De Raad voor de Kinderbescherming verzoekt de beëindiging van het ouderlijk gezag van een ongeboren baby omdat de ouders een verstandelijke beperking hebben. Volgens de Raad mist de moeder vanwege haar verstandelijke beperking de sensitiviteit die nodig is voor de opvoeding. De moeder heeft een beroep gedaan op artikel 23 VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (IVRPH). Daarin staat dat een kind niet gescheiden mag worden van zijn ouders enkel op basis van een handicap van de ouders en dat alle passende hulp geboden dient te worden om de opvoeding, eventueel met ondersteuning, mogelijk te maken. Rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2019:3375) wijst het verzoek af. De rechtbank kijkt naar de meerwaarde van de toepassing van dit verdrag ten opzichte van reeds bestaande bepalingen in internationale verdragen. |
Jurisprudentie |
Afwijzing verzoek tot beëindiging gezag van een ongeboren baby: Een verstandelijke beperking van ouders is op zich geen bepalende factor voor falend ouderschapRechtbank Amsterdam 26 april 2019 (ECLI:NL:RBAMS:2019:3375) |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | uithuisplaatsing, verstandelijke beperking, VN-verdrag Handicap, gezagsbeëindiging |
Auteurs | Mr. E.B. van de Loo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Annotatie |
Het concern en het ontslagrecht: de Hoge Raad eist maatwerkHR 18 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:64 (Shell) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Werkgeverschap, Concern, Expat, Ontslag, Herplaatsing |
Auteurs | Mr. M.A.N. van Schadewijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 18 januari 2019 liet de Hoge Raad zich uit over de verhouding tussen het Nederlandse grondenstelsel en concernbrede herplaatsingsvereiste enerzijds en het afvloeiingsbeleid van het internationale Shell-concern anderzijds. In deze bijdrage analyseert de auteur de betekenis van de beschikking voor de plaats van het (internationale) concern in het Nederlandse ontslagrecht. Hij concludeert dat de beschikking van de Hoge Raad goed past binnen het systeem van de Ontslagregeling, waarin de wetgever op casuïstische wijze recht probeert te doen aan het concernlidmaatschap van de werkgever. Met die gefragmenteerde benadering is ook het probleem gegeven: zij stoelt niet op een duidelijke visie op het concern en leidt tot rechtsonzekerheid. In dat licht schetst de auteur enige gezichtspunten ten aanzien van de reikwijdte van het concernbrede herplaatsingsvereiste. |
Jurisprudentie |
Rb. Den Haag 10 oktober 2018 (onrechtmatig handelen Inspectie voor de Gezondheidszorg), m.nt. prof. mr. J. Legemaate |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | civiel recht |
Diversen: Notenkrakers |
De Delta Lloyd uitspraken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | Delta Lloyd uitspraken, integriteitseisen, motiveringseisen, heenzending |
Auteurs | Mr. Samantha Daniëls en prof. mr. Adriënne de Moor-van Vugt |
Auteursinformatie |
Aanwijzing; feitelijke non-actiefstelling; onrechtmatig |