De auteur neemt in deze bijdrage het Europese arrest Laval uit 2007 onder de loep. Het arrest Laval had een wezenlijke impact op Nederland als zogenoemd hogelonenland. Inmiddels zijn veertien jaar verstreken en zijn de Handhavingsrichtlijn en de herziene Detacheringsrichtlijn aangenomen en geïmplementeerd. Wat betekenen deze richtlijnen voor de impact van Laval? Hebben de nieuwe richtlijnen het arrest Laval naar de geschiedenisboeken verwezen of doolt de geest nog steeds rond? Het zal blijken dat Laval anno 2021 de gemoederen nog steeds bezighoudt. |
Annotatie |
De impact van Laval anno 2021HvJ EG 18 december 2007, C-341/05, ECLI:EU:C:2007:809 (Laval un Partneri), ArA 2008/2, m.nt. E.J.A. Franssen en C. van Lent |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | Detachering, Uitzending, Laval, Herziene Detacheringsrichtlijn, Handhavingsrichtlijn |
Auteurs | Femke Laagland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Annotatie |
Wijziging van collectieve arbeidsvoorwaarden na overgang van ondernemingHR 10 januari 2003, ECLI:NL:HR:2003:AE9386 (Rode Kruis Ziekenhuis/Te Riet), ArA 2003/1, m.nt. R.M. Beltzer |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | Overgang van onderneming, Rode Kruis Ziekenhuis/Te Riet, Collectieve arbeidsvoorwaarden, Wijziging, Doorwerking |
Auteurs | Matthijs van Schadewijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van het mijlpaalarrest Rode Kruis Ziekenhuis/Te Riet uit 2003 onderzoekt de auteur welke invloed de verschillende wijzigingsmogelijkheden uit de Richtlijn Overgang van onderneming uitoefenen op de wijziging van collectieve arbeidsvoorwaarden na een overgang in het Nederlandse recht. Waar de Richtlijn namelijk voorziet in verschillende wijzigingsmogelijkheden al naar gelang het individuele of collectieve arbeidsvoorwaarden betreft, heeft Rode Kruis Ziekenhuis/Te Riet dit onderscheid in het Nederlandse recht doen vervagen. |
Annotatie |
Overpeinzingen omtrent de vakbond als ondernemersorganisatie en de regulering van de positie van de zzp’erHvJ EU 4 december 2014, C-413/13 (FNV Kiem), ECLI:EU:C:2014:2411, ArA 2015/2, m.nt. A.P.C.M. Jaspers |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | Zzp’er, Tariefafspraken, Besloten netwerken, Mededinging, Verzekeringsplicht |
Auteurs | Leonard Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vakbonden fungeren bij het behartigen van belangen van zzp’ers als ondernemersorganisaties. De enorme aanwas van zzp’ers compliceert daarmee ons systeem van arbeidsvoorwaardenvorming. De zzp’ers vallen in het krachtenveld van de sociale partners vaak tussen wal en schip. Het zou daarom juist zijn als de belangenbehartigers van zzp’ers losstaan van de sociale partners. Via de toetreding van zzp’ers tot besloten netwerken kunnen zzp’ers mededingingsrechtelijke beperkingen aan tariefafspraken ontgaan. Op soortgelijke wijze kunnen zzp’ers premielasten ontlopen die het SER-akkoord van juni 2021 voor zzp’ers op tafel legt. In beide gevallen speelt de vraag hoe men op heldere wijze de zzp’er kan afbakenen ten opzichte van andere ondernemers. |
Annotatie |
De permanente tijdelijkheid. Over arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en EU-rechtHvJ EG 4 juli 2006, C-212/04, ECLI:EU:C:2006:443 (Adeneler), ArA 2007/1, m.nt. W. Vandeputte |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | Tijdelijke arbeidsovereenkomst, Ketenregeling, Flexibele arbeid, Objectieve redenen, Richtlijn 1999/70/EG |
