Onduidelijk was hoe de lening die een zo hoog debiteurenrisico heeft dat geen rente vastgesteld kan worden, omdat een derde deze lening niet zou willen verstrekken, gekwalificeerd moest worden in de fiscale winst- of resultaatsfeer, als lening of als kapitaal. Kwalificatie als lening betekent dat een aftrekbaar afwaarderingsverlies mogelijk is, terwijl in de kapitaalsfeer deze mogelijkheid niet bestaat. De afschrijving op lening met een hoog debiteurenrisico die een aandeelhouder aan zijn bv verstrekt, was in geschil. Deze bijdrage noemt als eerste het verschil in behandeling tussen kapitaal en leningen. Daarna wordt ingegaan op de arresten die de Hoge Raad in de afgelopen maanden gewezen heeft. De uitvoerige uitleg en toelichting die de Hoge Raad gegeven heeft, passeren daarbij de revue. Een aantal minpunten van deze arresten wordt opgesomd. Ten slotte wordt vermeld hoe de niet-aftrekbare afwaarderingsverliezen op een andere plaats op een ander tijdstip mogelijk wel als aftrekbaar verlies kunnen worden genomen. |
Casus |
European M&A Study 2012: trends in overnamecontracten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2012 |
Auteurs | Mr. R. Tarlavski |
Auteursinformatie |
Casus |
De verlieslijdende onzakelijke debiteurenrisicolening: aftrekbaar?Waarom sommige leningen fiscaal geen aftrekbaar verlies opleveren |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | ODR-lening, OR-lening, onzakelijke lening, lening met onzakelijke voorwaarden, TBS-lening |
Auteurs | Mr. H. Halma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Casus |
Pitfalls in de overnamepraktijkEnige regelmatig voorkomende valkuilen in koopcontracten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2012 |
Auteurs | Mr. P.P.J. Jongen en mr. M.J.E. van den Bergh |
Auteursinformatie |
Casus |
Hoge Raad is duurOver het verwijzen naar normalisatienormen in wetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | normalisatie, openbaarheid, auteursrecht, handelsbelemmeringen |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft een knoop doorgehakt in de lang slepende kwestie m.b.t. het verwijzen in wetgeving naar normalisatienormen. Door verwijzing worden die normen zelf geen algemeen verbindende voorschriften en vervalt ook niet het auteursrecht. De vraag is echter of daarmee het probleem van de gebrekkige toegankelijkheid van NEN-normen waarnaar in wetgeving wordt verwezen is opgelost. Heeft de Hoge Raad bovendien wel voldoende aandacht geschonken aan de Europese dimensie van deze problematiek? |
Casus |
Toepassing van de wettelijke handelsrente; ook op garantieclaims na een bedrijfsovername? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2012 |
Auteurs | Mr. I.D.J. Willemars |
Auteursinformatie |
Casus |
Enkele AFM-boetebesluiten ter zake van overkreditering langs de lat van het bepaalbaarheidsgebod |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | AFM, bepaalbaarheidsgebod, bestuurlijke boete, boetebesluit, overkreditering |
Auteurs | Mr. C.F.J. van Tuyll |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat de vraag centraal of de AFM, als deze tot beboeting overgaat, de door haar voorgestane invulling van het financiële voorschrift vooraf voldoende kenbaar maakt aan de markt. Deze verplichting vloeit voort uit het bepaalbaarheidsgebod dat via de band van art. 7 EVRM van toepassing is op bestuurlijke boetes. De auteur onderzoekt aan de hand van diverse boetebesluiten die de AFM in 2010-2011 wegens overkreditering aan kredietverstrekkers als Rabobank, ING, DSB en ELQ Hypotheken N.V. heeft opgelegd of de AFM de door haar voorgestane invulling van bepaling ter zake van overkreditering vooraf voldoende helder kenbaar heeft gemaakt aan de markt. Na het wettelijk kader van het overkrediteringsvoorschrift te hebben geschetst, gaat de auteur in op de algemene gedachte achter de open norm. Voorts worden de diverse boetebesluiten van de AFM die aan de geselecteerde kredietverstrekkers zijn opgelegd, besproken en beoordeeld. Bij de beoordeling of de AFM zich wel voldoende rekenschap heeft gegeven van het bepaalbaarheidsgebod staat centraal of de boeteoplegging voor ondertoezichtstaanden in voldoende mate te voorzien was, in het licht van eerder door de AFM gegeven interpretaties ten aanzien van het voorschrift. |
