De tamelijk opgewonden berichtgeving over de uitspraak van het Hof van Justitie van 4 oktober jl. in de FA Premier League-zaak doet vermoeden dat de tijden van Bosman en het Luxemburgse activisme van de jaren zeventig herleven. Belangwekkend is het arrest zonder meer, maar goed beschouwd minder spectaculair voor het mededingingsrecht dan voor het recht van de intellectuele eigendom. |
Jurisprudentie |
FA Premier League/Karen Murphy |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2011 |
Trefwoorden | Uitzendrechten, territoriale exclusieve licenties, handel in decoders, absolute gebiedsbescherming bij content |
Auteurs | Mr. P.J. Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
CBb stelt grenzen aan alles-in-één-hand stelsel |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2011 |
Trefwoorden | functiescheiding, alles-in-één-hand stelsel, bouwfraude, onderzoek, uitsluiting van bewijs |
Auteurs | Mr. B.H.J. Braeken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij uitspraak van 30 augustus 20111x LJN BR6737. bevestigt het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 28 april 20092x LJN BI3337. waarin de rechtbank oordeelde dat de NMa de verplichting tot functiescheiding zoals bedoeld in artikel 54a Mw had geschonden. Het CBb overweegt dat de verplichting tot functiescheiding ertoe strekt te verzekeren dat de beslissing om al dan niet een boete op te leggen objectief en onbevooroordeeld plaatsvindt. Volgens het CBb had de NMa zich in de onderhavige zaak niet van die verplichting gekweten. De Juridische Dienst van de NMa had namelijk voorafgaand aan het primaire besluit bij een derde partij feitelijke informatie opgevraagd. Het opvragen van dergelijke informatie kwalificeert als een onderzoekshandeling en is voorbehouden aan de daartoe aangewezen ambtenaren van de NMa. Het CBb overweegt dat binnen het in de Mededingingswet voorziene alles-in-één-hand stelsel de verplichting tot functiescheiding van fundamentele betekenis is. Het CBb verbindt daaraan vervolgens de conclusie dat niet alleen het procedureel incorrect verkregen bewijsmateriaal moet worden uitgesloten, maar dat de ‘smet’ van dit bewijsmateriaal ook kleeft aan de waardering van het reeds in de onderzoeksfase verkregen bewijsmateriaal. Noten |
Jurisprudentie |
Van Drie/Alpuro |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2011 |
Trefwoorden | inkoopmacht, geografische marktafbakening, concentratiecontrole, doorgifte inkoopvoordelen, kalfsvlees |
Auteurs | Dr. T. van Dijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 mei 2010 heeft de NMa besloten dat voor de voorgenomen overname van Alpuro Holding B.V. (Alpuro) door Van Drie Holding B.V. (Van Drie) geen vergunning is vereist.1x Besluit van de Raad van Bestuur van de NMa van 4 mei 2010, zaaknr. 6891, Van Drie/Alpuro. Van Drie en Alpuro zijn actief op het gebied van de verkoop van kalfsvlees en in verschillende lagen in de bedrijfskolom die hieraan voorafgaan: in de mesterij, waarin nuchtere kalveren door kalvermesters worden gemest tot vette kalveren; en in de slachterij, waarin vette kalveren worden geslacht en verwerkt.Er is overlap tussen Van Drie en Alpuro in de mesterijfase. Beide partijen kopen nuchtere kalveren in op verzamelplaatsen en Van Drie ook nog op veemarkten. Beide sluiten contracten af met kalvermesters die de nuchtere kalveren vetmesten, en produceren kalvermelk voor de mesterij, waarbij Van Drie ook nog grondstoffen voor kalvermelk produceert. Verder is er ook overlap in de slachterijfase. Partijen beschikken allebei over slachtcapaciteit waar de vette kalveren van hun contractmesters worden geslacht, en met name Van Drie koopt daarnaast ook vette kalveren in bij derden. Ten slotte is zowel Van Drie als Alpuro actief in de verkoop van kalfsvlees. Noten
|
Jurisprudentie |