Auteurs | Ruben Houweling |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de Richtlijn 1999/70/EG en de raamovereenkomst tijdelijke arbeidsovereenkomst centraal. In het bijzonder wordt stilgestaan bij de vraag of de zogenoemde ‘objectieve redenen’-toets van het Hof van Justitie van de EU, waarin het ‘doel van de raamovereenkomst’ een prominente rol speelt, effect sorteert voor andere antimisbruikgronden, zoals maximering van aantal en duur van tijdelijke contracten. De auteur bepleit dat onder omstandigheden het repeterend flex voor flex contracteren in strijd is met (het nuttig effect van) de Richtlijn en bijgevolg niet is toegestaan. |
Annotatie |
Rechtszekerheid en de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst: twee stappen vooruit en een kleine stap terugHR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746 (X/Gemeente Amsterdam) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | Kwalificatie, Arbeidsovereenkomst, Gemeente Amsterdam, Rechtszekerheid, Rechtszekerheidsbeginsel |
Auteurs | Femke Laagland en Samiha Said |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na 23 jaar Groen/Schoevers biedt de Hoge Raad in X/Gemeente Amsterdam nader inzicht in de beantwoording van de kwalificatievraag en de rol die de partijbedoeling daarin speelt. In de literatuur is X/Gemeente Amsterdam onthaald als hét nieuwe standaardarrest rondom de kwalificatievraag. In deze annotatie wordt het arrest besproken in het licht van het rechtszekerheidsbeginsel, aan de hand van drie aspecten: het publiekrechtelijke karakter van de casus en de invloed daarvan op de uitkomst, de tweefasentoets en de holistische weging. De auteurs onderzoeken of de Hoge Raad met X/Gemeente Amsterdam meer rechtszekerheid heeft gebracht rondom het kwalificatievraagstuk en de systematiek waarbinnen de kwalificatievraag moet worden beantwoord, en zo niet, of hier een rechtvaardiging voor is. |
Annotatie |
Naleving van cao-bepalingenHR 19 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:413 (FNV/Vennootschap X) en HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:537 (Inforcontracting/SNCU) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | Naleving, Cao, Vakbond, Handhaving, CNV/Pennwalt |
Auteurs | Cara van den Bor |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt naar aanleiding van twee recente zaken bij de Hoge Raad (HR 19 maart 2021 (FNV/Vennootschap X) en HR 9 april 2021 (Inforcontracting/SNCU)) nader ingegaan op de vraag in hoeverre vakbonden en paritaire handhavingsorganen die bij cao zijn aangewezen, naleving van cao-bepalingen in de individuele arbeidsovereenkomsten kunnen vorderen. |
Annotatie |
Goed nieuws: Hof van Justitie beschermt stakingsrecht voor de happy fewHvJ EU (Gerecht) 29 januari 2020, T-402/18 (Aquino e.a./Europees Parlement) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, Recht op collectieve actie, Beperkingen bij wet voorgeschreven, Europese Unie, Ambtenarenrecht |
Auteurs | Prof. dr. Filip Dorssemont |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 29 januari 2020 vernietigde het Gerecht (Hof van Justitie) een bevel van het Europees Parlement als werkgever waarbij een aantal tolken en conferentietolken werd opgeëist. Het bevel kwam tot stand om het hoofd te bieden aan een staking. Het is de eerste maal dat het Hof van Justitie uitdrukkelijk erkent dat EU-ambtenaren een recht te staken hebben. Het arrest illustreert dat beperkingen van in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde grondrechten bij wet moeten zijn voorzien. Dit veronderstelt dat een duidelijke en voldoende nauwkeurige juridische grondslag moet bestaan. Deze bijdrage werpt licht op het weinig gekende stelsel van collectieve arbeidsverhoudingen binnen de Europese instellingen. |
Annotatie |
Bindende minimumtarieven voor echte zelfstandigen: een analyse van Nederlands en Europees rechtHvJ EU 4 juli 2019, C-377/17, ECLI:EU:C:2019 (Commissie/Duitsland) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Minimumtarief, Zelfstandigen, Verkeersvrijheden, Mededingingsrecht, Avv-cao’s |
