In dit artikel staan twee spraakmakende uitkoopprocedures centraal: Xeikon en Sirowa. De Ondernemingskamer oordeelde in deze uitkoopzaken dat (mogelijke) vorderingen tot schadevergoeding van de vennootschap op derden – en daarmee samenhangend met de door de minderheidsaandeelhouder geleden afgeleide schade – van belang kunnen zijn bij het vaststellen van de uitkoopprijs. Om de (mogelijke) vorderingen op derden te betrekken bij de prijsvaststelling trok zij een parallel met de ratio van de billijke verhoging als bedoeld in art. 2:343 lid 4 BW. In dit artikel onderzoekt de auteur hoe deze benadering past in het leerstuk van de afgeleide schade en zoomt hij nader in op de manier waarop de Ondernemingskamer de uitkoopprijs vaststelde in deze uitkoopprocedures. |
Wetenschap en praktijk |
De uitkoopprocedure en afgeleide schadeBillijke verhoging in de uitkoopprocedure: the law is on the move |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | prijsvaststelling, vordering, Xeikon, Sirowa, uitkoopprijs |
Auteurs | Mr. O. Danismant |
SamenvattingAuteursinformatie |
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2020 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | franchise, concurrentiebeding, franchiseovereenkomst, postcontractueel, prognose-torpedo |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze reeks artikelen betreft een overzicht van jurisprudentie ter zake het postcontractuele non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. In deze aflevering komen onder andere de redelijkheid en billijkheid, de pre-emptive strike en betrokken derden aan de orde. |
Actualia contractspraktijk |
Faillissement is niet (altijd) het bankroet van een contract |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Contract, Faillissement, Nebula, Verrekening, Opzegging |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard en Mr. M.P. Van Eeden-van Harskamp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de auteurs stil bij de inwerking van de insolventieprocedure op overeenkomsten. Zij bespreken aan de hand van recente rechtspraak de hoofdregel dat het faillissement bestaande overeenkomsten niet beïnvloedt, het recht van de curator om tekort te schieten, de gevolgen van het faillissement voor verplichtingen uit huur-, pacht-, arbeids- en agentuurovereenkomsten en de mogelijkheden tot verrekening. |
Wetenschap en praktijk |
(On)zekerheden bij het financieren van het product-als-dienstmodel |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | zekerheden, circulaire economie, product-als-dienstmodel, natrekking, financiering |
Auteurs | Mr. dr. C.H.A. van Oostrum |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ondernemingen die ondernemen conform de uitgangpunten van de circulaire economie ervaren moeilijkheden bij het aantrekken van vreemd vermogen. Dit komt omdat hun innovatieve verdienmodellen voor kredietverstrekkers onzekerheden bevatten. Deze onzekerheden komen ook tot uitdrukking bij het op waarde schatten van de geboden zekerheden. Deze problematiek speelt met name bij circulaire ondernemingen met een product-als-dienstmodel. De problematiek komt voort uit het gegeven dat deze ondernemingen het product-als-dienstmodel toepassen op producten die een lage waarde vertegenwoordigen of die vatbaar zijn voor natrekking. Dit in tegenstelling tot ondernemingen met een traditionele toepassing van het product-als-dienstmodel zoals autoleasemaatschappijen. In dit artikel bespreekt de auteur onzekerheden die een rol spelen bij het bieden van zekerheid voor de financiering van het product-als-dienstmodel zoals dat wordt toegepast door circulaire ondernemingen. Ook wordt ingegaan op mogelijke oplossingen die zijn aangedragen in de literatuur en de praktijk. |
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2019 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | franchise, franchiseovereenkomst, non-concurrentiebeding, Wet franchise, jurisprudentie |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van recente jurisprudentie op het gebied van het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst mede in het licht van de Wet franchise. |
