Jurisprudentie |
Eerste aanleg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Eerste aanleg, Procesinnovatie, Efficiënte procesgang, KEI |
Auteurs | Mr. J. Ekelmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel wordt de aanstaande wetgeving over het civiele procesrecht in eerste aanleg besproken, aandacht gegeven aan innovatieve initiatieven van de rechtbanken (sector civiel en kanton) voor de civiele rechtsgang in eerste aanleg en aangeduid hoe ook recente rechtspraak van de Hoge Raad een efficiënte rechtsgang in eerste aanleg bevordert. |
Jurisprudentie |
Terugkerende vragen bij naming en shaming door toezichthouders |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | naming & shaming, openbaarmaking, publicatie, reputatieschade |
Auteurs | Mr. Margot Aelen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een thema dat direct aan toezicht in de media refereert is naming en shaming. Dat staat voor het verschijnsel dat een toezichthouder een boetebesluit publiceert met als gevolg dat de geadresseerde van het boetebesluit reputatieschade kan leiden. Het publiceren van een boetebesluit heeft binnen het kader van naming en shaming daarmee twee functies. Ten eerste is er een transparantiemotief, wat wil zeggen dat de toezichthouder zijn besluiten openbaar maakt met als doel inzicht te geven in zijn handelen en inzicht te geven in zijn handhavingsbeleid. Ten tweede is er een (in)direct handhavingsmotief: de reputatieschade kan op zichzelf door de toezichthouder worden bedoeld (en door de geadresseerde worden ervaren) als sanctie. Aan beide motieven ligt het idee ten grondslag dat openbaarmaking van boetebesluiten een preventieve functie kan hebben op het gedrag van potentiële normovertreders. |
Jurisprudentie |
De reikwijdte van de geheimhoudingsplichtTussen loyaliteit en klokkenluiden staan wetten in de weg en praktische bezwaren |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | geheimhouding, klokkenluiden, vrijheid van meningsuiting, Wft, belangenconflict |
Auteurs | A.M. Helstone |
SamenvattingAuteursinformatie |
De geheimhoudingsplicht is verbonden met loyaliteit en discretie. Bij schending van deze plicht rijst de vraag of een werknemer recht heeft op klokkenluidersbescherming. Hoofdregel is dat de werknemer eerst intern misstanden aan de orde moet stellen bij een leidinggevende of een andere competente autoriteit of competent orgaan. |
Jurisprudentie |
Voorzieningenrechter keurt opleggen van een persoonlijke boete door DNB aan een bestuurder goed |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | feitelijk leidinggeven, DNB, Slavenburgcriteria, naming and shaming |
Auteurs | M. Aelen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze notenkraker wordt in navolging van de vorige notenkraker ingegaan op het opleggen van boetes aan feitelijk leidinggevenden. In deze uitspraak had DNB een dergelijke boete opgelegd wegens het optreden als bank zonder de daarvoor noodzakelijke vergunning. De bestuurder in kwestie maakte bezwaar tegen het voornemen van DNB om dit besluit te publiceren. De voorzieningenrechter verwacht echter dat de boete in bezwaar in stand zal blijven en ziet daarom geen reden om het besluit tot publicatie van de boete te schorsen. In de notenkraker wordt uitgelegd dat het uitleggen van het begrip feitelijk leidinggeven volgens de Slavenburg-criteria niet altijd consistent wordt toegepast. |
Jurisprudentie |
Rechtbank Rotterdam stelt grens aan het opleggen van een persoonlijke boete aan leden Raad van CommissarissenRb. Rotterdam 27 september 2012 LJN BX8528 (Wegener) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2013 |