Pfleiderer AG/Bundeskartellamt |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | clementie, openbaarmaking, Wob, doeltreffendheid, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. M. Kuijper |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijdrage betreft een noot bij het arrest Pfleiderer aangaande de prejudiciële vraag of het Unierecht zich verzet tegen inzage in nationale clementiestukken door een derde. Het arrest stelt dat een vordering tot inzage dient te worden beoordeeld naar nationaal recht, waarbij per geval de uit het Unierecht voortvloeiende belangen dienen te worden afgewogen. Het commentaar gaat in op de mate van invulling die het Hof van Justitie had kunnen geven aan de reikwijdte van de bescherming van clementiestukken. Vervolgens wordt de door het Hof van Justitie voorgestane belangenafweging behandeld en wordt stilgestaan bij mogelijke gevolgen van dit arrest voor de Nederlandse rechtspraktijk. |
Jurisprudentie |
Bewijswaarde clementieverklaringen – het arrest Aalberts |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | bewijs(waarde), clementie(verklaring), aanvullend bewijs, Aalberts, JFE |
Auteurs | Mr. S.C.H. Molin |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Aalberts heeft het Gerecht de beschikking van de Europese Commissie in de zaak Fittingen vernietigd voor zover daarbij aan Aalberts een boete was opgelegd voor kartelinbreuken van twee door haar verworven dochtermaatschappijen. De Commissie had zich bij de vaststelling van de inbreuk van een van deze dochtermaatschappijen te zeer verlaten op een clementieverklaring van een andere onderneming, zonder dat deze voldoende steun vond in aanvullend bewijsmateriaal. Daardoor was niet voldaan aan de voor vaststelling van een inbreuk op artikel 101 VWEU geldende bewijsstandaard. |
Jurisprudentie |
Openbaarheid en fusiecontrole |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | Eurowob en concentratietoezicht, toegang tot documenten uit het dossier Airtours/First Choice, reikwijdte excepties na afsluiting onderzoek, motiveringsplicht Commissie bij afwijzing verzoek tot openbaarmaking |
Auteurs | Mr. P.J. Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
De schokgolven van de vernietiging van de verbodsbeschikking in de Airtours/First Choice-zaak zijn bijna tien jaar later nog altijd voelbaar. Waar de poging van MyTravel (voorheen Airtours) om ter onderbouwing van haar schadevergoedingsactie met een beroep op de Eurowob documenten uit het fusiecontrole-dossier te bemachtigden nog spaak liep bij Commissie en Gerecht, oordeelt het Hof van Justitie thans dat MyTravel met een te magere motivering is afgescheept. |
Jurisprudentie |
Sandd/Selekt Mail |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | concentratie, causaliteit, failing firm, counterfactual, failing division |
Auteurs | Mr. B.J.H. Braeken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij besluit van 8 april 2011 heeft de raad van bestuur van de NMa bepaald dat voor de totstandbrenging van de overname door Sandd B.V. van Deutsche Post Selekt Mail Nederland C.V. en Deutsche Post Mail Distribution (Netherlands) B.V. geen vergunning is vereist.De NMa komt tot dit besluit ondanks haar inschatting dat het verdwijnen van Selekt Mail van de Nederlandse markt kan leiden tot significante mededingingsbeperkende effecten. Doorslaggevend voor haar beslissing om toch geen vergunning te eisen, is de afwezigheid van causaliteit tussen de concentratie en de mededingingsbeperkende effecten. Uit een analyse van de counterfactual blijkt namelijk dat deze effecten zich vermoedelijk ook zullen voordoen in een scenario waarin Selekt Mail niet wordt overgenomen door Sandd. |
Jurisprudentie |
Menzis – Apotheek Van Dalen |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | aanmerkelijke marktmacht, artikel 48 WMG, apotheek, proportionaliteit, samenloop bevoegdheden NMa en NZa |