Wetenschap en praktijk |
Overeenkomst en faillissementRien ne va plus? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | faillissement, overeenkomst, verifieerbare vorderingen |
Auteurs | Mr. dr. F. Damsteegt-Molier |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest Credit Suisse/Jongepier q.q. gaat (onder meer) over de vraag hoe moet worden omgegaan met vorderingen die na de datum van het faillissement uit hoofde van een lopende overeenkomst ontstaan. In dit artikel wordt stilgestaan bij de achtergrond van het arrest en wordt bezien wat nu de stand van zaken is op het gebied van de overeenkomst in faillissement. Ook worden de praktische gevolgen van de beslissing van de Hoge Raad belicht. Geconcludeerd wordt dat het arrest een bevestiging is van eerdere rechtspraak op dit punt en dat daarmee de vraag rest of een wetswijziging noodzakelijk is. |
Actualia contractspraktijk |
Nog een update rechtspraak over het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Franchise, Franchiseovereenkomst, Concurrentiebeding, Franchisegever, Franchisenemer |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Geschillen tussen franchisegevers en franchisenemers over postcontractuele non-concurrentiebedingen in de franchiseovereenkomst blijven met de nodige regelmaat terugkomen in de rechtspraak. Dat is ook niet verwonderlijk, omdat het antwoord op de vraag of een ex-franchisenemer al dan niet gebonden is aan een dergelijk beding aanzienlijke gevolgen kan hebben voor zowel de ex-franchisenemer zelf als de franchisegever en de andere franchisenemers. In dit artikel wordt een samenvatting gegeven van recente jurisprudentie. |
Praktijk |
Het borgtochtverweer in de context van overnamecontracten |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | borgtochtverweer, borgtocht, hoofdelijke aansprakelijkheid, afbakeningscriterium, overname |
Auteurs | Mr. J.M. Möller |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het borgtochtverweer, waarbij hoofdelijke aansprakelijkheid op verzoek van degene die zich aansprakelijk heeft gesteld wordt geherkwalificeerd tot borgtocht, zorgt in de financieringspraktijk er nog wel eens voor dat een schuldeiser met lege handen achterblijft. De vraag is of er ook risico’s op een dergelijke herkwalificatie bestaan in de context van overnames. Hiervoor bekeek de auteur de bestaande jurisprudentie en probeerde daaruit bepalende factoren voor de overnamepraktijk te ontlenen. De conclusie luidt dat – net als in de financieringspraktijk – een natuurlijk persoon al snel bescherming toekomt en als borg wordt gekwalificeerd. In concernverhoudingen houdt hoofdelijke aansprakelijkheid in beginsel stand, omdat al snel mag worden aangenomen dat een groepsvennootschap die zich hoofdelijk aansprakelijk stelt indirect profijt van een transactie zal hebben. |
Praktijk |
Remuneration restrictions: zoek de verschillen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | beloningsbeleid, financiële instelling, EBA Guidelines, RBB, bonusplafond |
Auteurs | Mr. L. Nekeman-IJdema |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel belicht de auteur enkele verschillen tussen verschillende wet- en regelgeving op het gebied van beloningsbeleid, op zowel nationaal als Europees niveau. Onderwerpen die aan de orde komen, zijn onder andere groepstoepassing, internationale context, vertrekvergoedingen, moment van toetsing van het bonusplafond en gegarandeerde variabele beloning. Daarnaast worden enkele dilemma’s uit de praktijk beschreven en mogelijke oplossingen aangereikt. |
Praktijk |
Meavita: to care or not to care? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Meavita, governance, zorginstellingen, goed bestuur, interne toezichthouder |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder en C.J.L. Scholten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met haar Meavita-beschikking onderstreept de Ondernemingskamer vrij recent nog maar eens het belang van goed bestuur en een kritische interne toezichthouder. De beschikking houdt een boodschap in voor alle bestuurders en commissarissen en zal er samen met de reeds aangescherpte kaderwetgeving, op stapel staande wetten en de eigen initiatieven van de zorgsector aan bijdragen dat de governance bij zorginstellingen wordt verbeterd. Ons inziens is dit echter niet voldoende en zal meer juridische kennis bij bestuurders, maar voornamelijk ook bij commissarissen een groot verschil kunnen maken om in de toekomst problemen zoals die speelden bij Meavita te kunnen voorkomen. |