Auteurs | Prof. mr. Femke Laagland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het zzp-dossier houdt de politieke gemoederen in Nederland al geruime tijd bezig. Een van de maatregelen waarover wordt nagedacht is een minimumtarief voor zelfstandigen. Een conceptwetsvoorstel minimumtarief zelfstandigen kon op draagvlak rekenen in politiek, wetenschap en praktijk, maar sneuvelde op de uitvoerbaarheid. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft zijn hoop nu gevestigd op de sociale partners. Ook andere landen trachten bindende minimumtarieven voor zelfstandigen te realiseren. In 2019 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uitgelaten over de Duitse HOAI, waarin vaste honoraria voor architecten en ingenieurs zijn vastgelegd. De Duitse wet bleek in strijd met de vrijheid van vestiging. In deze annotatie wordt het arrest geanalyseerd en wordt nagegaan hoe de Nederlandse initiatieven zich verhouden tot het Europese recht. De annotatie sluit af met aanbevelingen voor een Nederlandse coherente aanpak die de Europese toets kan doorstaan. |
Annotatie |
Gedeeltelijke beëindiging en het toetsingsmoment in ontslagzakenHR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283 (werkneemster/Schoonmaakbedrijf Victoria B.V.) en ECLI:NL:HR:2020:284 (werknemer/werkgever) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Gedeeltelijke ontbinding, Ex tunc, Ex nunc, Vermindering arbeidsduur, Wijziging arbeidsvoorwaarden |
Auteurs | Mr. dr. D.M.A. Bij de Vaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 21 februari 2020 wees de Hoge Raad een tweetal beschikkingen waarin de vraag naar de mogelijkheid van gedeeltelijke ontbinding en het toetsingsmoment van ontbindingsbeschikkingen in hoger beroep centraal stond. Op beide punten was nadere richting gewenst. De Kolom-beschikking kon vermoeden dat een belangrijke stap gezet was richting de mogelijkheid van een gedeeltelijke ontbinding. Niets blijkt minder waar, getuige het oordeel in de Victoria-beschikking, of toch…? Ook de vraag naar het toetsingsmoment van ontslagzaken in hoger beroep heeft de gemoederen beziggehouden. De Hoge Raad komt niet tot een uniform antwoord. Gaat het om een afgewezen ontbindingsbeschikking, dan is de toetsing in hoger beroep ex nunc; gaat het om een toegewezen ontbindingsbeschikking, dan is de toetsing ex tunc. Deze bijdrage onderwerpt de twee beschikkingen aan een nadere analyse. |
Annotatie |
Ontslag en wijziging van arbeidsvoorwaarden na overgang: ‘no hay mayor dificultad que la poca voluntad’ |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Overgang van onderneming, Ontslagbescherming, Eto-redenen, Wijziging arbeidsvoorwaarden, Harmonisatie van arbeidsvoorwaarden |
Auteurs | Mr. dr. R.M. Beltzer en Mr. B.C.L. Kanen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs betogen in deze annotatie dat het Europese Hof van Justitie zijn rechtspraak ten aanzien van ontslagbescherming bij overgang van onderneming voortzet, en dat duidelijker wordt dat deze bescherming verre van absoluut is. De uitspraak vormt voor de auteurs reden voor een bespiegeling over de (gewenste) balans tussen ontslagbescherming en ontslagrechtvaardiging. Zij gaan daarbij tevens in op de mogelijkheid arbeidsvoorwaarden te wijzigen en oordelen dat de wijzigingsbevoegdheid die de Europese richtlijn aan lidstaten biedt niet te beperkt moet worden opgevat. |
Annotatie |
Wettelijke maximering van de vertrekvergoeding onder de Wbfo: géén verplichting voor de rechter tot ambtshalve toepassingHR 1 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:818 |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Wbfo, Vertrekvergoeding, ambtshalve toepassing, openbare orde |
