Strafvorderlijk vergaard bewijsmateriaal kan via artikel 55 AWR of door spontane verstrekking in handen van de fiscus geraken en worden gebruikt voor belastingheffing en/of bestuurlijke beboeting. De vraag rijst wat er moet gebeuren als het materiaal op strafvorderlijk onrechtmatige wijze is verkregen. Deze noot gaat in op deze vraag en vergelijkt daarbij het beoordelingskader ten aanzien van bewijsuitsluiting van de belastingrechter met dat van de strafrechter. |
Jurisprudentie |
Noot bij HR 20 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:643 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2015 |
Auteurs | mr. C. Hofman en mr. dr. J.S. Nan |
Samenvatting |
Jurisprudentie |
HR 7 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:899 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2015 |
Auteurs | mr. J.L. Baar |
Samenvatting |
1. Klaagster verzocht opheffing van zowel het conservatoir als het klassiek beslag op een woning. Door klaagster was eerder aan de officier van justitie verzocht om het beslag op te heffen zodat de woning kon worden verkocht. Met de notaris zou kunnen worden overeen gekomen dat de volledige koopsom van de woning naar het BOOM dient te worden overgemaakt, zodat er voor het OM geen risico zou zijn. Het OM wees dit verzoek echter van de hand. |
Jurisprudentie |
HR 3 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:434 (Alcoholslotprogramma) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2015 |
Auteurs | prof. mr. J.H. Crijns |
Samenvatting |
Met de onderhavige uitspraak bracht de Hoge Raad het alcoholslot (voluit: het alcoholslotprogramma) een gevoelige klap toe door – in navolging van het oordeel van het Hof Den Haag van 22 september 2014 en overeenkomstig de conclusie van AG Harteveld – te bepalen dat een strafrechtelijke vervolging wegens rijden onder invloed onverenigbaar is met het opleggen van dit programma. |
Jurisprudentie |
Microsoft/Skype: Gerecht oordeelt over concentratie op een innovatieve marktArrest Gerecht 11 december 2013, zaak T-79/12, Cisco Systems en Messagenet/Commissie, n.n.g. |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | concentratiecontrole, innovatieve markt, groot marktaandeel, conglomeraateffect |
Auteurs | Mr. Maarten de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest van 11 december 2013 in de zaak Microsoft/Skype laat het Gerecht de goedkeuring door de Europese Commissie van de overname van Skype door Microsoft in stand. De uitspraak is van belang omdat uitdrukkelijk wordt gesteld dat een hoog marktaandeel geen indicatie van marktmarkt hoeft te zijn in een dynamische, innovatieve markt. Daarbij wordt ook relevant geacht dat de diensten van Skype gratis worden aangeboden. Volgens het Gerecht zijn ondernemingen zeer beperkt in het uitoefenen van marktmacht als de gebruikers de verwachting hebben dat de dienst gratis beschikbaar blijft en zij eenvoudig kunnen overstappen naar andere aanbieders. Het arrest gaat ook in op de conglomeraateffecten van de overname. Het Gerecht bevestigt dat de bewijslast voor het aannemen van conglomeraateffecten hoog is, zeker in een dynamische markt waar de ontwikkelingen speculatief kunnen zijn. |
Jurisprudentie |
Gascogne-arresten |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Gascogne, redelijke termijn, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. Marie Zuidema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 26 november 2013 heeft het Hof van Justitie een drietal arresten gewezen in hogere voorziening tegen de uitspraken van het Gerecht van Eerste Aanleg inzake het industriëlezakkenkartel. Het Hof van Justitie overweegt in deze arresten onder meer dat het enige rechtsmiddel tegen een schending van het beginsel van de redelijke termijn door het Gerecht een schadevergoedingsactie is, die bij het Gerecht dient te worden ingesteld ex artikel 268 en artikel 340 lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). In deze annotatie zal de nadruk liggen op dit aspect van de arresten. |