Praktijk |
(Beëindiging van) 403-aansprakelijkheidDe stand van zaken anno 2016 |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | 403-aansprakelijkheid, 403-verklaring, hoofdelijke aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M.R.C. van Zoest |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de afgelopen jaren en maanden is over 403-aansprakelijkheid veel discussie geweest. Deze bijdrage beoogt aan de hand van min of meer recente rechtspraak een overzicht te geven van de stand van zaken anno 2016 ten aanzien van een aanzienlijk aantal deelonderwerpen inzake 403-aansprakelijkheid. Enkele deelonderwerpen zijn inmiddels dankzij rechtspraak duidelijk geworden, maar zeker niet alle. Ten aanzien van de nog steeds onduidelijke deelonderwerpen is inmiddels ingrijpen van de wetgever geboden. |
Praktijk |
De internationale koop van een hijskraan: over rente en voordeelstoerekening |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Weens Koopverdrag, voordeelstoerekening, Koop, Ontbinding, Rente |
Auteurs | Mr. Drs. J.H.M. Spanjaard |
Auteursinformatie |
Praktijk |
Toegankelijkheid van rechtspraak, rechtspraak.nl en de bijzondere zorgplicht van financiële instellingen |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2015 |
Auteurs | Dr. C. Bollen |
Auteursinformatie |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak civiel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, schending zorgplicht, schending toezichthoudende taken, integriteitsschade, smartengeld |
Auteurs | Mr. drs. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden in het kort de belangrijkste ontwikkelingen in de jurisprudentie besproken in de periode van 1 juni 2013 tot en met 1 juni 2015. Daarbij wordt eerst ingegaan op de diverse gronden waarop de aansprakelijkheid kan worden gebaseerd: schenden van de zorgplicht, ontoelaatbare gevaarzetting, onbevoegde uitoefening, schenden toezichthoudende taak/bijzondere zorgplicht, gebruik maken van een gebrekkige hulpzaak, niet nakomen protocol, het ontbreken van informed consent en bijzondere vormen van aansprakelijkheid. Voorts wordt ingegaan op het causaal verband en toerekening, in welk kader ook de ontwikkelingen op het gebied van de kansschade aan bod komen. Andere onderwerpen die in de kroniek worden besproken zijn: de omvang van de schadevergoedingen, onrechtmatige uitlatingen over de hulpverlener en het beroepsgeheim. |
Praktijk |
Tegen fraude is geen bankgarantie opgewassen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Bankgarantie, Uitleg, Strikte conformiteit, Bedrog, Willekeur |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bankgarantie is een verbintenisrechtelijke zekerheidsfiguur, die de begunstigde aanspraak geeft jegens een bank op uitbetaling van een doorgaans door een derde verschuldigd bedrag. Indien aan de voorwaarden van de bankgarantie is voldaan, is de bank in beginsel gehouden tot uitkering over te gaan. De bank mag uitkering weigeren op grond van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid, voornamelijk indien sprake is van bedrog of willekeur. In het Amstelpark-arrest, dat in deze bijdrage centraal staat, oordeelde de Hoge Raad dat bedrog of willekeur niet uitsluitend door de opdrachtgever of begunstigde hoeft te zijn bewerkstelligd, maar dat ook bedrog of willekeur van een betrokken derde tot weigering van uitkering kan leiden. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak EU |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | gezondheidsrecht, Hof van Justitie van de EU, zorg in het buitenland, beroepen, aanbesteding |