Auteurs | Mr. drs. A.M. Helstone |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 juni 2018 (ECLI:NL:HR:2018:818) heeft de Hoge Raad zich voor het eerst uitgelaten over de procesrechtelijke status van het wettelijk maximum voor de vertrekvergoeding van bestuurders ex artikel 1:125 lid 2 Wft. Volgens de Hoge Raad is deze bepaling geen regel van openbare orde die ex artikel 25 Rv ambtshalve door de rechter zou moeten worden toegepast. In deze annotatie worden de relevante gezichtspunten voor de verplichting tot ambtshalve toepassing ex artikel 25 Rv geanalyseerd. Tevens wordt stilgestaan bij de oorsprong en de doelstellingen van de beloningsnormen van de Wft en de Europese regels. Hiermee wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de bredere gedachtevorming over de duiding van wettelijke beloningsnormen als onderdeel van publiekrechtelijke regulering in het civiel procesrecht en de hiervoor geldende rechterlijke toetsing. |
Annotatie |
Overgang van onderneming in de publieke sector en de positie van de ‘geschorste’ werknemerHvJ EU 20 juli 2017, ECLI:EU:C:2017:574, AR 2017-0929 (Piscarreta Ricardo/Emarp; Portugal) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Overgang van onderneming, Economische activiteit, Publieke dienst, Identiteit, Geschorste werknemer |
Auteurs | Mr. L.C.J. Sprengers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het HvJ EU heeft op 20 juli 2017, ECLI:EU:C:2017:574, inzake Piscarreta Ricardo geoordeeld over de vraag of de Richtlijn 2001/23 inzake overgang van onderneming ook van toepassing is op een (eenzijdig) overheidsbesluit om een onderneming waar een gemeente enig aandeelhouder van is te ontbinden en de activiteiten over te hevelen deels naar de gemeente en deels naar een andere onderneming. Ingegaan wordt op de betekenis van deze uitspraak voor de Nederlandse praktijk tegen de achtergrond van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA), die met ingang van 1 januari 2020 van kracht gaat. Een andere vraag die door het HvJ EU is behandeld, is of een persoon die wegens de schorsing van zijn arbeidsovereenkomst niet in actieve dienst is, valt onder het begrip ‘werknemer’ in de zin van artikel 2 lid 1 onderdeel d van de richtlijn. Op de betekenis van dit arrest voor de Nederlandse rechtspraak hierover wordt eveneens ingegaan. |
Annotatie |
Het autonome ontslagbegrip in Richtlijn 98/59: inclusief de wijziging?HvJ EU 21 september 2017, C-149/16, ECLI:EU:C:2017:708 (Socha e.a.) en C-429/16, ECLI:EU:C:2017:711 (Ciupa e.a.) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Richtlijn 98/59, Collectief ontslag, Europees ontslagbegrip, Socha e.a., Ciupa e.a. |
Auteurs | Dr. N. Gundt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Richtlijn 98/59 omtrent collectief ontslag ziet blijkens de in deze annotatie besproken arresten niet alleen op een ‘ontslag’ in strikte zin, maar onder omstandigheden ook op een wijziging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever. De auteur analyseert of en in hoeverre de arresten toepasbaar zijn op het stelsel van (collectief) ontslag en wijziging in het Nederlandse alsmede het Duitse, Franse en Belgische recht. |
Jurisprudentie |
Hof van Justitie van de EU: leeftijdsdiscriminatie van 25-jarigen mag … of toch niet? |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Leeftijdsdiscriminatie, Jeugdbeleid, Abercrombie & Fitch, Oproepcontract, Jeugdwerkgelegenheid |
