Op 12 december 2012 heeft de Europese Commissie een toezeggingsbeschikking op grond van artikel 101 VWEU genomen met betrekking tot de detailhandelsprijzen voor e-books. In deze annotatie plaatsen de auteurs enkele kanttekeningen bij deze toezeggingsbeschikking door deze te vergelijken met het Amerikaanse e-books-onderzoek. De auteurs vragen zich af of de beoordeling van de rol van Apple en de keuze van een toezeggingsbeschikking door de Commissie wel juist zijn. |
Jurisprudentie |
Een gemengde sla van ondernemingsbegrip, toerekenbaarheid, beboeting en landbouwbeleidBesluit van de NMa van 15 mei 2012, zaak 7036 (Paprika) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2013 |
Auteurs | Mr. P.V.F. Bos en Mr. M.J. Plomp |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
De toezeggingsbeschikking inzake e-booksBesluit van de Commissie van 12 december 2012, zaak COMP/39.847 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | e/books, Apple, kartelverbod, agentuurovereenkomst, toezeggingsbeschikking |
Auteurs | Mr. P.P.J. van Ginneken en Mr. C.P.J. van Veen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
HvJ EU Expedia en de mededingingsrechtelijke merkbaarheidGevolgen voor de Nederlandse praktijk |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Expedia, de minimis, strekkingsbeding, merkbaarheidstoets |
Auteurs | Mr. E.F. van Hasselt, Mr. H.E. Urlus en A. Baars |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Expedia-arrest leert dat een strekkingsbeding met interstatelijk effect niet op merkbaarheid wordt getoetst, en dat de ‘de minimis’ bekendmaking de nationale autoriteiten niet bindt. |
Jurisprudentie |
Wegener herzienRb. Rotterdam 27 september 2012 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | voorschrift artikel 41 Mw, Boetebeleidsregels 2009, feitelijk leidinggever, verjaring |
Auteurs | Mr. L.E.J. Korsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Rechtbank Rotterdam heeft het besluit op bezwaar van de NMa vernietigd. De door de NMa aan Wegener en (ex-)bestuurders opgelegde boetes zijn door de rechtbank fors verlaagd. Volgens de rechtbank had de NMa ten onrechte rechttoe rechtaan de Boetebeleidsregels toegepast wat leidde tot veel te hoge boetes. Daarnaast was de scope van de overtreding volgens de rechtbank beperkter dan de NMa had aangenomen. Omdat sprake was van voortdurende overtredingen faalt het beroep op verjaring. De door de NMa aan twee commissarissen opgelegde boetes zijn door de rechtbank geschrapt. Volgens de rechtbank vervulden de commissarissen een toezichthoudende rol. Aansprakelijkheid voor boetes past daar volgens de rechtbank niet bij. |
Jurisprudentie |
Horizontale betrekkingen in franchiserelaties |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Franchise, Rayonnering, Horizontaal, Verticaal, Kartelverbod |
Auteurs | Mr. X.A. Reintjes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Schakelt de NMa franchising uit als middel voor regionale ondernemingen om landelijk hun diensten te kunnen aanbieden? Deze vraag staat centraal in deze annotatie. Daarbij wordt ingegaan op de concrete geschiktheid van afspraken over rayonnering om de intrabrand mededinging te beperken en het daaruit volgende effect op de interbrand mededinging in de markt. De groepsvrijstelling verticale overeenkomsten kan vervolgens van toepassing zijn, ook op franchiseconstructies waarbij franchisegever en franchisenemers mede in een horizontale relatie staan. De relatie tussen de franchisenemers met beslissende zeggenschap over de franchisegever kan echter worden getoetst aan het kartelverbod en mogelijk onderhevig zijn aan concentratietoezicht. |
Jurisprudentie |
De recidivist onder het mes: NMa beboet de Landelijke Huisartsenvereniging |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | kartel, ondernemersvereniging, vestigingsbeleid, boetebesluit, merkbaarheid |
Auteurs | Prof. dr. M.F.M. Canoy en Prof. mr. W. Sauter |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Nma heeft de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) beboet wegens het voeren van een vestigingsbeleid dat inbreuk maakt op het kartelverbod. Zittende huisartsen selecteerden de nieuwe toetreders door hen al dan niet toe te laten tot de vervangingsregeling. De zorgverzekeraars stelden deelname aan een vervangingsregeling bovendien als voorwaarde voor een deel van hun vergoeding. De Nma legde de LHV een boete op van meer dan 7 miljoen euro, mede omdat de Nma al tien jaar eerder op een ontheffingsverzoek van de LHV had aangegeven dat een dergelijk vestigingsbeleid uit den boze was. Wij concluderen dat de handelwijze van de LHV door de Nma terecht als overtreding van de mededingingswet wordt gezien. Bij de onderbouwing plaatsen wij evenwel een paar vraagtekens. |
Jurisprudentie |
Wegener |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | Nma, Wegener, dagbladen, concentratie, boete |