Auteurs | E.S. Lachnit LL.M. en M. Aelen LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze notenkraker staat centraal de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam naar aanleiding van boetes die werden opgelegd door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) aan Koninklijke Wegener N.V. (Wegener) wegens het niet-naleven van vergunningsvoorschriften. De NMa legde een last onder dwangsom op en boetes aan de rechtspersoon Wegener en aan onder andere directieleden en leden van de RvC van de betrokken ondernemingen. Het was de eerste keer dat de NMa van haar bevoegdheid om persoonlijke boetes op te leggen gebruikmaakte. In deze notenkraker staat centraal onder welke omstandigheden aan de leden van de RvC persoonlijke boetes door de NMa kunnen worden opgelegd. De conclusie is dat dit op grond van deze uitspraak slechts in uitzonderlijke gevallen mogelijk is. |
Jurisprudentie |
Wegener herzienRb. Rotterdam 27 september 2012 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | voorschrift artikel 41 Mw, Boetebeleidsregels 2009, feitelijk leidinggever, verjaring |
Auteurs | Mr. L.E.J. Korsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Rechtbank Rotterdam heeft het besluit op bezwaar van de NMa vernietigd. De door de NMa aan Wegener en (ex-)bestuurders opgelegde boetes zijn door de rechtbank fors verlaagd. Volgens de rechtbank had de NMa ten onrechte rechttoe rechtaan de Boetebeleidsregels toegepast wat leidde tot veel te hoge boetes. Daarnaast was de scope van de overtreding volgens de rechtbank beperkter dan de NMa had aangenomen. Omdat sprake was van voortdurende overtredingen faalt het beroep op verjaring. De door de NMa aan twee commissarissen opgelegde boetes zijn door de rechtbank geschrapt. Volgens de rechtbank vervulden de commissarissen een toezichthoudende rol. Aansprakelijkheid voor boetes past daar volgens de rechtbank niet bij. |
Jurisprudentie |
De geheimhoudingsplicht op scherp?Rb. Amsterdam 11 juli 2012, LJN BX1528 Rb. Amsterdam 11 juli 2012, LJN BX1531 Rb. Amsterdam 11 juli 2012, LJN BX1537 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2012 |
Auteurs | M. Aelen LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze notenkraker worden drie uitspraken van de Rechtbank Amsterdam over drie vorderingen jegens DSB Bank besproken. De uitspraken zetten het dilemma tussen geheimhouding van toezichtsinformatie en transparantie van het toezicht op scherp. Twee elementen vallen hierbij in het bijzonder op. Ten eerste wordt duidelijk dat openbaarheid van toezichtsinformatie op de financiële markt gevoeliger ligt dan bij de andere economische toezichthouders en bij niet-economische toezichthouders. Ten tweede is er een spanningsveld tussen het civiele recht en het publieke recht. Het dilemma tussen geheimhouding en transparantie en deze beide elementen zullen in deze notenkraker worden besproken. |
Jurisprudentie |
CBb stelt grenzen aan alles-in-één-hand stelsel |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2011 |
Trefwoorden | functiescheiding, alles-in-één-hand stelsel, bouwfraude, onderzoek, uitsluiting van bewijs |
Auteurs | Mr. B.H.J. Braeken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij uitspraak van 30 augustus 20111x LJN BR6737. bevestigt het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 28 april 20092x LJN BI3337. waarin de rechtbank oordeelde dat de NMa de verplichting tot functiescheiding zoals bedoeld in artikel 54a Mw had geschonden. Het CBb overweegt dat de verplichting tot functiescheiding ertoe strekt te verzekeren dat de beslissing om al dan niet een boete op te leggen objectief en onbevooroordeeld plaatsvindt. Volgens het CBb had de NMa zich in de onderhavige zaak niet van die verplichting gekweten. De Juridische Dienst van de NMa had namelijk voorafgaand aan het primaire besluit bij een derde partij feitelijke informatie opgevraagd. Het opvragen van dergelijke informatie kwalificeert als een onderzoekshandeling en is voorbehouden aan de daartoe aangewezen ambtenaren van de NMa. Het CBb overweegt dat binnen het in de Mededingingswet voorziene alles-in-één-hand stelsel de verplichting tot functiescheiding van fundamentele betekenis is. Het CBb verbindt daaraan vervolgens de conclusie dat niet alleen het procedureel incorrect verkregen bewijsmateriaal moet worden uitgesloten, maar dat de ‘smet’ van dit bewijsmateriaal ook kleeft aan de waardering van het reeds in de onderzoeksfase verkregen bewijsmateriaal. Noten |