Auteurs | Dr. mr. B.P. ter Haar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 19 juli 2017 deed het Hof van Justitie van de Europese Unie uitspraak in de zaak Abercrombie & Fitch. Een opmerkelijke uitspraak, want het Hof acht het gerechtvaardigd dat een oproepcontract automatisch eindigt louter en alleen omdat de werknemer de leeftijd van 25 jaar heeft bereikt. In voorgaande arresten waar jongeren anders werden behandeld vanwege hun leeftijd leek het Hof heel strikt te zijn en die niet te accepteren. Is de uitspraak in de zaak Abercrombie & Fitch het begin van een andere houding of toch niet? In deze bijdrage onderzoekt de auteur dit door de uitspraak te plaatsen in de bredere context van leeftijd als discriminatiegrond en het Europese jeugdbeleid. Tegen die achtergrond is tot op zekere hoogte begrijpelijk waarom het Hof de Italiaanse maatregel gerechtvaardigd acht. Echter, met A-G Bobek, komt de auteur tot de conclusie dat voor de essentie van de maatregel leeftijd helemaal niet nodig is als onderscheidend criterium en dat het Hof in deze uitspraak eigenlijk een scheve schaats rijdt. |
Jurisprudentie |
Blue Taxi-arrest: de beperkte zekerheid van de vaststellingsovereenkomst bij vorderingen van derdenHR 6 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:19 (Blue Taxi/SFT) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Vaststellingsovereenkomst, Blue Taxi/SFT, Derden, dwingend recht, openbare orde/goede zeden |
Auteurs | Mr. dr. A.F. Bungener en Mr. dr. A. Van Zanten-Baris |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken auteurs het arrest Blue Taxi/SFT. Dit arrest biedt verduidelijking met betrekking tot hoe het recht omtrent vaststellingsovereenkomsten dient te worden toegepast. Auteurs gaan in op de wijze waarop en de mate waarin de belangen van derden daarbij dienen te worden gerespecteerd. Auteurs geven antwoord op de vraag wanneer met een vaststellingsovereenkomst dwingend recht opzij kan worden gezet en wanneer dit binnen de contouren van de Hoge Raad niet is toegestaan. Juist dit laatste wordt in de praktijk nog wel eens over het hoofd gezien. |
Jurisprudentie |
Het Condor-arrest: uniek geval of inleiding op beperking van de reikwijdte van de cao-norm bij de uitleg van ondernemings-cao’s |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | cao-norm, uitleg cao-bepaling, ondernemings-cao |
Auteurs | mr. dr. A. Stege |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de uitleg van cao-bepalingen leek de Hoge Raad in 1993, met de introductie van de cao-norm, afstand te hebben genomen van de Haviltex-norm. De ‘grammaticale uitleg’ van cao-bepalingen raakte in zwang. Dit was niet de bedoeling. De Hoge Raad greep diverse keren in om de cao-norm te verduidelijken. In 2002, met het DSM/Fox-arrest, leek de cao-norm uitgekristalliseerd. Met het Condor-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat bij de uitleg van een cao-bepaling de toepassing van de cao-norm niet in alle gevallen gerechtvaardigd is. In deze bijdrage wordt de ontwikkeling van de cao-norm toegelicht. De nieuwe grenzen zullen nog vastgesteld moeten worden. Mijn verwachting is dat het Condor-arrest als basis zal dienen voor een ontwikkeling waarbij cao-bepalingen uit bedrijfstak-cao’s en ondernemings-cao’s niet altijd volgens dezelfde methode zullen worden uitgelegd. |
Jurisprudentie |
De onbelemmerde richtlijnconforme uitleg van artikel 9a WaadiHR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:689, JAR 2017/136, m.nt. F.G. Laagland (zzp’er/Focus on Human B.V.) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Waadi, Belemmeringsverbod, Uitzendrichtlijn, Overeenkomst van opdracht, Inlener |
Auteurs | Prof. A.R. Houweling |
SamenvattingAuteursinformatie |
