In 2010 heeft Mars bij de onafhankelijke tankstations een Mars Ondernemersprogramma (het MOP) geïntroduceerd, om de verkoop van haar chocolade- en kauwgomproducten te vergroten. Het MOP voorziet o.a. in vergoedingen en bonussen voor tankstations die hun schapruimte invullen volgens de instructies van Mars en daarbij een prominente plaats reserveren voor Marsproducten. In 2011 voeren ruim 300 onafhankelijk opererende tankstationhouders een van de varianten van het MOP uit. Concurrent Nestlé start daarop een bodemprocedure en een kort geding, waarbij zij aanvoert dat Mars door middel van het MOP misbruik maakt van haar machtspositie op grond van artikel 24 Mw en het kartelverbod overtreedt zoals vervat in artikel 6 Mw. Nestlé vordert in kort geding dat het programma door Mars wordt gestaakt.Rb. ’s-Hertogenbosch 29 juli 2011, zaaknr. 232032-KG ZA 11-414 (Nestlé Nederland B.V./Mars Nederland B.V.) |
Jurisprudentie |
Mars/NestléRb. ’s-Hertogenbosch 29 juli 2011, zaaknr. 232032-KG ZA 11-414 (Nestlé Nederland B.V./Mars Nederland B.V.) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2013 |
Trefwoorden | afscherming markt, civiele procedure, promotieprogramma, merkbaarheid |
Auteurs | Mr. P.D. van den Berg en Mr. W. Knibbeler |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Een gemengde sla van ondernemingsbegrip, toerekenbaarheid, beboeting en landbouwbeleidBesluit van de NMa van 15 mei 2012, zaak 7036 (Paprika) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2013 |
Auteurs | Mr. P.V.F. Bos en Mr. M.J. Plomp |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
De toezeggingsbeschikking inzake e-booksBesluit van de Commissie van 12 december 2012, zaak COMP/39.847 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | e/books, Apple, kartelverbod, agentuurovereenkomst, toezeggingsbeschikking |
Auteurs | Mr. P.P.J. van Ginneken en Mr. C.P.J. van Veen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 12 december 2012 heeft de Europese Commissie een toezeggingsbeschikking op grond van artikel 101 VWEU genomen met betrekking tot de detailhandelsprijzen voor e-books. In deze annotatie plaatsen de auteurs enkele kanttekeningen bij deze toezeggingsbeschikking door deze te vergelijken met het Amerikaanse e-books-onderzoek. De auteurs vragen zich af of de beoordeling van de rol van Apple en de keuze van een toezeggingsbeschikking door de Commissie wel juist zijn. |
Jurisprudentie |
HvJ EU Expedia en de mededingingsrechtelijke merkbaarheidGevolgen voor de Nederlandse praktijk |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Expedia, de minimis, strekkingsbeding, merkbaarheidstoets |
Auteurs | Mr. E.F. van Hasselt, Mr. H.E. Urlus en A. Baars |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Expedia-arrest leert dat een strekkingsbeding met interstatelijk effect niet op merkbaarheid wordt getoetst, en dat de ‘de minimis’ bekendmaking de nationale autoriteiten niet bindt. |
Jurisprudentie |
De (on)toelaatbaarheid van het passing on-verweer: TenneT c.s./ABB c.s. |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | schadevergoeding, artikel 101 lid 1 VWEU, passing on, doorberekeningsverweer |
Auteurs | Mr. drs. R.W.E. van Leuken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij vonnis van 16 januari jl. heeft de Rechtbank Oost-Nederland (zittingsplaats Arnhem) ABB Ltd. en dochtermaatschappij ABB B.V. veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan TenneT TSO B.V. en Saranne B.V. wegens schending van artikel 101 lid 1 VWEU. De vaststelling van de schade geschiedt ex artikel 6:97 BW op abstracte wijze; het beroep door gedaagden op het passing on-verweer (of doorberekeningsverweer) wordt expliciet verworpen. In het hiernavolgende bespreek ik dit onderdeel van het vonnis, en vergelijk het met een recente uitspraak van het Duitse Bundesgerichtshof. |
Jurisprudentie |
E.ON en GDF tegen de Europese Commissie |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | Potentiële concurrentie, Counterfactual, Volledige rechtsmacht, Nevenrestrictie, Duur van overtreding |
