Wanneer twee partijen samenwerken middels een besloten vennootschap bestaat een inherent risico op het ontstaan van deadlocks. Door daarop te anticiperen middels de vennootschappelijke inrichting van de BV en door het vastleggen van afspraken tussen bestuursleden en/of aandeelhouders kan dat risico worden verminderd en kan in veel gevallen het hoofd worden geboden aan dergelijke impasses. Tevens biedt de wet zelf een aantal bruikbare oplossingen, met name ten aanzien van het beëindigen van de samenwerking van partijen. In het artikel wordt e.e.a. met behulp van eenvoudige voorbeelden toegelicht. |
Casus |
Samenwerken in een BV: deadlocks op de loer |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | deadlock, impasse, bv, aandeelhoudersovereenkomst, samenwerking |
Auteurs | Mr. M.J.E. van den Bergh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Casus |
Pitfalls in ICT-contracten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2013 |
Auteurs | Mr. dr. T.J. de Graaf |
Auteursinformatie |
Casus |
Het IMI ADR-gebruikersonderzoek 2013 |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | IMI, gebruikersonderzoek, mediator, arbiter |
Auteurs | Marijke Lengyel-Verresen |
SamenvattingAuteursinformatie |
The IMI held a International Corporate Users Survey in January to March of 2013, evaluating the needs, views and preferences of in-house counsel when using the services of arbitrators and mediators. The survey concerned (1) criteria used to select mediators and arbitrators (2), as well as the role of a mediator and external attorneys in mediation. The survey was intended to fill the gaps in two previous surveys performed in the USA and the UK in 2011. |
Casus |
Internetverkoop onder het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2013 |
Auteurs | Mr. M.A. de Jong |
Auteursinformatie |
Casus |
Ontspoorde experimenten |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | Stapel-affaire, experimenten, slordige wetenschap, rechtenopleiding |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De commotie rond de fraude van sociaalpsycholoog Diederik Stapel heeft een smet geworpen op de (sociale) psychologie en meer in het algemeen op de betrouwbaarheid van de wetenschap. Zijn data bleken vaak verzonnen en van de experimenten die wel werden uitgevoerd, werden de uitkomsten ‘opgepompt’. Wat valt er voor wetgevingsjuristen en wetgevingsonderzoekers van deze fraudezaak te leren: zijn rechtswetenschappers in het algemeen minder ‘slodderig’ dan psychologen en hoe bewaken we de kwaliteit van wetgeving of juridische publicaties waarbij gebruik wordt gemaakt van inzichten uit andere disciplines? In deze bijdrage wordt betoogd dat de methodologische basiskennis van juristen de komende jaren op een hoger peil dient te worden gebracht om ervoor te zorgen dat zowel rechtswetenschappers als praktijkjuristen niet te snel ontsporen wanneer zij bijvoorbeeld deskundigenoordelen en empirische data gebruiken in hun werk. |
Casus |
De verlieslijdende onzakelijke debiteurenrisicolening: aftrekbaar?Waarom sommige leningen fiscaal geen aftrekbaar verlies opleveren |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | ODR-lening, OR-lening, onzakelijke lening, lening met onzakelijke voorwaarden, TBS-lening |
Auteurs | Mr. H. Halma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onduidelijk was hoe de lening die een zo hoog debiteurenrisico heeft dat geen rente vastgesteld kan worden, omdat een derde deze lening niet zou willen verstrekken, gekwalificeerd moest worden in de fiscale winst- of resultaatsfeer, als lening of als kapitaal. Kwalificatie als lening betekent dat een aftrekbaar afwaarderingsverlies mogelijk is, terwijl in de kapitaalsfeer deze mogelijkheid niet bestaat. De afschrijving op lening met een hoog debiteurenrisico die een aandeelhouder aan zijn bv verstrekt, was in geschil. Deze bijdrage noemt als eerste het verschil in behandeling tussen kapitaal en leningen. Daarna wordt ingegaan op de arresten die de Hoge Raad in de afgelopen maanden gewezen heeft. De uitvoerige uitleg en toelichting die de Hoge Raad gegeven heeft, passeren daarbij de revue. Een aantal minpunten van deze arresten wordt opgesomd. Ten slotte wordt vermeld hoe de niet-aftrekbare afwaarderingsverliezen op een andere plaats op een ander tijdstip mogelijk wel als aftrekbaar verlies kunnen worden genomen. |
Casus |
