In overlijdensschadezaken wordt veelal geprocedeerd over schadevergoeding op grond van artikel 6:108 BW. Dit artikel biedt een grondslag voor nabestaanden om een vergoeding voor de kosten veroorzaakt door het verlies van levensonderhoud en de kosten van lijkbezorging te vorderen. In deze zaak hebben de eisers geen vordering ingediend als ‘nabestaanden’, maar als ‘directe schadelijders’ jegens wie ‘direct’ of ‘autonoom’ een (‘tweede’) onrechtmatige daad zou zijn gepleegd. Er wordt dus een bijzonder pad gekozen voor schadeverhaal. In deze noot wordt aandacht besteed aan het vorderingsrecht van respectievelijk de erfgenaam en de zus van de overledene. |
Jurisprudentie |
Over erfgenamen, nabestaanden, naasten en derden als direct gekwetstenRb. Zeeland-West-Brabant 30 januari 2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:2618 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | overlijdensschade, nabestaanden, erfgenaam, artikel 6:108 BW |
Auteurs | Mr. dr. R. Rijnhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Smartengeld zonder bewuste smartRb. Utrecht 6 februari 2013, LJN BZ0813 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | smartengeld, immateriële schadevergoeding, bewustelozen, coma, functies aansprakelijkheidsrecht |
Auteurs | Mr. B.I. Bethlehem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Coma-arrest bepaalde de Hoge Raad dat comateuze slachtoffers recht hebben op smartengeld. Er bleef echter onduidelijkheid bestaan over de vraag of dergelijke slachtoffers slechts vergoedbaar nadeel hebben geleden wanneer bij hen achteraf sprake is geweest van een zekere mate van bewustzijn (de ‘beperkte opvatting’), of dat zij levensvreugde derven ongeacht de vraag of zij zich ooit nog bewust zullen zijn van het feit dat zij in coma hebben gelegen (de ‘ruime opvatting’). De Rechtbank Utrecht toont zich in haar vonnis van 6 februari 2013 (LJN BZ0813) voorstander van de ruime opvatting door smartengeld toe te kennen aan een comateus slachtoffer dat zich niet (aantoonbaar) bewust is (geweest) van het feit dat hij in coma ligt. Deze uitspraak strookt niet met de functies die met het toekennen van smartengeld worden geacht te worden verwezenlijkt. |
Jurisprudentie |
Inkomensschade van naasten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | Overlijdensschade, gederfd levensonderhoud in natura, abstracte of concrete schadebenadering, maximering vergoeding inkomensschade nabestaande ? |
Auteurs | Mevrouw mr. M.C.J. Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft in het arrest van 10 april 2009, NJ 2009/386 (Philip Morris/B) bepaald dat, indien de nabestaande betaald werk opgeeft teneinde zorgtaken te verrichten, de nabestaande in beginsel recht heeft op vergoeding van zijn of haar gehele inkomensschade. |
Jurisprudentie |
2005/26 Baby Kelly; aansprakelijkheid hulpverlener, wrongful life-actie voor het eerst toegewezen naast wrongful birth-actieHoge Raad der Nederlanden (mrs. J.B. Fleers, vice-president/voorzitter, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, F.B. Bakels, raadsheren) d.d. 18 maart 2005 (m.nt. prof. mr. C.J.J.M. Stolker en mw. mr. drs. M.P. Sombroek-van Doorm). |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2005 |
Auteurs | |
Jurisprudentie |
Kroniek rechtspraak civiel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2008 |
Auteurs | M.J.J. de Ridder |
Jurisprudentie |
2003/54 Smartengeld bij coma; bewustzijnsvereiste?Hoge Raad (G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, voorzitter; J.B. Fleers, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst en A. Hammerstein, raadsheren) d.d. 20 september 2002, m.nt. prof. mr. B. Sluijters. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2003 |
Auteurs | |
Jurisprudentie |
ShockschadeHR 9 oktober 2009, LJN BI8583, RvdW 2009, 1154 (Kleijnen c.s./Reaal Schadeverzekeringen) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | Taxibusarrest, schadevergoeding uit onrechtmatigedaad, shockschade |
Auteurs | Prof. mr. S.D. Lindenbergh en Mevrouw I. van der Zalm |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Taxibus-arrest uit 2002 heeft de Hoge Raad aangegeven onder welke omstandigheden naasten van een direct getroffene een eigen aanspraak op schadevergoeding uit onrechtmatige daad hebben. Dat is, kort gezegd, het geval wanneer de naaste door waarneming van het ongeval of door rechtstreekse confrontatie met de gevolgen ervan een in de psychiatrie erkende ziekte heeft opgelopen. In de praktijk komt nogal eens de vraag op onder welke omstandigheden aan deze vereisten is voldaan. |
Jurisprudentie |
Schrik- en affectieschade: Hof Leeuwarden 8 mei 2002, NJ 2003, 233 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 02 2003 |
Trefwoorden | Moeder, Shockschade, Affectieschade, Eigen schuld, Schade, Vergoeding, Gehandicaptenvoertuig, Aansprakelijkheid, Psychische letselschade, Kind |
Auteurs | Schoonen, A.J. |
Jurisprudentie |
Overlijdensschade: Artikel 6:108 BW: HR 16 december 2005, LJN AU6089 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 01 2006 |
Trefwoorden | Levensonderhoud, Samenwoner, Nabestaande, Derven levensonderhoud, Gederfd levensonderhoud, Vergoeding, Overlijden, Huishoudelijke hulp, Huishouden, Inkomen |
Auteurs | Haase, N.C. |
Jurisprudentie |
Smartengeld: HR 24 november 2006, RvdW 2006, 1106 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 01 2007 |
Trefwoorden | Schuldeiser, Vergoeding, Letselschade, Faillissement, Schuldsanering, Smartengeld, Redelijkheid en billijkheid, Schuldenaar, Beperkende werking, Onrechtmatige daad |
Auteurs | Verheij, A.J. |