Auteurs | Mr. B.H.J. Braeken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt een tweetal arresten van het Gerecht van 29 juni 2012 (zaak T-360/09, E.ON/Europese Commissie en zaak T-370/09, GDF Suez SA/Europese Commissie). Beide arresten behandelen de beroepen tegen een beschikking van de Commissie van 8 juli 2009 waarin E.ON en GDF waren beboet voor marktverdelingsafspraken. In zijn arresten onderzoekt het Gerecht minutieus of E.ON en GDF überhaupt voor de volledige duur van de overtreding wel als (potentiële) concurrenten konden worden aangemerkt. Daarnaast is het arrest van belang omdat het Gerecht gebruikmaakt van de volledige rechtsmacht op grond van Verordening 2003/1/EG en de boete vaststelt op een hoger niveau dan zou voortvloeien uit de boeterichtsnoeren van de Commissie. |
Jurisprudentie |
Lagardère-zaak: comeback van de parkeerconstructie? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | Parkeerconstructie, Warehousing, Financiële instelling, Artikel 3 lid 5 covo |
Auteurs | Mr. M.A. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Lagardère hebben het Gerecht en het Hof van Justitie voor het eerst een beoordeling gegeven van een constructie waarbij de over te nemen onderneming tijdelijk bij een bank wordt ‘geparkeerd’. Zo’n parkeerconstructie maakt het mogelijk dat de verkoper niet het concentratiecontroleonderzoek door de Europese Commissie hoeft af te wachten. In de Lagardère-zaak is het gebruik van de parkeerconstructie goedgekeurd. Enkele essentiële vragen blijven echter onbeantwoord. Het is daardoor de vraag of de arresten voldoende grond bieden om de parkeerconstructie – die inmiddels door de Commissie in de Geconsolideerde Mededeling inzake Bevoegdheidskwesties in de ban was gedaan – weer te gebruiken. |
Jurisprudentie |
CBb-trilogie: Apotheek Van Dalen - NZa (en Menzis) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | NZa, aanmerkelijke marktmacht, artikel 48 Wet marktordening gezondheidszorg (WMG), toetsing AMM-bevoegdheden, apotheek |
Auteurs | Mr. M.Ph.M. Wiggers en mr. dr. J.J.M. Sluijs |
SamenvattingAuteursinformatie |
De uitspraak van het CBb van 7 juni 2012 markeert het einde van de eerste AMM-zaak van de NZa. De zaak-Van Dalen heeft aangetoond dat de inzet van de AMM-bevoegdheden door de NZa kwetsbaar is. In de voorlopige voorzieningen heeft Van Dalen grosso modo de procedures gewonnen en de NZa verloren, maar in beroep bij het CBb heeft de NZa haar AMM-besluit overeind weten te houden. |
Jurisprudentie |
Wegener herzienRb. Rotterdam 27 september 2012 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | voorschrift artikel 41 Mw, Boetebeleidsregels 2009, feitelijk leidinggever, verjaring |
Auteurs | Mr. L.E.J. Korsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Rechtbank Rotterdam heeft het besluit op bezwaar van de NMa vernietigd. De door de NMa aan Wegener en (ex-)bestuurders opgelegde boetes zijn door de rechtbank fors verlaagd. Volgens de rechtbank had de NMa ten onrechte rechttoe rechtaan de Boetebeleidsregels toegepast wat leidde tot veel te hoge boetes. Daarnaast was de scope van de overtreding volgens de rechtbank beperkter dan de NMa had aangenomen. Omdat sprake was van voortdurende overtredingen faalt het beroep op verjaring. De door de NMa aan twee commissarissen opgelegde boetes zijn door de rechtbank geschrapt. Volgens de rechtbank vervulden de commissarissen een toezichthoudende rol. Aansprakelijkheid voor boetes past daar volgens de rechtbank niet bij. |
Jurisprudentie |
Auto 24 SARL tegen Jaguar Land Rover France SAS (Auto24/JLR) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | artikel 101 VWEU, selectieve distributie, kwantitatieve criteria, groepsvrijstelling motorvoertuigen |
Auteurs | Mr. M. Knapen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit arrest geeft het Hof van Justitie antwoord op de vraag of kwantitatieve selectieve distributiecriteria enkel onder de groepsvrijstelling motorvoertuigen vallen indien zij berusten op objectief gerechtvaardigde criteria die eenvormig en zonder onderscheid worden toegepast op eenieder die om erkenning verzoekt. Het arrest behandelt een aantal fundamentele vraagstukken die relevant zijn bij het opstellen en handhaven van een selectief distributiestelsel en verduidelijkt de voorwaarden die gelden ten aanzien van het rechtvaardigen, toepassen en openbaar maken van selectiecriteria. Opvallend is daarbij dat het Hof van Justitie een minder strikte benadering lijkt te volgen ten aanzien van kwantitatieve selectieve distributiecriteria dan de Nederlandse rechter in de recente Auping- en Batavus-arresten. |
Jurisprudentie |
The Greenery/Oussoren |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | coöperatie, exclusieve leveringsplicht (oud-)leden, verticale beperkingen en cumulatief effect, afweging concurrentiebeperkende tegen concurrentiebevorderende effecten, rule of reason? |