Auteurs | Mr. M.Ph.M. Wiggers en Mr. dr. J.J.M. Sluijs |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zorgverzekeraar Menzis heeft een klacht ingediend bij de NMa en de NZa, omdat Apotheek J.D. Van Dalen geen contract met Menzis wil sluiten als het preferentiebeleid van Menzis daar onderdeel vanuit maakt. Hierdoor wordt Menzis, die een zorgplicht heeft, geconfronteerd met prijzen die niet marktconform zijn. Apotheek Van Dalen kan, volgens Menzis, weigeren om een contract te sluiten omdat zij aanmerkelijke marktmacht heeft. De NZa neemt – in overleg met de NMa – op grond van de voorrangsregel uit artikel 18 Wet marktordening gezondheidszorg en het Samenwerkingsprotocol de klacht van Menzis in behandeling. |
Jurisprudentie |
Mededingingsanalyse verticale concentratie ambulancezorg: uitspraak Rechtbank Rotterdam te kort door de bocht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | LJN BP5712, concentratiecontrole zorgsector, marktafbakening, zorgbelangen, zienswijze NZa |
Auteurs | Mr. dr. E.M.H. Loozen en Dr. M. Varkevisser |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze uitspraak heeft de Rechtbank Rotterdam het besluit bevestigd waarin de NMa had geconcludeerd dat geen vergunning was vereist voor de overname van de VZA Groep BV door het Academisch Medisch Centrum. De beroepen van Stichting Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en Sint Lucas Andreas Ziekenhuis worden ongegrond verklaard, omdat de NMa volgens de rechtbank aannemelijk heeft gemaakt dat de concentratie niet tot gevolg zal hebben dat de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. In deze annotatie ligt de nadruk op de wijze waarop de markt is afgebakend en de daarop gebaseerde mededingingsanalyse. |
Jurisprudentie |
De ene beslissing is de andere niet: de beperkingen voor nationale autoriteiten |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | negatieve beslissingen, bevoegdheden nationale autoriteiten, procedurele autonomie, rechtstreekse werking Verordening (EG) nr. 1/2003 |
Auteurs | Dr. L. Parret |
SamenvattingAuteursinformatie |
De prejudiciële vragen stellen de bevoegdheidsverdeling tussen de Commissie en de nationale autoriteiten aan de orde. Door te bepalen dat nationale autoriteiten geen negatieve beslissingen mogen nemen (namelijk vaststellen dat er geen inbreuk is op de artikelen 101 of 102 VWEU) worden de krachtverhoudingen binnen het netwerk van handhavers op scherp gesteld. Verrassend is dat niet: dat het ECN-netwerk een samenwerking tussen gelijken zou zijn, is een illusie die nog door weinigen wordt verdedigd. |
Jurisprudentie |
US Supreme Court: American Needle |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | Sherman Act, afgestemd gedrag, ondernemingsbegrip |
Auteurs | Mr. M.J. Plomp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Supreme Court of the United States 24 mei 2010, American Needle Inc./National Football league e.a. De Supreme Court heeft beoordeeld of afspraken tussen de 32 football clubs in de NFL over gezamenlijke exploitatie van IE-rechten en exclusieve licentieverlening onder Section 1 Sherman Act vallen. De Supreme Court oordeelt dat de football clubs geen economische eenheid vormen en op grond van het Amerikaanse kartelverbod hun gedrag onderling hebben afgestemd. De afspraken kunnen gerechtvaardigd zijn op grond van de ‘rule of reason’. Waar in het Europese mededingingsrecht het ondernemingsbegrip centraal staat draait het in het Amerikaanse mededingingsrecht om afgestemd gedrag. Ook onder het Amerikaanse kartelverbod wordt, evenals onder het Europese, aan het ondernemingsbegrip een functionele invulling gegeven. |
Jurisprudentie |
Veolia/CDC-Transdev – heeft de NMa de bus gemist? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | NMa, vergunning, openbaar vervoer, aanbesteding, biedmarkten |