Auteurs | Mr. M.T. de Gans en mr. H.M. Stergiou |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek wordt een overzicht gegeven van de jurisprudentie van het EU Hof op het terrein van het gezondheidsrecht in de periode van 1 september 2011 tot 1 januari 2015. De behandelde arresten hebben betrekking op de aanbesteding, organisatie en financiering van de gezondheidszorg, genees- en hulpmiddelen, discriminatie op grond van handicap, zorg in het buitenland en beroepen. |
Praktijk |
Private enforcement van het mededingingsrecht: de toekomst van schadevergoedingsprocedures voor kartelschade in Nederland |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | private enforcement, private handhaving van het mededingingsrecht, civiele schadevergoedingsacties wegens kartelschade |
Auteurs | J. Houdijk en T. Schäfers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De handhaving c.q. afdwinging van (de normen van) het mededingingsrecht kent een duale uitwerking. Deze kenmerkt zich namelijk door een publiekrechtelijke en een privaatrechtelijke dimensie. De publiekrechtelijke handhaving is in handen van de nationale mededingingsautoriteiten, zoals de Autoriteit Consument & Markt in Nederland, en van de Europese Commissie binnen de Europese Unie. Publiekrechtelijke interventie heeft tot dusver steeds voorop gelopen binnen de Europese Unie en binnen de EU-lidstaten. Privaatrechtelijke handhaving, dan wel private enforcement, is echter aan een opkomst bezig: het betreft hier de toepassing van mededingingsrechtelijke normen in geschillen tussen private partijen, in het bijzonder in procedures die draaien om schadeverhaal ten aanzien van schade die een onderneming heeft geleden door de kartelgedragingen van andere marktpartijen. De opkomst van het fenomeen van private enforcement van het mededingingsrecht is recent kracht bij gezet door nieuwe regelgevingsinitiatieven van de Europese Commissie. In de Nederlandse rechtspraak zijn inmiddels de eerste schadevergoedingszaken vanwege (gestelde) kartelschade aanhangig. Ondanks deze initiatieven staat private enforcement van het mededingingsrecht in Nederland nog in de kinderschoenen: er zijn nog veel onduidelijkheden en nog vele stappen te zetten alvorens het is uitgegroeid tot een volwassen rechtsgebied. Denk hierbij aan de vaststelling c.q. berekening van geleden schade. Ook op het vlak van de organisatie en financiering van claim(procedure)s zijn interessante ontwikkelingen gaande in de vorm van voorstellen tot nieuwe Nederlandse wetgeving op het gebied van de ‘class action’. |
Praktijk |
Crowdfunding, mede mogelijk gemaakt door de wetgever? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Crowdfunding, Financieringsmogelijkheden, AFM, DNB, Wft |
Auteurs | Mr. J.M. van Poelgeest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat in op het fenomeen crowdfunding en het wettelijk kader. Hierbij wordt ingegaan op de Europese en nationale ontwikkelingen op het gebied van crowdfunding en wordt gekeken naar de mogelijkheden voor de toekomst, waarbij enkele suggesties worden gedaan. Wordt crowdfunding de nieuwe standaard voor financieren? |
Praktijk |
Prijs- en waardebepaling van aandelen in besloten vennootschappen in ondernemingsrechtelijke procedures |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Prijsbepaling, waardebepaling, blokkeringsregeling, uitkoopprocedure, geschillenregeling |
Auteurs | Mr. J. van Borssum Waalkes en Drs. E. van der Schans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de praktijk blijkt de prijs- en waardebepaling van aandelen in besloten vennootschappen in het kader van ondernemingsrechtelijke procedures tussen scheidende aandeelhouders, bij gebreke van statutaire en/of contractuele prijsbepalingsregels, niet zelden een kostbare, tijdrovende aangelegenheid met een onzekere uitkomst, waardoor de rechtszekerheid in het gedrang komt. Aan de hand van een analyse van het huidig wettelijk kader en de rechtspraak omtrent prijs- en waardebepaling van aandelen in ondernemingsrechtelijke procedures doen auteurs een tweetal voorstellen voor aanpassing van de wettelijke regelingen omtrent prijs- en waardebepaling om de gesignaleerde problematiek te mitigeren. |