP-polisRb. Oost-Brabant 13 juli 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:4480 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | opzetclausule, AVP-polis, voorwaardelijk opzet, buitenproportionele schadelijke gevolgen, artikel 6:248 lid 2 BW |
Auteurs | Prof. Mr. J.H. Wansink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Centraal in deze uitspraak staat de uitleg van de opzetclausule zoals deze naar aanleiding van het Aegon/Van der Linden-arrest van de Hoge Raad van 6 november 1998 in 2000 in de AVP-polis is gereviseerd. Een revisie waartoe verzekeraars besloten omdat de door de Hoge Raad voorgestane uitleg in hun visie de reikwijdte van de uitsluiting te vergaand beperkte en daardoor te veel ruimte liet voor dekking van crimineel gedrag. Een steeds weer terugkerend geschilpunt tussen partijen ziet op de vraag of de clausule dekking biedt voor met uitsluitend voorwaardelijk opzet veroorzaakte schade; dit veelal in het licht van het gegeven dat opzettelijke gedragingen kunnen leiden tot qua ernst en omvang in relatie tot de schadeveroorzakende gedraging buitenproportionele schadelijke gevolgen. Het door verzekeraars beoogde correctief daarvoor biedt de redelijkheid en billijkheid overeenkomstig artikel 6:248 lid 2 BW. |
Jurisprudentie |
Privaatrechtelijke handhaving door de Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Privaatrechtelijke handhaving, Sociale partners, Uitzendsector, Schadevergoeding, Boetebeding |
Auteurs | Mr. dr. M. Kullmann |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Obesitas en handicap: een zwaar probleem voor het Hof van Justitie van de EU? |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Obesitas, Hof van Justitie van de EU, Gelijke behandeling, Ziekte, Gebrek |
Auteurs | Prof. P. Foubert en E. Veronesi |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Het natuurazijnkartel: beboeting van ‘feitelijk leidinggevenden’ en ‘vereenvoudigde afdoening’ACM-besluiten inzake Carl Kühne KG en Burg B.V. d.d. 25 juni 2015 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | natuurazijn, feitelijk leidinggeven, vereenvoudigde afdoening, schikking, zwijgrecht |
Auteurs | Christof Swaak en Jip Mennema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat in op de ACM-besluiten inzake Burg en Kühne van 25 juli 2015. Met de besluiten deelde ACM boetes uit aan twee producenten van industrieel natuurazijn en vijf van hun medewerkers wegens deelname aan een kartel. In deze bespreking besteden de auteurs aandacht aan (1) de boetes opgelegd aan ‘feitelijk leidinggevenden’ en het impliciete ACM-beleid daaromtrent, (2) de boeteverhoging van 20 procent opgelegd aan een feitelijk leidinggevende, omdat deze zich volgens ACM ten onrechte beriep op zijn zwijgrecht en (3) het nieuwe begrip ‘vereenvoudigde afdoening’, dat in feite neerkomt op een schikking met ACM. |
Jurisprudentie |
Perikelen rondom artikel 4:25 lid 4 BWRb. Zeeland-West-Brabant 9 juli 2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:5502 en Hof ’s-Hertogenbosch 4 december 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:5130 |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | wettelijke verdeling, wilsrecht, stiefkind, uitlegging, vruchtgebruik |
Auteurs | Prof. mr. W. Breemhaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden de complicaties besproken waartoe een beschikking van de kantonrechter in de Rechtbank Zeeland-West-Brabant omtrent de toepassing van artikel 4:25 lid 4 BW aanleiding geeft. |
Jurisprudentie |
De objectivering van de bevoordelingsbedoeling in het erfrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | schenking/gift, bevoordelingsbedoeling, legitimaire massa, lijfrente, waardering |
Auteurs | Mr. F.W. Brans en Mr. Ph.A.J. Raaijmaakers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van twee uitspraken uit eigen praktijk wordt onderzocht welke omstandigheden een rol kunnen spelen bij de beoordeling of sprake is van een gift, hoe en waarop deze wordt gewaardeerd, of de legitimaire massa daarmee wordt vermeerderd en op welk wettelijk breukdeel daarvan de legitimaris aanspraak kan maken. Conclusie is dat wordt gekeken naar omstandigheden van vóór of tijdens het moment van de gestelde gift (‘objectief’). Omstandigheden van latere datum blijven in beginsel buiten beschouwing, ook als achteraf daaruit een wil of intentie tot bevoordelen kan worden herleid (‘subjectief’). |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 6 2015 |
Auteurs | Mr. E.M.A. van Amersfoort |
De scheepvaart en recreatie zijn belangen die onder de doelstellingen van de Waterwet vallen. |
Jurisprudentie |
ABRvS 15 juli 2015, nr. 201409666/1/A1 (Ede/omgevingsvergunning) (ECLI:NL:RVS:2015:2220) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 4 2015 |
Auteurs | Valérie van ’t Lam |
Samenvatting |
Woning van appellant is aangevraagd als deel uitmakend van de inrichting zodat deze woning terecht als onderdeel van de inrichting is aangemerkt. Mitsdien hoefde de luchtkwaliteit bij deze woning niet te worden onderzocht. |
Jurisprudentie |
ABRvS 8 juli 2015, nr. 201410027/1/A2 (Planschade Heumen) (ECLI:NL:RVS:2015:2109) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 4 2015 |
Auteurs | Berthy van den Broek |
Samenvatting |
Volgorde voorzienbaarheid en normaal maatschappelijk risico bij bepalen omvang van de schade. |
Jurisprudentie |
ABRvS 9 september 2015, nr. 201410585/1/R6 (Utrecht/bestemmingsplan ’KPN Campus Fockema Andreaelaan, Rubenslaan e.o.’) (ECLI:NL:RVS:2015:2837) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 4 2015 |
Auteurs | Daniëlle Roelands-Fransen |
Samenvatting |
Verwijzing in regels naar parkeernormen. Aanwijzing Afdeling. |
Natura 2000-gebied. Aanhaakregeling Wabo. Passende beoordeling en MER. Onvoldoende onderzoek. |
Relativiteitsbeginsel. Gemeentelijk monument. Erfgoedverordening. Welstandsnota. Wabo. Bestuurlijke lus. Nader advies. Geen herstel gebrek. |
Megabioscoop. Ladder duurzame verstedelijking. Relativiteitsbeginsel. Concurrent. Bevestiging jurisprudentie. |
De belangen van appellanten bij het behoud van een goede kwaliteit van hun leefomgeving zijn in dit geval verweven met de algemene belangen die de Flora- en faunawet beoogt te beschermen. |
Drempel normaal maatschappelijk risico van 5% toegelicht |
Geen sprake van nuttige toepassing maar van afvalverwijdering nu eiseres het oogmerk had om zich van de afvalstoffen te ontdoen. |
Bevoegd gezag is niet doorlopend gehouden reeds verleende vergunningen te bezien aan niet gewijzigde BBT-documenten. |
Eigenaar woning terecht als overtreder aangemerkt. In dit geval geen machtiging vereist voor het binnentreden van de woning. |