De Hoge Raad heeft twee evenwichtige arresten over werkgeversaansprakelijkheid gewezen. In het arrest Dombrowski/V.O.F. Hulsing-Huppermans oordeelt de Hoge Raad dat de werknemer een eigen verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van het gebruik van veiligheidsmiddelen. In het arrest Boock/Heisterkamp Transport oordeelt hij dat wanneer vaststaat dat de werknemer schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden het aan de werkgever is om te specificeren welke concrete maatregelen hij heeft genomen ter voldoening aan zijn zorgplicht. |
Jurisprudentie |
Werkgeversaansprakelijkheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | werkgeversaansprakelijkheid, goed werkgeverschap, zorgplicht, stelplicht, bewijslastverdeling |
Auteurs | Mr. E. Pans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Aansprakelijkheid voor (letsel)schade van een zzp’er |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | artikel 7:658 lid 4 BW, zzp’er, arbeidsovereenkomst, opdrachtovereenkomst, gezagsverhouding |
Auteurs | Mr. H. Lebbing en Mevrouw mr. A. van der Veen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze noot onder drie arresten van het Hof Amsterdam bespreken de auteurs de discussie omtrent de aansprakelijkheid van een opdrachtgever voor (letsel)schade van een zzp’er. In dat kader wordt – onder meer – ingegaan op de achterliggende (beschermings)gedachte van artikel 7:658 BW en de invoering van lid 4. Dit leidt tot de conclusie dat de wetgever met de invoering van lid 4 vooral heeft beoogd bescherming te bieden aan ‘werkenden’ met wie de inlener zelf geen arbeidsovereenkomst heeft gesloten, maar in feitelijke zin wel een arbeidsrelatie onderhoudt. Hierop wordt de vraag beantwoord of de zzp’er – gelet op zijn onafhankelijke status – een beroep op lid 4 toekomt. |
Jurisprudentie |
Aansprakelijkheid dieren, bedrijfsmatige gebruiker en profijt trekken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | artikel 6:181 BW, paard Loretta, gebruik van een dier, aansprakelijkheid, functioneel verband |
Auteurs | Mr. F.E. Keijzer en Prof. mr. F.T. Oldenhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een 10-jarig meisje loopt in een manege letsel op door een trap van een paard. De eigenaar heeft het ter belering ondergebracht bij de manege om het zadelmak te maken. De gelaedeerde spreekt enkel de bezitter aan. Rechtbank, hof en Hoge Raad achtten niet artikel 6:179 BW, maar artikel 6:181 BW exclusief van toepassing.Hoge Raad: voor de toepassing van artikel 6:181 BW is vereist dat de bedrijfsmatige gebruiker profijt trekt. Niet van belang is of hij tevens bezitter is noch of hij het dier duurzaam gebruikt. Of het doel waarvoor het dier werd gebruikt bijna is bereikt, is evenmin van belang. Aansprakelijkheid ex artikel 6:181 BW berust niet op de wil van personen, maar op de wet. |
Jurisprudentie |
Inkomensschade van naasten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | Overlijdensschade, gederfd levensonderhoud in natura, abstracte of concrete schadebenadering, maximering vergoeding inkomensschade nabestaande ? |
Auteurs | Mevrouw mr. M.C.J. Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft in het arrest van 10 april 2009, NJ 2009/386 (Philip Morris/B) bepaald dat, indien de nabestaande betaald werk opgeeft teneinde zorgtaken te verrichten, de nabestaande in beginsel recht heeft op vergoeding van zijn of haar gehele inkomensschade. |