Op 29 juni 2021 heeft de Hoge Raad zich (opnieuw) uitgelaten over de vraag wanneer sprake is van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’, als bedoeld in artikel 6:106 aanhef en onder b BW. In het bijzonder heeft de Hoge Raad zich nader uitgelaten over de invulling van het vereiste dat het bestaan van geestelijk letsel naar objectieve maatstaven moet zijn vastgesteld. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/15HR 30 november 2021, 20/02372, ECLI:NL:HR:2021:1750 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2022 |
Jurisprudentie |
Geestelijk letsel naar objectieve maatstaven; een in de psychiatrie erkend ziektebeeld is niet vereistHR (strafkamer) 29 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:1024 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | smartengeld, vordering benadeelde partij, artikel 6:106 BW, psychisch letsel |
Auteurs | Mr. L.A.J. Kock |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Samenvatting |
|
Jurisprudentie |
Gerechtshof Amsterdam 20 oktober 2015 (ontucht plegen met patiënt en/of cliënt), m.nt. mr. drs. L. Postma |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | strafrecht |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Samenvatting |
|
Jurisprudentie |
Aansprakelijkheid voor schade door gasboringenRb. Noord-Nederland 1 maart 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:715 (Eisers/NAM en Staat) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | gasboringen, Groningen, EVRM, staatsaansprakelijkheid, NAM |
Auteurs | Mr. dr. J.M. Emaus en Mr. E.C. Gijselaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 maart 2017 besliste de Rechtbank Noord-Nederland dat de NAM aansprakelijk is voor door inwoners van het Groningenveld geleden en nog te lijden immateriële schade en vermogensschade in de zin van gemist ongestoord woongenot waarvoor uitgaven zijn gedaan die vanwege de aardbevingen doel hebben gemist. De Rechtbank Noord-Nederland besliste voorts dat de Staat onzorgvuldig en aldus onrechtmatig heeft gehandeld jegens de 127 eisers in deze gevoegde zaak. Een schadevergoedingsverplichting heeft dat laatste oordeel echter niet opgeleverd. In deze bijdrage staat dit vonnis centraal en wordt zowel de beslissing in de verhouding eisers/NAM als die in de verhouding eisers/Staat bezien in het licht van rechtspraak van de Hoge Raad en het EHRM. |
Jurisprudentie |
De zaak Robert M. in cassatie. De ouders van de slachtoffers als benadeelde partij in het strafproces: hun verplaatste schade en proceskostenHR 16 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2668, in cassatie op Hof Amsterdam 26 april 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8885 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | Robert M., benadeelde partij, art. 592a Sv, verplaatste schade, slachtoffers |
Auteurs | Mr. A.H. Sas |
Auteursinformatie |