Verbintenissen en verplichtingen in het vennootschapsrecht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht, verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard, art. 2:192 BW, verplichtingen aandeelhouders |
Auteurs | Prof. mr. J.B. Huizink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het nieuwe art. 2:192 BW uit de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht staat onder meer dat de statuten met betrekking tot alle aandelen of aandelen van een bepaalde soort of aanduiding kunnen bepalen dat verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard, jegens de vennootschap of een derde of tussen aandeelhouders, aan het aandeelhouderschap zijn verbonden. De woorden ‘verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard’ behoeven een nadere toelichting en worden in deze bijdrage geanalyseerd. De conclusie is dat art. 2:192 BW zich niet uitstrekt tot verplichtingen van niet-vermogensrechtelijke aard. |
Casus |
De verpanding van absoluut toekomstige vorderingenHR 3 februari 2012, LJN BT6947 (Dix q.q./ING) |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | stil pandrecht, verzamelpandakte, Selbsteintritt, rangregeling, Registratiewet |
Auteurs | Mr. F. van Buchem en Mr. B. de Man |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft op 3 februari 2012 in het arrest Dix q.q./ING geoordeeld dat banken, voor zover zij beschikken over een geldige volmacht, vorderingen van kredietnemers op derden via een verzamelpandakte rechtsgeldig aan zichzelf kunnen verpanden. Bevestigd is aldus dat via de verzamelpandakteconstructie ook absoluut toekomstige vorderingen binnen het systeem van art. 3:239 BW stil kunnen worden verpand. In deze bijdrage onderzoeken de auteurs de wenselijkheid van een wetswijziging, inhoudende dat ook absoluut toekomstige vorderingen stil kunnen worden verpand. |
Casus |
‘To hedge or not to hedge’; de toekomst van de derivatenmarkt |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | derivaten, derivatentransacties, clearing, EMIR |
Auteurs | Mr. C.H. Schot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt de effecten van de toekomstige derivatenwetgeving voor ondernemingen. Allereerst wordt uiteengezet wat de huidige situatie is ten aanzien van de juridische vormgeving van derivatentransacties (de nulsituatie). Vervolgens wordt gekeken wat de nieuwe wetsvoorstellen inhouden. Tot slot wordt er ingegaan op de effecten van deze wetgevingsdrang op de eindgebruikers, de (mogelijke) nieuwe eindsituatie en eventuele knelpunten voor ondernemingen en andere eindgebruikers. De bijdrage beperkt zich tot over the counter-derivaten, derivaten die niet via de beurs worden verhandeld. |
Casus |
100 Ideeën |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | Aanwijzingen decentrale regelgeving, 100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever |
Auteurs | Prof. dr. W.J.M. Voermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recensie over de 100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever, opgesteld door Willem Konijnenbelt en uitgegeven door de VNG. Deze Ideeën zijn de opvolgers van de Aanwijzingen voor de decentrale regelgeving die in 1998 werden vastgesteld. De ideeën zijn praktisch en handzaam voor decentrale regelgevers, ze zijn van grote waarde voor de gemeentelijke regelgevingspraktijk. Beter nog dan hun voorgangers en prettiger neergeschreven dan de rijks-Aanwijzingen voor de regelgeving. |
Casus |
Schikken in zwaar weer |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | actio pauliana, Air Holland, vaststellingsovereenkomst, faillissement, Beklamel |
Auteurs | Mw. mr. dr. N.W.M. van den Heuvel en Mw. mr. E.A.M. Meeuse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage is geschreven naar aanleiding van een recent arrest van de Hoge Raad (Ingwersen q.q./Vliegers Air Holland) over de actio pauliana met betrekking tot vaststellingsovereenkomsten. Air Holland had voorafgaand aan haar faillissement met haar piloten een vaststellingsovereenkomst gesloten teneinde een einde te maken aan een geschil over achterstallige betalingen van salaris en andere beloningscomponenten. De curatoren die zijn belast met de afwikkeling van het faillissement van Air Holland hebben, naar het zich nu laat aanzien succesvol, gepoogd deze vaststellingsovereenkomst met een beroep op de actio pauliana aan te tasten. In deze bijdrage beschrijven de auteurs de wettelijke bepalingen uit de Faillissementswet en de jurisprudentie die in het kader van het onderwerp van de bijdrage – schikken in zwaar weer – van belang zijn. Vervolgens bespreken zij het Air Holland-arrest en gaan zij in op een mogelijk alternatief op de gekozen constructie in de Air Holland-cases om een derde partij de betaling aan de piloten te laten doen. Tot slot worden nog enkele woorden gewijd aan het risico op bestuurdersaansprakelijkheid in verband met betalingstoezeggingen voorafgaand aan een faillissement. |