Auteurs | Mr. P.J. Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze zaak oordeelt het Gerechtshof Den Haag over een door landbouwcoöperatie The Greenery met een van haar voormalige leden gemaakte afspraak tot exclusieve levering. Anders dan de rechtbank in eerste aanleg ziet het gerechtshof geen strijd met artikel 101 VWEU en/of artikel 6 Mw. Daartoe maakt het gerechtshof onder meer een afweging tussen de concurrentiebeperkende gevolgen en de concurrentiebevorderende effecten van de leveringsverplichting, zonder deze afweging binnen het kader van artikel 6 lid 1 Mw/artikel 101 lid 1 VWEU te plaatsen. Aanvaardt het gerechtshof hier in feite een, door de Luxemburgse rechtspraak categorisch afgewezen, rule of reason? |
Jurisprudentie |
Horizontale betrekkingen in franchiserelaties |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Franchise, Rayonnering, Horizontaal, Verticaal, Kartelverbod |
Auteurs | Mr. X.A. Reintjes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Schakelt de NMa franchising uit als middel voor regionale ondernemingen om landelijk hun diensten te kunnen aanbieden? Deze vraag staat centraal in deze annotatie. Daarbij wordt ingegaan op de concrete geschiktheid van afspraken over rayonnering om de intrabrand mededinging te beperken en het daaruit volgende effect op de interbrand mededinging in de markt. De groepsvrijstelling verticale overeenkomsten kan vervolgens van toepassing zijn, ook op franchiseconstructies waarbij franchisegever en franchisenemers mede in een horizontale relatie staan. De relatie tussen de franchisenemers met beslissende zeggenschap over de franchisegever kan echter worden getoetst aan het kartelverbod en mogelijk onderhevig zijn aan concentratietoezicht. |
Jurisprudentie |
Bespreking arresten van het Gerecht van 2 februari 2012 in de zaken T-76/08, DuPont/Commissie en T-77/08, Dow/Commissie |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | Dow, DuPont, Europese Commissie, chloropeenrubberkartel, joint venture |
Auteurs | Mr. E.H. Pijnacker Hordijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de arresten van het Gerecht van 2 februari 2012 in de zaken T-76/08, DuPont/Commissie en T-77/08, Dow/Commissie, gericht tegen de beschikking van de Commissie van 5 december 2007 inzake het Chloropreenrubberkartel, is met name de vraag aan de orde of een overtreding gepleegd door een concentratieve (full-function) joint venture kan worden toegerekend aan de beide ouders. Deze vraag is niet nieuw, maar was nog niet eerder aan de Unierechter voorgelegd. |
Jurisprudentie |
Negen jaar later: eindoordeel in zaak van mobiele operators |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | mobiele operators, besluit op bezwaar, Anic-vermoeden, onderling afgestemde gedraging, bewijs |
Auteurs | Mr. L.E.J. Korsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak van de mobiele operators heeft de raad van bestuur van de NMa op 26 oktober 2011 een nieuw besluit op bezwaar genomen. Dit besluit volgt op de vernietiging van het eerdere besluit op bezwaar van 27 september 2004 door de rechtbank en bevestiging van die uitspraak door het CBb, volgend op de prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie. Hiermee is na bijna negen jaar, gerekend vanaf de boeteoplegging bij besluit van 30 december 2002, een einde aan de zaak gekomen. Bedroeg het gezamenlijke bedrag van de boetes in 2002 circa 88 miljoen euro voor vijf operators, uiteindelijk is dit bedrag door de NMa met meer dan 80 procent verlaagd tot ongeveer 16 miljoen euro voor drie operators. Procederen is weliswaar een kwestie van lange adem en niet goedkoop, maar heeft hier wel degelijk geloond. |
Jurisprudentie |
‘De Nederlander betaalt teveel voor zijn biertje’ |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | Nederlandse biermarkt, bewijslast, clementie, redelijke termijn, algemene beginselen |
Auteurs | Mr. R. Ludding en Mr. F. Pasaribu |
SamenvattingAuteursinformatie |
De hier te bespreken arresten van 16 juni 2011, zaken T-240/07 (Heineken N.V. en Heineken Nederland B.V.) en T-235/07 (Bavaria N.V.), alsmede het arrest van 15 september 2011, zaak T-234/07 (Koninklijke Grolsch N.V.), betreffen het Nederlandse ‘bierkartel’, dat volgens de Europese Commissie in haar boetebesluit in ieder geval in de periode 1996-1999 actief was. |
Jurisprudentie |
