In deze bijdrage wordt voortgebouwd op het idee dat onafhankelijkheid een kernwaarde is van toezicht. De auteurs gaan in op de voornaamste redenen voor onafhankelijkheid en de oorzaken van de ‘onrust’. Tot slot schetsen zij de contouren van een structurele oplossing voor de spanning tussen de politiek en toezichthouders. |
Diversen |
Onrustige onafhankelijkheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | WRR-rapport, onafhankelijkheid, kernwaarde |
Auteurs | Margot Aelen en Gustaaf Biezeveld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Diversen |
Sterke positie van de waterschappen is voor de toekomst van het Nederlandse waterbeheer van eminent belang |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Schilthuispenning, Groothuijse, waterrecht, waterschap |
Auteurs | Mr. dr. F.A.G. Groothuijse |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de toespraak ter gelegenheid van de inontvangstneming van de Schilthuispenning gaat Frank Groothuijse in op de argumenten voor het behoud van de waterschappen als onafhankelijke bestuurslaag. |
Diversen |
Beoordeling effectiviteit ‘Nieuwe Stijl’Een praktijkperspectief op het beoordelen van de effectiviteit van een toezichthouder |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | toezichthouder, effectiviteit, toezicht, beoordeling |
Auteurs | Ir. B.P.A. van Mil, Ir. A.E. Dijkzeul en Ir. M. Noordink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een praktijkperspectief gegeven op de beoordeling van de effectiviteit van toezichthouders. Uit evaluaties van markttoezichthouders en rijksinspecties is naar voren gekomen dat het bepalen van de effectiviteit van een toezichthouder niet stopt bij het ‘tellen en turven’ van de input, throughput, output en outcome en het vervolgens leggen van causale verbanden daartussen. Immers, die verbanden zijn niet eenduidig en de evaluator die dat impliceert, doet onvoldoende recht aan de complexiteit van de werkelijkheid. Het gaat erom of een toezichthouder intelligente afwegingen maakt ten aanzien van een aantal lastige vraagstukken rond effectiviteit en deze kan expliciteren. In deze bijdrage wordt aangegeven wat die lastige vraagstukken zijn en wat vervolgens de vijf belangrijke invalshoeken zijn om te beoordelen of de desbetreffende toezichthouder daar doeltreffend en doelmatig mee omgaat. |
Diversen |
Synergie tussen toezicht en innovatieNaar een ander perspectief |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | toezicht, toezichtfalen, cybernetisch of lerend perspectief, innovatief vermogen, zorginnovatie |
Auteurs | Prof. dr. K. Putters en M. Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Om de gezondheidszorg in de toekomst toegankelijk, betaalbaar en van hoge kwaliteit te houden is er een grote behoefte aan zorginnovaties. Momenteel is er echter grote onvrede over het gebrekkige innovatieve vermogen van de zorg en over de traagheid waarmee innovaties ter beschikking komen aan patiënten. Dit essay beschrijft toezichtfalen als mogelijke verklaring hiervoor. Het huidige toezicht voldoet niet omdat het ingevuld is vanuit een verkeerd perspectief op toezicht en innovatie. Toezichthouders hebben een te sterke focus op de scheiding van machten en verantwoording binnen de keten. Dit heeft tot gevolg dat toezicht innovatie remt, dat een integraal zicht op effecten van innovatie ontbreekt en dat er kansen om de zorg innovatiever te maken onbenut blijven. Een alternatieve invulling van toezicht op basis van een lerend perspectief past beter bij de onzekere en risicovolle aard van innovatieprocessen. Een nadere invulling hiervan is in staat de onvrede over het gebrekkige innovatieve vermogen weg te nemen. |
Diversen |
Nieuw toezicht op de advocatuur? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | zelfregulering, systeemtoezicht, toezicht op advocaten, advocatuur, De Hoogd |
Auteurs | Mr. M. de Rijke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de totstandkoming van de Advocatenwet van 23 juni 1952 is de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) ingesteld en is wettelijk geregeld dat het toezicht op de advocatuur wordt uitgeoefend door Raden van toezicht, de bestuurders van de plaatselijke orden van advocaten. De leden van de Raden van toezicht worden gekozen uit de leden van de orde. Dit systeem van zelfregulering staat ter discussie, sinds de Minister van Justitie in een brief aan de Tweede Kamer van 5 maart 2010 zijn visie heeft gegeven op de “in de toekomst wenselijke en mogelijke aanpassingen van de wettelijke regelingen van het toezicht op notarissen, advocaten en gerechtsdeurwaarders”. De visie behelst onder meer de introductie van een nieuwe toezichthouder die controle uitoefent op de naleving van wettelijke voorschriften door advocaten. Wat echter ontbreekt in deze visie is een overtuigende onderbouwing om op zoek te gaan naar een alternatief voor het bestaande systeem en daarmee een legitimatie om de keuze te laten vallen op het andere uiterste van het spectrum van toezichtstijlen. In dit essay plaatst de auteur het bestaande toezichtsysteem, de controle hierop en de visie van de Minister in het kader van het algemeen toezichtsrecht. Zij komt tot de conclusie dat een te wankele basis bestaat voor een drastische oversteek van intern naar extern toezicht. |