Op 4 juni 2009 beantwoordde het Hof van Justitie prejudiciële vragen in de zaak van de mobiele operators (zaak C-8/08, T-Mobile e.a./NMa). De eerste vraag van het CBb had betrekking op de uitleg van het begrip onderling afgestemde feitelijke gedraging (oafg) met mededingingsbeperkende strekking. Volgens het Hof heeft een oafg een mededingingsbeperkende strekking wanneer zij concreet de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt concreet kan beperken. Uitwisseling van informatie tussen concurrenten heeft een mededingingsbeperkende strekking wanneer zij onzekerheden over voorgenomen gedrag kan wegnemen. De tweede en derde vraag van het CBb betroffen de toepassing van het zogenoemde Anic-bewijsvermoeden met betrekking tot het causaal verband tussen afstemming en daaropvolgend marktgedrag. Volgens het Hof is dit bewijsvermoeden een regel van materieel recht. Het bewijsvermoeden mag bij elke oafg worden toegepast. |
Jurisprudentie |
T-Mobile e.a./NMa |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2009 |
Trefwoorden | onderling afgestemde feitelijke gedraging, mededingingsbeperkende strekking, informatie-uitwisseling tussen concurrenten, bewijsvermoeden causaal verband |
Auteurs | Mr. L.E.J. Korsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
CD-Contact Data GmbH/Commissie |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2009 |
Trefwoorden | ziekenhuizen, failing firm, IGZ, efficiëntieverweer, publieke belangen |
Auteurs | Mr. S. Verschuur en Mr. F. Bleker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest CD-Contact Data staat de vraag centraal wanneer een distributeur mag worden geacht te hebben ingestemd met het beleid van een leverancier tot beperking van parallelhandel. Als een leverancier stelselmatig probeert parallelhandel uit te bannen, moeten distributeurs terughoudend zijn met het uitwisselen van informatie over parallelhandel in hun gebied. Als de distributeur parallelhandel aan de kaak stelt bij de leverancier, loopt hij het risico een inbreuk te plegen op het kartelverbod. Na dit arrest ligt de drempel hier dus niet hoog. |
Jurisprudentie |
De fietsenzaak: bewijsregels revisited |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | onderling afgestemde feitelijke gedraging, bewijs, bewijsvermoeden, bewijsregels, doeltreffendheidsbeginsel |
Auteurs | Mr. Y. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de ‘fietsenzaak’ past de rechtbank bewijsregels toe die door het Hof van Justitie (hierna: het Hof) en het Gerecht van Eerste Aanleg (hierna: het Gerecht) worden gehanteerd in zaken waarin de toepassing van artikel 81 EG-Verdrag door de Commissie wordt getoetst. Dat deed de rechtbank al eerder in de mobiele operators-zaak. Vanuit het bestuursprocesrecht bezien is dat niet opzienbarend. De ‘vrije bewijsleer’ laat de rechtbank die ruimte. Net als de mobiele operators-zaak, roept deze zaak echter de vraag op of de (bestuurs)rechter op grond van het gemeenschapsrecht daartoe verplicht kan zijn in zaken waarin de toepassing van artikel 81 EG-Verdrag aan de orde is. Het recente arrest van het Hof in de mobiele operators-zaak is daarom ook van belang voor de fietsenzaak. |
Jurisprudentie |
Slot. Lelos kai Sia EE e.a. tegen GlaxoSmithKline (Syfait II) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2009 |
Trefwoorden | Artikel 82 EG-Verdrag, Misbruik van economische machtspositie, Parallelhandel in geneesmiddelen, Normale bestellingen |
Auteurs | Mr. Marc Knapen en Mr. Marc Wiggers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit arrest heeft het Hof de prejudiciële vraag beantwoord of de weigering door een farmaceutische onderneming die een machtspositie op de nationale markt voor geneesmiddelen bekleedt, om de door groothandelaren bij haar geplaatste bestellingen uit te voeren omdat deze zich bezighouden met parallelexport van die geneesmiddelen, een door artikel 82 EG verboden misbruik vormt. Het arrest is van groot belang voor de geneesmiddelensector en met name voor de parallelhandel in farmaceutische producten. Verder heeft dit arrest, zij het in mindere mate, een meer algemeen belang voor de toepassing van artikel 82 EG-Verdrag. |