Jurisprudentie |
Mededingingsanalyse verticale concentratie ambulancezorg: uitspraak Rechtbank Rotterdam te kort door de bocht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | LJN BP5712, concentratiecontrole zorgsector, marktafbakening, zorgbelangen, zienswijze NZa |
Auteurs | Mr. dr. E.M.H. Loozen en Dr. M. Varkevisser |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze uitspraak heeft de Rechtbank Rotterdam het besluit bevestigd waarin de NMa had geconcludeerd dat geen vergunning was vereist voor de overname van de VZA Groep BV door het Academisch Medisch Centrum. De beroepen van Stichting Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en Sint Lucas Andreas Ziekenhuis worden ongegrond verklaard, omdat de NMa volgens de rechtbank aannemelijk heeft gemaakt dat de concentratie niet tot gevolg zal hebben dat de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. In deze annotatie ligt de nadruk op de wijze waarop de markt is afgebakend en de daarop gebaseerde mededingingsanalyse. |
Jurisprudentie |
Het recht op informatie van toezichthouders |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | inzagerecht NZa, medisch beroepsgeheim, artikel 8 EVRM |
Auteurs | Prof. mr. A.T. Ottow |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de orde is het inzagerecht van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op grond van artikel 66 Wet marktordening gezondheidszorg. De NZa stelde een controleonderzoek in bij een ziekenhuis en verlangde daartoe inzage in medische persoonsgegevens. Het ziekenhuis weigerde deze patiëntgegevens te verstrekken met een beroep op het medisch beroepsgeheim. Het CBb oordeelt dat het verschoningsrecht van de medische beroepsgroep niet zonder meer van toepassing is. Een wettelijke grondslag is aanwezig voor een beperking van het recht van patiënten op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer ingevolge artikel 8, lid 2 EVRM en daarmee eveneens voor een inbreuk op het daarmee samenhangende medische beroepsgeheim. |
Jurisprudentie |
2007/3 Ex-bestuurder stichting; aansprakelijkheid bestuurder wegens ernstig verwijtbaar handelen; aansprakelijkheid stichting wegens aantasting eer en goede naam: vorderingen afgewezenScheidsgerecht Gezondheidszorg (mr. A. Hammerstein, voorzitter, drs. D.H. den Blauwen en mw. S.H. Hartman-Faber, arbiters, met bijstand van mr. A.C. de Die, griffier) d.d. 20 augustus 2006 (m.nt. prof. mr. J.G. Sijmons). |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2007 |
Auteurs | |
Jurisprudentie |
2009/8 Sanering Hestia; hoofdelijke aansprakelijkheid voor financiële tekorten van bestuurder en toezichthouder op grond van art. 2:9 BW en van accountant KPMG op grond van art. 6:74 BW; algemene beweringen van de eiseres dat niet adequaat is gehandeld door bestuur en toezichthouder van Hestia alsmede KPMG zijn onvoldoende om ernstige verwijten vast te stellen: vordering afgewezenRechtbank Amsterdam, (mr. M.L.D. Akkaya, mr. J.M. van Hall en mr. A.W.H. Vink) d.d. 26 maart 2008 (m.nt. prof.mr. J.G. Sijmons). |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2009 |
Auteurs | |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 03 2007 |
Trefwoorden | De nederlandsche bank n.v., Toezicht, Toezichthouder, Stichting, Financieel toezichthouder, Aansprakelijkheid, Beleidsruimte, Formele rechtskracht, Schade, Onrechtmatig handelen |
Auteurs | Busch, D. |
Jurisprudentie |
Altmark Trans / Nahverkehrsgesellschaft Altmark |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2003 |
Trefwoorden | staatssteun, voorwaarde, compensatie, hof van justitie EG, lidstaat, vergoeding, begunstigde, dienst van algemeen economisch belang, subsidie, algemeen belang |
Auteurs | F.B. Ronkes Agerbeek |