In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de jurisprudentie op het gebied van het postcontractuele non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. Ook wordt stilgestaan bij de invloed van de Wet franchise op postcontractuele non-concurrentiebedingen in franchiseovereenkomsten. |
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2021 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Franchise, Franchiseovereenkomst, Wet franchise, Non concurrentiebeding, Jurisprudentie |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Actualia contractspraktijk |
Een nieuwe wet, een nieuw geluid – veranderingen voor de franchiseovereenkomst door de Wet franchise |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | franchise, contractenrecht, kwalificatie, goodwill, zorgplicht |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Waarschijnlijk treedt per 1 januari 2021 de Wet franchise in werking. Deze wet brengt nogal wat wijzigingen mee voor de contractspraktijk. In dit artikel wordt bij enkele wezenlijke wijzigingen in de wet stilgestaan en worden denkrichtingen voor de kwalificatie van de overeenkomst, de informatieplicht, de zorgplicht en goodwill en non-concurrentie gegeven. |
Actualia contractspraktijk |
Ontwikkelingen jurisprudentie agentuurovereenkomsten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Agentuur, Klantenvergoeding, Beëindiging agentuurrelatie, Artikel 7:428 BW, Provisie |
Auteurs | Mr. drs. H.S. Kleinjan |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de in 2017 tot en met 2020 gewezen jurisprudentie over agentuurovereenkomsten besproken. Een breed scala aan onderwerpen met betrekking tot agentuurovereenkomsten passeerde de afgelopen drie jaar de revue bij de rechtbanken, de gerechtshoven en het Europese Hof van Justitie. |
Actualia contractspraktijk |
Lessen uit de eerste rechterlijke uitspraken over de COVID-19-crisis en onvoorziene omstandigheden en overmacht bij commerciële contracten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | COVID-19, Onvoorziene omstandigheden, Overmacht, Commerciële contracten, Overheidsmaatregelen |
Auteurs | Prof. mr. R.P.J.L. Tjittes en Mr. J.V. Tetelepta |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2020 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | franchise, concurrentiebeding, franchiseovereenkomst, postcontractueel, prognose-torpedo |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze reeks artikelen betreft een overzicht van jurisprudentie ter zake het postcontractuele non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. In deze aflevering komen onder andere de redelijkheid en billijkheid, de pre-emptive strike en betrokken derden aan de orde. |
Actualia contractspraktijk |
Faillissement is niet (altijd) het bankroet van een contract |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Contract, Faillissement, Nebula, Verrekening, Opzegging |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard en Mr. M.P. Van Eeden-van Harskamp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de auteurs stil bij de inwerking van de insolventieprocedure op overeenkomsten. Zij bespreken aan de hand van recente rechtspraak de hoofdregel dat het faillissement bestaande overeenkomsten niet beïnvloedt, het recht van de curator om tekort te schieten, de gevolgen van het faillissement voor verplichtingen uit huur-, pacht-, arbeids- en agentuurovereenkomsten en de mogelijkheden tot verrekening. |
Actualia contractspraktijk |
Ingebrekestelling: misschien minder formeel, maar het blijft oppassen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Ingebrekestelling, Verzuim, Redelijke termijn, Deformalisering |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 11 oktober 2019 wees de Hoge Raad het arrest Fraanje/Alukon. In dit arrest behandelde hij de vraag hoe de redelijke termijn in een ingebrekestelling moet worden bepaald. Ook oordeelde de Hoge Raad dat een ingebrekestelling niet aan formaliteiten gebonden is, maar dat de rechter er praktisch mee om moet gaan. Het arrest en zijn gevolgen worden in deze bijdrage besproken. |
Actualia contractspraktijk |
Herziening consumentenrechten: verkenning van Richtlijn 2019/771 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 20 mei 2019 werd de Richtlijn Consumentenkoop aangenomen. Deze richtlijn gaat invloed hebben op de wettelijke regeling over conformiteit bij consumentenkoop. De richtlijn voorziet in een eigen conformiteitsregel en een eigen toepassingsbereik. In deze bijdrage wordt de richtlijn verkend en de invloed op de bestaande regeling besproken. |
Actualia contractspraktijk |