Wegener |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | Nma, Wegener, dagbladen, concentratie, boete |
Auteurs | Mr. P.P.J. van Ginneken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 24 augustus 2011 heeft de raad van bestuur van de NMa in een besluit op bezwaar de boete gehandhaafd voor Wegener vanwege overtreding van een voorschrift, verbonden aan een dagbladconcentratie.1x Besluit NMa van 24 augustus 2011, zaak 1528/961 (Wegener). Uit het besluit op bezwaar blijkt echter dat er grote verschillen zijn tussen de interpretatie van het voorschrift door de Bezwaar Adviescommissie (ofwel BAC) en door de NMa. De BAC meende dat het voorschrift onvoldoende concreet was om de gedragingen van Wegener als overtredingen aan te merken. Er zijn de nodige vraagtekens te zetten bij de toepassing van het voorschrift door de NMa. Noten
|
Jurisprudentie |
FA Premier League/Karen Murphy |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2011 |
Trefwoorden | Uitzendrechten, territoriale exclusieve licenties, handel in decoders, absolute gebiedsbescherming bij content |
Auteurs | Mr. P.J. Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
De tamelijk opgewonden berichtgeving over de uitspraak van het Hof van Justitie van 4 oktober jl. in de FA Premier League-zaak doet vermoeden dat de tijden van Bosman en het Luxemburgse activisme van de jaren zeventig herleven. Belangwekkend is het arrest zonder meer, maar goed beschouwd minder spectaculair voor het mededingingsrecht dan voor het recht van de intellectuele eigendom. |
Jurisprudentie |
Van Europese en Nederlandse prioriteiten(GvEA 15 december 2010, zaak T-427/08, Confédération europeénne des associations d’horlogers-réparateurs, n.n.g.; CBb 20 augustus 2010, Vereniging van Reizigers/NMa II, LJN BN4700) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | beleidsruimte bij afdoen van klachten zonder onderzoek, primaire en secundaire productmarkten, beginselplicht tot handhaving in het mededingingsrecht |
Auteurs | Mr. P.J. Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
In kort bestek heeft zowel het Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese Unie als het College van Beroep voor het bedrijfsleven zich kritisch uitgelaten over besluiten van respectievelijk de Commissie en de NMa om een klacht niet (verder) in behandeling te nemen wegens gebrek aan prioriteit. Het CBb trekt de teugels aan met de introductie in het mededingingsrecht van de beginselplicht tot handhaving, terwijl het Gerecht, kritisch en tamelijk diep toetsend, de eigen rechtspraak op het punt van het (gebrek aan) ‘communautair belang’ als prioriteringscriterium aanscherpt. |
Jurisprudentie |
CRV/NMa |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | LJN BN9947, misbruik van machtspositie, getrouwheidskortingen, effect, economische benadering |
Auteurs | Dr. mr. M.M. Slotboom en Mr. S.G.H. ter Wee |
SamenvattingAuteursinformatie |
Terwijl uit Europese rechtspraak lijkt te volgen dat een getrouwheidskortingsregeling van een dominante onderneming geacht wordt per definitie een mededingingsbeperkend gevolg te hebben of te kunnen hebben, biedt het CBb in zaak CRV Holding BV/Raad van Bestuur NMa de mogelijkheid aan een dominante onderneming om aan te tonen dat in de haar getrouwheidskorting geen beperking van de mededinging tot gevolg kan hebben gehad. |
Jurisprudentie |
De zaak Alrosa (HvJ EU 29 juni 2010, zaak C-441/07 P, Alrosa Company Ltd./Commissie, n.n.g.) (Toezeggingsbeschikking ex art. 9 Verordening (EG) 1/2003 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | intensiteit rechterlijke toetsing, positie derden, beleidsruimte Commissie |
Auteurs | Mr. P.J. Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het hier te bespreken arrest markeerde het eindpunt van de eerste procedure in Luxemburg naar aanleiding van een beschikking van de Commissie op grond van artikel 9 Verordening (EG) 1/2003, waarin toezeggingen van De Beers, marktleider in de diamanthandel in Europa, om niet langer zaken te doen met Alrosa, verbindend werden verklaard. Om meerdere redenen een belangrijke zaak: het gaat om een steeds belangrijker handhavingsinstrument, ook in artikel 102-zaken, het Hof van Justitie komt tot een diametraal ander oordeel dan het Gerecht van Eerste Aanleg en bevestigt andermaal de (uiterst) terughoudende toetsing van mededingingsrechtelijke beschikkingen van de Commissie. De effect based-toepassing van artikel 102 VWEU lijkt onverminderd ver weg. |