Op 4 juni 2009 beantwoordde het Hof van Justitie prejudiciële vragen in de zaak van de mobiele operators (zaak C-8/08, T-Mobile e.a./NMa). De eerste vraag van het CBb had betrekking op de uitleg van het begrip onderling afgestemde feitelijke gedraging (oafg) met mededingingsbeperkende strekking. Volgens het Hof heeft een oafg een mededingingsbeperkende strekking wanneer zij concreet de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt concreet kan beperken. Uitwisseling van informatie tussen concurrenten heeft een mededingingsbeperkende strekking wanneer zij onzekerheden over voorgenomen gedrag kan wegnemen. De tweede en derde vraag van het CBb betroffen de toepassing van het zogenoemde Anic-bewijsvermoeden met betrekking tot het causaal verband tussen afstemming en daaropvolgend marktgedrag. Volgens het Hof is dit bewijsvermoeden een regel van materieel recht. Het bewijsvermoeden mag bij elke oafg worden toegepast. |
Jurisprudentie |
Kroniek rechtspraak Wet marktordening gezondheidszorg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2009 |
Auteurs | J.G. Sijmons |
Jurisprudentie |
2009/30 Verzoek om toelating ter realisering van capaciteitsuitbreiding forensische psychiatrie; forensische psychiatrie valt voor toepassing van het financieel kader onder de geestelijke gezondheidszorg; art. 3 lid 1 WTZi; beroep gegrondAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (mr. P. van Dijk, voorzitter, mr. W. Konijnenbelt en mr. B.P. Vermeulen, leden, mr. M.R. Poot, ambtenaar van Staat) d.d. 15 juli 2009. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2009 |
Auteurs | |
Jurisprudentie |
2009/8 Sanering Hestia; hoofdelijke aansprakelijkheid voor financiële tekorten van bestuurder en toezichthouder op grond van art. 2:9 BW en van accountant KPMG op grond van art. 6:74 BW; algemene beweringen van de eiseres dat niet adequaat is gehandeld door bestuur en toezichthouder van Hestia alsmede KPMG zijn onvoldoende om ernstige verwijten vast te stellen: vordering afgewezenRechtbank Amsterdam, (mr. M.L.D. Akkaya, mr. J.M. van Hall en mr. A.W.H. Vink) d.d. 26 maart 2008 (m.nt. prof.mr. J.G. Sijmons). |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2009 |
Auteurs | |
Jurisprudentie |
Kroniek rechtspraak mededingingsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2009 |
Auteurs | C.T. Dekker |
Jurisprudentie |
2009/7 Wet toezicht zorginstellingen; ‘vermogensklem’ zorginstellingen; bevoegdheid tot het instellen van voorschriften door de Minister van VWS bij toelating is niet onbeperkt; bestreden besluit mist wettelijke grondslag: beroep gegrondAfdeling bestuursrechtspraak Raad van State (mr. Vlasblom, voorzitter, mr. W.M.D. van Diepenbeek en mr. K.J.M. Mortelmans, leden, mr. M.R. Poot, ambtenaar van Staat) d.d. 19 november 2008. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2009 |
Auteurs | |
Jurisprudentie |
T-Mobile e.a./NMa |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2009 |
Trefwoorden | onderling afgestemde feitelijke gedraging, mededingingsbeperkende strekking, informatie-uitwisseling tussen concurrenten, bewijsvermoeden causaal verband |
Auteurs | Mr. L.E.J. Korsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Vz. Rb. Zwolle 19 mei 2009 AWB 09/427 en 09/428 (LJN BI4571) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 3 2009 |
Auteurs | Tonny Nijmeijer |
Samenvatting |
Gebruik ontheffingsmogelijkheden ex artikel 3.23 Wro. Ontheffing ten onrechte verleend voor ander gebruik van tuin omdat tuin geen bouwwerk is. Schriftelijke aanvraag voor ontheffing is niet vereist. |
Jurisprudentie |
Rb. Almelo, 10 oktober 2008, 08/387 V1 A (LJN BF8869), vrijstelling |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 1 2009 |
Samenvatting |
Weigeren vrijstelling omdat niet is voldaan aan het vereiste vermeld in artikel 20 van het Bro, dat het aantal woningen gelijk blijft. |
Jurisprudentie |
Insolventieprocesrecht (deel I) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2009 |
Trefwoorden | schuldsaneringsregeling, voorontwerp Insolventiewet, WSNP-zaken |
Auteurs | Mevrouw mr. M.J. van der Aa |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek beslaat de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 januari 2008 (deel 1). In TCR 2009, nr. 2 of 3 wordt de periode daarna behandeld. Ik besteed aandacht aan het voorontwerp voor een Insolventiewet, de wijziging van de Faillissementswet inzake de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen en de vernieuwde Richtlijnen van Recofa voor schuldsaneringsregelingen. Daarnaast komen de in voormelde periode gepubliceerde uitspraken van (voornamelijk) de Hoge Raad op het gebied van het insolventieprocesrecht aan de orde. Ook besteed ik aandacht aan het feit dat er met name tientallen WSNP-zaken (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) eindigen met een art. 81 Wet RO-beslissing (Wet op de rechterlijke organisatie). |