Vertrouwen is goed, controle is beter |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | wil, Gerechtvaardigd vertrouwen, Kribbebijter, Totstandkomingsvertrouwen |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wilsvertrouwensleer zorgt in de praktijk voor hoofdbrekens. Het is een leer die breed in het contractenrecht wordt toegepast. In deze bijdrage wordt het onderwerp toegelicht vanuit enkele thema’s, zoals de demotie van een werknemer, de vraag wie als contractspartij optreedt, de deelname aan een spelprogramma en consumenten die op een te lage prijs willen vertrouwen. Oplettendheid blijkt geboden, aldus de moraal van het verhaal. |
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2019 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | franchise, franchiseovereenkomst, non-concurrentiebeding, Wet franchise, jurisprudentie |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van recente jurisprudentie op het gebied van het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst mede in het licht van de Wet franchise. |
Actualia contractspraktijk |
Renteclausules in consumentenovereenkomsten: a pound of flesh |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | rentebeding, Ambtshalve toetsing, Algemene voorwaarden, Wettelijke rente |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de omgang in de rechtspraak met rentebedingen in consumentenovereenkomsten besproken. Onevenredig hoge rentes worden ambtshalve vernietigd. In het Rapport Ambtshalve Toetsing III geeft de rechtspraak aan dat rentes boven de wettelijke handelsrente onevenredig hoog worden geacht. De vraag die resteert is of na vernietiging van de contractuele rente kan worden teruggevallen op de wettelijke rente, mits subsidiair gevorderd. Aan de hand van een arrest van het HvJ EU van 7 augustus 2018 wordt betoogd dat dat niet het geval kan zijn. |
Actualia contractspraktijk |
Verwacht altijd het onverwachte |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Onvoorziene omstandigheden, Redelijkheid en billijkheid, Material adverse change, Projectontwikkeling |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur het arrest van de Hoge Raad inzake gemeente Bronckhorst. Het arrest ging om de onvoorziene omstandigheden. De Hoge Raad herhaalt zijn vaste lijn dat trouw aan het gegeven woord voorop staat. Voor wijziging van de overeenkomst op grond van onvoorziene omstandigheden is slechts in uitzonderingsgevallen plaats. De auteur onderzoekt of de zogeheten material adverse change clausule soelaas had kunnen bieden. |
Actualia contractspraktijk |
Nog een update rechtspraak over het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Franchise, Franchiseovereenkomst, Concurrentiebeding, Franchisegever, Franchisenemer |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Geschillen tussen franchisegevers en franchisenemers over postcontractuele non-concurrentiebedingen in de franchiseovereenkomst blijven met de nodige regelmaat terugkomen in de rechtspraak. Dat is ook niet verwonderlijk, omdat het antwoord op de vraag of een ex-franchisenemer al dan niet gebonden is aan een dergelijk beding aanzienlijke gevolgen kan hebben voor zowel de ex-franchisenemer zelf als de franchisegever en de andere franchisenemers. In dit artikel wordt een samenvatting gegeven van recente jurisprudentie. |
Praktijk |
Ontbinding en opzegging: in de Twilight Zone van ‘tenzij’ en ‘zwaarwegende gronden’ |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Opzegging duurovereenkomst, Ontbinding overeenkomst, Tekortkoming, Auteurscontract, Redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regelingen van opzegging en ontbinding, zoals vormgegeven in de rechtspraak van de Hoge Raad en in de wet, blijven een mijnenveld. Het blijft continu een kwestie van goed manoeuvreren en tijdig klagen en in gebreke stellen. In zijn arrest Nanada/Golden Earring gaat de Hoge Raad nader in op de opzegbaarheid van overeenkomsten en de ontbinding. De auteur bespreekt dit arrest tegen de achtergrond van de opzegging en ontbinding van overeenkomsten. |
Praktijk |
Het wetsvoorstel franchise: better think twice! |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Franchise, Uitleg, Dwaling, NFC |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 12 april 2017 heeft minister Kamp een wetsvoorstel voor de wettelijke verankering van de franchisecode in internetconsultatie gebracht. De schrijvers bespreken dit wetsvoorstel kritisch en menen dat het wetsvoorstel inhoudelijk de toets der kritiek niet kan doorstaan. De wetgever wordt opgeroepen een meer doordacht wetsvoorstel te concipiëren. |
Praktijk |