Auteurs | Mr. P.P.J. van Ginneken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 24 augustus 2011 heeft de raad van bestuur van de NMa in een besluit op bezwaar de boete gehandhaafd voor Wegener vanwege overtreding van een voorschrift, verbonden aan een dagbladconcentratie.1x Besluit NMa van 24 augustus 2011, zaak 1528/961 (Wegener). Uit het besluit op bezwaar blijkt echter dat er grote verschillen zijn tussen de interpretatie van het voorschrift door de Bezwaar Adviescommissie (ofwel BAC) en door de NMa. De BAC meende dat het voorschrift onvoldoende concreet was om de gedragingen van Wegener als overtredingen aan te merken. Er zijn de nodige vraagtekens te zetten bij de toepassing van het voorschrift door de NMa. Noten
|
Jurisprudentie |
Van Europese en Nederlandse prioriteiten(GvEA 15 december 2010, zaak T-427/08, Confédération europeénne des associations d’horlogers-réparateurs, n.n.g.; CBb 20 augustus 2010, Vereniging van Reizigers/NMa II, LJN BN4700) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | beleidsruimte bij afdoen van klachten zonder onderzoek, primaire en secundaire productmarkten, beginselplicht tot handhaving in het mededingingsrecht |
Auteurs | Mr. P.J. Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
In kort bestek heeft zowel het Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese Unie als het College van Beroep voor het bedrijfsleven zich kritisch uitgelaten over besluiten van respectievelijk de Commissie en de NMa om een klacht niet (verder) in behandeling te nemen wegens gebrek aan prioriteit. Het CBb trekt de teugels aan met de introductie in het mededingingsrecht van de beginselplicht tot handhaving, terwijl het Gerecht, kritisch en tamelijk diep toetsend, de eigen rechtspraak op het punt van het (gebrek aan) ‘communautair belang’ als prioriteringscriterium aanscherpt. |
Jurisprudentie |
CBb oordeelt dat NMa onderzoek in zaak mobiele operators deels overnieuw moet doen |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | oafg, informatie-uitwisseling, anic-bewijsvermoeden |
Auteurs | Mr. L.E.J. Korsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de langslepende zaak van de mobiele operators heeft het CBb, na de prejudiciële uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak T-Mobile Netherlands (zaak C-08/8), geoordeeld dat de NMa haar onderzoek deels overnieuw moet doen. De rechtbank was reeds in beroep tot deze conclusie gekomen. Dit oordeel is nu in hoger beroep door het CBb bevestigd. De NMa zal derhalve alsnog het door de mobiele operators gevoerde verweer moeten beoordelen dat het causaal verband tussen de door het CBb vastgestelde onderlinge afstemming en het daarop volgende marktgedrag van de mobiele operators ontbreekt. |
Jurisprudentie |
T-Mobile e.a./NMa |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2009 |
Trefwoorden | onderling afgestemde feitelijke gedraging, mededingingsbeperkende strekking, informatie-uitwisseling tussen concurrenten, bewijsvermoeden causaal verband |
Auteurs | Mr. L.E.J. Korsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 juni 2009 beantwoordde het Hof van Justitie prejudiciële vragen in de zaak van de mobiele operators (zaak C-8/08, T-Mobile e.a./NMa). De eerste vraag van het CBb had betrekking op de uitleg van het begrip onderling afgestemde feitelijke gedraging (oafg) met mededingingsbeperkende strekking. Volgens het Hof heeft een oafg een mededingingsbeperkende strekking wanneer zij concreet de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt concreet kan beperken. Uitwisseling van informatie tussen concurrenten heeft een mededingingsbeperkende strekking wanneer zij onzekerheden over voorgenomen gedrag kan wegnemen. De tweede en derde vraag van het CBb betroffen de toepassing van het zogenoemde Anic-bewijsvermoeden met betrekking tot het causaal verband tussen afstemming en daaropvolgend marktgedrag. Volgens het Hof is dit bewijsvermoeden een regel van materieel recht. Het bewijsvermoeden mag bij elke oafg worden toegepast. |
Jurisprudentie |
DE POSTBUSSEN-ZAAK, ZAAKNUMMER MEDED 99/1783-SIMO EN ZAAKNUMMER MEDED 99/1836-SIMO |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 8 2001 |
Trefwoorden | belanghebbende, Nederlandse mededingingsautoriteit, persoonlijk belang, consument, rechtsbescherming, houder, introductie, mededingingsrecht, uitleg, algemeen verbindend voorschrift |
Auteurs | J.C.A. de Poorter |
Jurisprudentie |
KNP BT, ZAAK C-248/98P |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2001 |
Trefwoorden | beschikking, motivering, geldboete, Nederlandse mededingingsautoriteit, mededingingsregeling, motiveringsplicht, beleidsregel, rechtsmacht, bestuursorgaan, bestuursrechter |
Auteurs | C.T. Dekker |
Jurisprudentie |
CHILLY EN BASILICUM VS. G-STAR/SECON GROEP, ZAAKNUMMER 757 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2000 |
Trefwoorden | Nederlandse mededingingsautoriteit, overeenkomst, afnemer, algemene voorwaarden, levering, hof van justitie EG, verkoop, mededinging, toestemming, verbod |
Auteurs | S.B. Noë |