Jurisprudentie |
Deutsche Bahn |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Deutsche Bahn, misbruik, artikel 102 VWEU, inspectiebesluit, misbruik |
Auteurs | Mr. drs. Hein Hobbelen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Gerecht van de Europese Unie wees op 6 september 2013 arrest in de zaak Deutsche Bahn. In deze zaak had de Europese Commissie het vermoeden dat de Duitse vervoersgigant Deutsche Bahn handelde in strijd met artikel 102 VWEU door misbruik te maken van een volgens de Commissie dominante positie op de markt voor het leveren van tractiestroom voor vervoer per spoor. Zij voerde daarom van 29 tot 31 maart 2011 op basis van Verordening 2003/1/EG een eerste inspectie uit bij verschillende filialen van Deutsche Bahn. Daarna volgden nog twee inspectiebesluiten. Deutsche Bahn stelde beroep in tegen de drie inspectiebesluiten en voerde daarbij vijf middelen aan. Deze werden alle door het Gerecht verworpen zoals in deze annotatie nader wordt besproken. |
Bekendmaking beheersverordening. |
Redelijke termijn inzake bezwaar- en beroepsfase. |
Jurisprudentie |
ABRvS 26 februari 2014, nr. 201303658/1/A2 (Wijchen/planschade) (ECLI:NL:RVS:2014:631) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | Berthy van den Broek |
Samenvatting |
Nu het oude bestemmingsplan geen zelfstandige bouwmogelijkheden voor extra woningen op de percelen bood, leidt het vervallen van die bouwmogelijkheden in het nieuwe bestemmingsplan niet tot een planologisch nadeliger situatie. |
Bevoegdheid intrekking bouwvergunning. Onjuiste of onvolledige opgave. |
Jurisprudentie |
ABRvS 12 maart 2014, nr. 201307738/1/R2 (De Ronde Venen/bestemmingsplan ‘Zonne-energie A2 Abcoude’) (ECLI:NL:RVS:2014:902) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | Daniëlle Roelands-Fransen |
Samenvatting |
Energiepark in strijd met provinciale verordening. |
Jurisprudentie |
ABRvS 26 maart 2014, nr. 201211818/1/A2 (Texel/planschade) (ECLI:NL:RVS:2014:1037) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | Berthy van den Broek |
Samenvatting |
Dat realisering van een winkelbestemming in economisch opzicht onwaarschijnlijk is, betekent niet dat deze met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitgesloten was. |
Geen aanleiding om vanwege volksgezondheidsrisico’s door geurhinder af te wijken van de afstandsnormen die zijn opgenomen in de Wet geurhinder en veehouderij. |
Bij besluit tot snelheidsverhoging is onvoldoende rekening gehouden met de gezondheidsbelangen van omwonenden. |
Kennisgeving omgevingsvergunning voor acht windturbines ook in aangrenzende gemeente. |
Effecten windturbines op vleermuizenpopulatie. Relativiteitsbeginsel. |
Jurisprudentie |
ABRvS 16 april 2014, nr. 201306684/1/A1 (Amsterdam/verbouwingsvergunning) (ECLI:NL:RVS:2014:1331) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | Tonny Nijmeijer |
Samenvatting |
Woonboot. Verbouwingsvergunning en omgevingsvergunning. |
Jurisprudentie |
ABRvS 29 januari 2014, nr. 201211986/1/R4 (GS Zuid-Holland/reactieve aanwijzingen) (ECLI:NL:RVS:2014:175) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | Daniëlle Roelands-Fransen |
Samenvatting |
Strijdigheid met verordening. Geen zienswijze. Bevoegdheid geven reactieve aanwijzing. |
Beroep supermarkt. Geluidhinder. Awb. Relativiteitsbeginsel. |
Geen wettelijke grondslag voor voorwaarde verbonden aan de overbrenging van afvalstoffen. |