Auteurs | Drs. M. Visser en Drs. J. Algera |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eind 2010 heeft de NMa voor de fusie van de Nederlandse activiteiten van Veolia en CDC-Transdev, eigenaar van Connexxion, na diepgaand twee fase onderzoek een vergunning verleend zonder voorwaarden op te leggen. Door de fusie ontstaat een onderneming met een hoog aandeel op de markt voor openbaar (bus)vervoer in Nederland, en daalt het aantal grotere spelers op de markt (bieders op concessies) van vier naar drie. De auteurs bespreken het besluit van de NMa, vergelijken deze met het besluit van de Franse mededingingautoriteit in dezelfde zaak, en maken op grond hiervan kritische kanttekeningen bij de economische analyse van de effecten van de fusie op de concurrentie. |
Jurisprudentie |
Van Europese en Nederlandse prioriteiten(GvEA 15 december 2010, zaak T-427/08, Confédération europeénne des associations d’horlogers-réparateurs, n.n.g.; CBb 20 augustus 2010, Vereniging van Reizigers/NMa II, LJN BN4700) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | beleidsruimte bij afdoen van klachten zonder onderzoek, primaire en secundaire productmarkten, beginselplicht tot handhaving in het mededingingsrecht |
Auteurs | Mr. P.J. Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
In kort bestek heeft zowel het Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese Unie als het College van Beroep voor het bedrijfsleven zich kritisch uitgelaten over besluiten van respectievelijk de Commissie en de NMa om een klacht niet (verder) in behandeling te nemen wegens gebrek aan prioriteit. Het CBb trekt de teugels aan met de introductie in het mededingingsrecht van de beginselplicht tot handhaving, terwijl het Gerecht, kritisch en tamelijk diep toetsend, de eigen rechtspraak op het punt van het (gebrek aan) ‘communautair belang’ als prioriteringscriterium aanscherpt. |
Jurisprudentie |
CRV/NMa |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | LJN BN9947, misbruik van machtspositie, getrouwheidskortingen, effect, economische benadering |
Auteurs | Dr. mr. M.M. Slotboom en Mr. S.G.H. ter Wee |
SamenvattingAuteursinformatie |
Terwijl uit Europese rechtspraak lijkt te volgen dat een getrouwheidskortingsregeling van een dominante onderneming geacht wordt per definitie een mededingingsbeperkend gevolg te hebben of te kunnen hebben, biedt het CBb in zaak CRV Holding BV/Raad van Bestuur NMa de mogelijkheid aan een dominante onderneming om aan te tonen dat in de haar getrouwheidskorting geen beperking van de mededinging tot gevolg kan hebben gehad. |
Jurisprudentie |
CBb oordeelt dat NMa onderzoek in zaak mobiele operators deels overnieuw moet doen |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | oafg, informatie-uitwisseling, anic-bewijsvermoeden |
Auteurs | Mr. L.E.J. Korsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de langslepende zaak van de mobiele operators heeft het CBb, na de prejudiciële uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak T-Mobile Netherlands (zaak C-08/8), geoordeeld dat de NMa haar onderzoek deels overnieuw moet doen. De rechtbank was reeds in beroep tot deze conclusie gekomen. Dit oordeel is nu in hoger beroep door het CBb bevestigd. De NMa zal derhalve alsnog het door de mobiele operators gevoerde verweer moeten beoordelen dat het causaal verband tussen de door het CBb vastgestelde onderlinge afstemming en het daarop volgende marktgedrag van de mobiele operators ontbreekt. |
Jurisprudentie |
AstraZeneca/Commissie |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | AstraZeneca, misbruik, regelgeving, geneesmiddelensector, toolbox |
Auteurs | Mr. P.P.J. van Ginneken |
SamenvattingAuteursinformatie |
GvEA 1 juli 2010, zaak T-321/05, AstraZeneca AB e.a./Commissie, n.n.g. Misbruik van regelgeving in de geneesmiddelensector. |