Op 8 juni 2016 werd de Richtlijn (EU) 2016/943 vastgesteld ‘betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan’. Het wetsvoorstel tot implementatie van deze Richtlijn werd door de Eerste Kamer op 16 oktober 2018 als hamerstuk afgedaan. |
Wetenschap en praktijk |
Wet bescherming bedrijfsgeheimen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | bedrijfsgeheim, IE-recht, onrechtmatige daad, innovatie, vertrouwelijkheid |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder, Mr. L.A.E. Thonen en Mr. M. Kool |
SamenvattingAuteursinformatie |
Praktijk |
Regulering van betaaldienstverlening onder PSD II – is tech eating everything? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | PSD II, stand van zaken, betaalinitiatiedienst, rekeninginformatiedienst, open banking |
Auteurs | Mr. J. den Hamer en Mr. R. Middelburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 12 januari 2016 is de herziene richtlijn betaaldiensten (PSD II) in werking getreden. Deze richtlijn vervangt de richtlijn betaaldiensten van 2007 (PSD). Met PSD is destijds een vergunningplicht geïntroduceerd voor een nieuw type financiële onderneming: de betaaldienstverlener. PSD II beoogt twee nieuwe, innovatieve betaaldiensten, namelijk betaalinitiatie- en rekeninginformatiediensten, te reguleren om zodoende de interne markt voor betalingsverkeer te versterken. PSD II zal ‘open banking’ stimuleren. |
Praktijk |
Meavita: to care or not to care? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Meavita, governance, zorginstellingen, goed bestuur, interne toezichthouder |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder en C.J.L. Scholten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met haar Meavita-beschikking onderstreept de Ondernemingskamer vrij recent nog maar eens het belang van goed bestuur en een kritische interne toezichthouder. De beschikking houdt een boodschap in voor alle bestuurders en commissarissen en zal er samen met de reeds aangescherpte kaderwetgeving, op stapel staande wetten en de eigen initiatieven van de zorgsector aan bijdragen dat de governance bij zorginstellingen wordt verbeterd. Ons inziens is dit echter niet voldoende en zal meer juridische kennis bij bestuurders, maar voornamelijk ook bij commissarissen een groot verschil kunnen maken om in de toekomst problemen zoals die speelden bij Meavita te kunnen voorkomen. |