Update jurisprudentie agentuurovereenkomsten 2015-2017 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Agentuur, Klantenvergoeding, beëindiging agentuurrelatie, artikel 7:428 BW, Provisie |
Auteurs | Mr. drs. H.S. Kleinjan |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de in de periode 1 januari 2015 tot en met 22 mei 2017 gewezen jurisprudentie over agentuurovereenkomsten besproken. Een breed scala aan onderwerpen met betrekking tot agentuurovereenkomsten passeerde de revue de afgelopen twee jaar bij de rechtbanken, de gerechtshoven en het HvJ EU. Gemeenschappelijke noemer was dat vrijwel alle besproken uitspraken verband hielden met de beëindiging van de agentuurovereenkomsten. Een algemeen beeld dat naar voren komt, is dat de agent nog altijd veel bescherming wordt geboden. |
Praktijk |
Houd de vertegenwoordiger kort aangelijnd |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Vertegenwoordiging, schijn van volmachtverlening, Toedoen, Toerekening, Bode, Onderhandelen met een voorbehoud |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 3 februari 2017 wees de Hoge Raad twee arresten over de schijn van volmachtverlening. In deze arresten stond de vraag centraal wanneer van toerekening sprake kan zijn. Het antwoord: als feiten en omstandigheden aanwezig zijn die aan de achterman kunnen worden toegerekend. Deze arresten worden besproken tegen hun dogmatische achtergrond en in vergelijking met de aansprakelijkheid voor bodes en met het geval waarin is onderhandeld met een voorbehoud. |
Praktijk |
Recht doen aan wat partijen bedoelen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Uitleg, Haviltex, Cao, sociaal plan, Redelijkheid en billijkheid, Onvoorziene omstandigheden |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het leerstuk van de uitleg van overeenkomsten blijft in beweging. Waar in 1981 en 1993 de grenspalen werden geslagen door ontwikkeling van de Haviltex-norm en de cao-norm, is sindsdien binnen die norm verfijnd. In 2004 oordeelde de Hoge Raad in DSM/Fox dat tussen beide normen een vloeiende overgang bestaat. Tussen de Haviltex- en cao-norm bleef evenwel een waterscheiding bestaan. Op 25 november 2016 sloeg de Hoge Raad in zijn arrest FNV/Condor een brug tussen cao en Haviltex. Bij uitleg gaat het om wat concreet met een bepaling is bedoeld, niet om wat partijen zouden hebben gewild als ze overal rekening mee hadden gehouden, aldus de Hoge Raad in zijn arrest Flexabram/Iprem van 9 december 2016. Beide arresten worden in deze bijdrage besproken. |
Praktijk |
Update mededingingsrechtelijke aspecten van postcontractuele concurrentieverboden in franchiseovereenkomsten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Franchise, Postcontractuele concurrentieverboden, Verticaal mededingingsrecht, Nevenrestrictie |
Auteurs | Mr. H.E. Urlus |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijdrage ziet op mededingingsrechtelijke ontwikkelingen bij postcontractuele concurrentieverboden in franchiseovereenkomsten en de implicaties van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de beschikking La Retoucherie de Manuele. De auteur stelt de vraag of dergelijke bedingen in de context van franchise nog kunnen worden aangemerkt als noodzakelijke nevenrestricties. Dat is van belang, omdat dergelijke nevenrestricties zijn onttrokken aan mededingingsrechtelijke toetsing, waardoor de merkbaarheid geen rol meer speelt. De auteur wijst erop dat bij een mededingingsrechtelijke toetsing van postcontractuele concurrentieverboden meer factoren van belang zijn dan slechts een belangenafweging tussen partijen. |
Praktijk |
Eigendomsvoorbehoud: de inwerking van een contract op goederenrecht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Eigendomsvoorbehoud, Opschortende voorwaarde, Verpanding, Sale of Goods Act, Weens Koopverdrag |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eigendomsvoorbehoud is volgens artikel 3:92 BW levering van een zaak onder opschortende voorwaarde van betaling van de koopsom. De Hoge Raad oordeelde in zijn arrest van 3 juni 2016 in de zaak Rabobank/Reuser dat de verkrijger onder eigendomsvoorbehoud de zaak rechtsgeldig kan verpanden voordat de opschortende voorwaarde is vervuld. De pandhouder verkrijgt dan een pandrecht onder opschortende voorwaarde van eigendomsverkrijging door de pandgever. In Engeland stond eigendomsvoorbehoud in the picture in het arrest van het UKSC van 11 mei 2016 in de zaak Res Cogitans. Op een overeenkomst die een eigendomsvoorbehoud bevat en bepaalt dat de gekochte zaak mag worden verbruikt voordat betaling van de koopsom heeft plaatsgevonden, is de Sale of Goods Act niet van toepassing. Beide arresten en hun gevolgen voor de rechtspraktijk worden besproken. |