Casus |
De verpanding van absoluut toekomstige vorderingenHR 3 februari 2012, LJN BT6947 (Dix q.q./ING) |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | stil pandrecht, verzamelpandakte, Selbsteintritt, rangregeling, Registratiewet |
Auteurs | Mr. F. van Buchem en Mr. B. de Man |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft op 3 februari 2012 in het arrest Dix q.q./ING geoordeeld dat banken, voor zover zij beschikken over een geldige volmacht, vorderingen van kredietnemers op derden via een verzamelpandakte rechtsgeldig aan zichzelf kunnen verpanden. Bevestigd is aldus dat via de verzamelpandakteconstructie ook absoluut toekomstige vorderingen binnen het systeem van art. 3:239 BW stil kunnen worden verpand. In deze bijdrage onderzoeken de auteurs de wenselijkheid van een wetswijziging, inhoudende dat ook absoluut toekomstige vorderingen stil kunnen worden verpand. |
Casus |
De verpanding van lidmaatschappen van een coöperatie praktisch belicht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | coöperatie, lidmaatschap, financiering, pandrecht, stemrecht |
Auteurs | Mr. N. Ouwerkerk en Mr. drs. A.G. de Neve |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als gevolg van het gebruik van coöperaties in concernverband wordt in toenemende mate door financiers verlangd dat ten behoeve van de financiers een pandrecht wordt gevestigd op de door de leden gehouden lidmaatschappen. In deze bijdrage wordt uiteengezet dat de tot op heden in de literatuur opgeworpen beperkingen niet aan een effectieve verpanding in de weg hoeven te staan. Bij gebrek aan wettelijk kader is maatwerk bij het opstellen van de statuten van de coöperatie en de akte van verpanding vereist. De auteurs beogen in deze bijdrage praktische handvatten te geven voor het redigeren van de statuten en de akte van verpanding. |
Casus |
‘To hedge or not to hedge’; de toekomst van de derivatenmarkt |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | derivaten, derivatentransacties, clearing, EMIR |
Auteurs | Mr. C.H. Schot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt de effecten van de toekomstige derivatenwetgeving voor ondernemingen. Allereerst wordt uiteengezet wat de huidige situatie is ten aanzien van de juridische vormgeving van derivatentransacties (de nulsituatie). Vervolgens wordt gekeken wat de nieuwe wetsvoorstellen inhouden. Tot slot wordt er ingegaan op de effecten van deze wetgevingsdrang op de eindgebruikers, de (mogelijke) nieuwe eindsituatie en eventuele knelpunten voor ondernemingen en andere eindgebruikers. De bijdrage beperkt zich tot over the counter-derivaten, derivaten die niet via de beurs worden verhandeld. |
Casus |
Artikel 6:234 BW of de moeizame relatie van de Nederlandse wetgever met Europese regelgeving |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | algemene voorwaarden, terhandstelling, dienstenrichtlijn, E-commercerichtlijn |
Auteurs | Mr.drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 6:234 BW is sinds de invoering in 1992 tweemaal gewijzigd ter implementatie van Europese richtlijnen en is herschreven in het kader van wetsvoorstel 31 358. De schrijver analyseert de wetswijzigingen en de gevolgen die deze wijzigingen voor de praktijk hebben. Daarnaast geeft de schrijver best practice rules voor de omgang met de informatieverplichting van artikel 6:233 onder b BW. |