In artikel 9a Waadi is een verbod op het stellen van belemmeringsbedingen bij ‘terbeschikkingstelling van arbeidskrachten’ opgenomen. Aanleiding voor dit verbod was de equivalent in de Uitzendrichtlijn die Nederland moest implementeren. De parlementaire geschiedenis van artikel 9a Waadi geeft geen houvast voor de uitleg van het precieze bereik van het artikel. Er wordt enkel verwezen naar de Uitzendrichtlijn die deels via de Waadi in de Nederlandse wetgeving is geïmplementeerd. Bijgevolg is voor het bereik van artikel 9a Waadi het bereik van artikel 6 lid 2 Uitzendrichtlijn van belang. Het Hof van Justitie van de EU heeft tot op heden geen uitspraak gedaan over het precieze bereik van artikel 6 lid 2 Uitzendrichtlijn. Dit maakt het oordeel van de Hoge Raad van 14 april 2017 (ECLI:NL:HR:2017:689, JAR 2017/136, m.nt. F.G. Laagland (zzp’er/Focus on Human B.V.)) en diens weigering prejudiciële vragen te stellen extra interessant. De auteur staat in dit commentaar stil bij twee vragen: |
Jurisprudentie |
De uitzendwereld na C4C: bespiegelingen over heden en toekomstHR 4 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2356 |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Uitzendovereenkomst, Payrolling, leiding en toezicht, Werkingssferen, rol overheid |
Auteurs | Prof. mr. Leonard G. Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt de in het C4C-arrest gelaten ruimte voor divergentie in de toepassing van artikel 7:690 BW en artikel 7:691 BW in nieuwe driehoeksrelaties als payrolling en de gelijkenis tussen de gezagsverhouding en het vereiste van ‘leiding en toezicht’. Daarna komen het verschil tussen het oordeel over het begrip ‘uitzendovereenkomst’ in de wet en de van uitzending afwijkende regeling van payrolling in de Ontslagregeling en de werkingssfeer van de ABU CAO 2012-2017 en StiPP aan bod. De bijdrage sluit af met enige bespiegelingen over de uitzendwereld en de rol van de overheid. De wetgever is thans aan zet. |
Jurisprudentie |
Tegen de wetHvJ EU 19 april 2016, C-441/14, ECLI:EU:C:2016:278, JAR 2016/132 (Ajos/Rasmussen) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Contra legem, Algemene beginselen |
Auteurs | Mr. Peter Vas Nunes |
SamenvattingAuteursinformatie |
In april van dit jaar wees het Hof van Justitie van de Europese Unie arrest in de zaak Rasmussen. Hoewel het arrest is gewezen door de Grote Kamer, brengt het weinig dat echt nieuw is. Het arrest biedt wel een goede gelegenheid om in te gaan op een aantal leerstukken die van belang zijn voor beoefenaars van het arbeidsrecht, zoals die met betrekking tot de richtlijnconforme uitleg van nationaal recht en het buiten toepassing laten van dat recht op grond van algemene beginselen van Unierecht. |
Jurisprudentie |
Overgang van wettelijke verplichtingen – het Hof van Justitie van de EU treedt wederom buiten contractuele grenzenHvJ EU 28 januari 2015, C-688/13, ECLI:EU:C:2015:46, JAR 2015/279 (Gimnasio Deportivo San Andrés SL/Tesorería General de la Seguridad Social) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | overgang van onderneming, sociale zekerheid, rechten en verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, rechten van derden |
Auteurs | Prof. mr. Ronald Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Richtlijn 2001/23 inzake de overgang van ondernemingen ziet blijkens het in deze bijdrage besproken arrest evenzeer op de overgang van aan de arbeidsovereenkomst gerelateerde, wettelijke socialezekerheidsrechten. Slechts buitenwettelijke rechten inzake sociale zekerheid mogen door de lidstaten worden uitgezonderd van overgang (artikel 3 lid 4 onder a). De reikwijdte van deze uitzondering is beperkt. Het staat lidstaten vrij een ruimere bescherming te bieden. De auteur stelt de vraag of de uitspraak gevolgen heeft voor andere arbeidsgerelateerde rechten en analyseert de in dit arrest impliciet aanvaarde derdenwerking. |