In deze noot onder drie arresten van het Hof Amsterdam bespreken de auteurs de discussie omtrent de aansprakelijkheid van een opdrachtgever voor (letsel)schade van een zzp’er. In dat kader wordt – onder meer – ingegaan op de achterliggende (beschermings)gedachte van artikel 7:658 BW en de invoering van lid 4. Dit leidt tot de conclusie dat de wetgever met de invoering van lid 4 vooral heeft beoogd bescherming te bieden aan ‘werkenden’ met wie de inlener zelf geen arbeidsovereenkomst heeft gesloten, maar in feitelijke zin wel een arbeidsrelatie onderhoudt. Hierop wordt de vraag beantwoord of de zzp’er – gelet op zijn onafhankelijke status – een beroep op lid 4 toekomt. |
Verfijn uw zoekresultaat
Jurisprudentie |
Aansprakelijkheid voor (letsel)schade van een zzp’er |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | artikel 7:658 lid 4 BW, zzp’er, arbeidsovereenkomst, opdrachtovereenkomst, gezagsverhouding |
Auteurs | Mr. H. Lebbing en Mevrouw mr. A. van der Veen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Toont 1 gevonden tekst
U kunt door de volledige tekst zoeken naar alle artikelen door uw zoekterm in het zoekveld in te vullen. Als u op de knop 'Zoek' heeft geklikt komt u op de zoekresultatenpagina met filters, die u helpen om snel bij het door u gezochte artikel te komen. Er zijn op dit moment twee filters: rubriek en jaar.