Casus |
Franchise en mededingingsrecht: een bijzondere verhouding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | franchise, mededingingsrecht, concurrentiebeding, distributie, Groepsvrijstelling |
Auteurs | Mr. M.J. van Joolingen en mr. D.T.A. Noordeloos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In civiele procedures komt de verenigbaarheid van een franchiseovereenkomst met het mededingingsrecht regelmatig aan de orde. Uit de rechtspraak blijkt dat de mededingingsrechtelijke beoordeling soms te wensen overlaat of dat partijen argumenten laten liggen. In dit artikel komt eerst de mededingingsrechtelijke context van franchise aan de orde. Vervolgens worden de vanuit het mededingingsrechtelijk perspectief meest essentiële onderdelen van een franchiseovereenkomst toegelicht aan de hand van de Europese wetgeving en rechtspraak. Enerzijds wordt hierin de noodzaak tot bescherming van de franchisegever of het franchisenetwerk erkend. Anderzijds wordt gesteld dat de aard van franchise niet zo bijzonder is dat zij zich volledig kan ontrekken aan het mededingingsrecht. |
Casus |
Garanties of vrijwaringen; that’s the question |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | vrijwaring, overname, overnameovereenkomst, garantie |
Auteurs | Mr. M.J.E. van den Bergh en Mr. P.P.J. Jongen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vrijwaringen en garanties zijn wel “het hart van de overnameovereenkomst” genoemd. In dit tijdschrift wordt dan ook met enige regelmaat aandacht besteed aan garanties. Vrijwaringen zijn echter minder vaak het onderwerp van beschouwing. In het onderhavige artikel gaan auteurs dieper in op enkele aspecten van vrijwaringsbepalingen in overnamecontracten, waaronder de onderscheiding tussen vrijwaringen en garanties. |
Casus |
De nieuwe groepsvrijstelling verticale overeenkomsten: de contractspraktijk op de schop? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | mededinging, distributie, groepsvrijstelling, overeenkomst |
Auteurs | Mr. M.J. van Joolingen en Mr. D.T.A. Noordeloos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 juni jongstleden heeft de Europese Commissie de regelgeving voor verticale overeenkomsten, zoals distributie, franchise en agentuur gewijzigd. In dit artikel zal een toelichting worden gegeven op de voor de praktijk meest belangrijke veranderingen die de komst van de deze nieuwe groepsvrijstelling met zich meebrengt. De nieuwe groepsvrijstelling neemt de contractspraktijk niet op de schop. Er zijn wel een aantal voor de contractspraktijk belangrijke praktische veranderingen doorgevoerd. Ook bestaande overeenkomsten dienen in lijn te worden gebracht met deze nieuwe regelgeving. |
Casus |
Doorstartovereenkomst in faillissement |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 04 2005 |
Trefwoorden | curator, betaling, faillissement, overeenkomst, risico, onverschuldigde betaling, schuldenaar, verkoop, activa, arbeidsovereenkomst |
Auteurs | J.W. Frieling |
Casus |
Colloquium Konfliktmanagement III |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | Conflictmanagement, inhouse systems |
Auteurs | Luc Demeyere |
SamenvattingAuteursinformatie |
On 19-20 November 2009 the Bucerius Law School in Hamburg (Germany) in cooperation with the Viadrina European University Frankfurt (Oder) held its third bi-annual colloquium on conflictmanagement. The subtitle ‘From the components to a system’ announced that a number of in-house developed systems on conflictmanagement would be presented. Presentations were held by in-house counsel of E.ON, SAP, Bombardier and Deutsche Bahn. In 2007 a number of large German companies founded the ‘Round Table Mediation and Conflictmanagement of the German Industry’. The colloquium demonstrated that important thought-efforts in the design of more value-adding systems resulted in intelligent schemes. |