In this article data derived from observations and interviews are used to examine private methods of investigation as used by corporate security providers in the Netherlands, and the private settlement options which follow those investigations. It is argued that, rather than leadership being exercised by public actors and institutions (police, prosecutors, criminal courts and also civil courts), those actors are selectively and strategically mobilised by corporate security, on behalf of their private sector clients. Corporate security and its clients have a ‘pick and choose’ approach when searching for an optimal solution for the incident at hand (forum shopping). |
Zoekresultaat: 5 artikelen
Jaar 2014 xArtikel |
Over pragmatisme en strategie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | corporate security, private investigations, private settlements, forum shopping |
Auteurs | Clarissa Meerts MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak Wet marktordening gezondheidszorg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2014 |
Trefwoorden | Wet marktordening gezondheidszorg, tariefregulering, budgetfinanciering |
Auteurs | Prof. mr. J.G. Sijmons |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek bevat een overzicht van de jurisprudentie inzake de Wet marktordening gezondheidszorg vanaf juni 2012 tot september 2014. De jurisprudentie betreft geschillen over de budgettering, de kapitaallasten, procedurele aspecten en handhavingsbeslissingen. De jurisprudentie in deze kroniek markeert het einde van de budgetfinanciering. |
Artikel |
Nieuwe strafwetgeving: de stand van zaken |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Wetboek van Strafrecht, Caribisch Wetboek van Strafvordering, Constitutioneel Hof, straf- en strafprocesrecht, stand van zaken strafwetgeving |
Auteurs | Mr. Joost H.J. Verbaan en Mr. Barbara A. Salverda |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs de (aankomende) nieuwe strafwetgeving van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en het gebied van de BES. Beide auteurs maken deel uit van het Antilliaanse projectteam van professor De Doelder. Dit projectteam heeft bijstand verleend bij de totstandkoming van het nieuwe Wetboek van Strafrecht (zelfstandig voor elk van de landen), alsmede bij de herziening van het Caribisch Wetboek van Strafvordering (eenvormig). Met het moderniseren van de teksten wordt in alle landen nieuwe strafwetgeving gecreëerd, met uiteraard de nodige wijzigingen in bestaande praktijk tot gevolg. |
Artikel |
Probleemoplossingsgericht denken bij witwassen van uit eigen misdrijf afkomstige voorwerpen |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Witwassen, Eigen misdrijf, Uitzondering, Poging tot witwassen |
Auteurs | Mr. Joost Verbaan en Mr. dr. Joost Nan |
SamenvattingAuteursinformatie |
According to the text of the law and the meaning of the (international and) Dutch legislator, someone can also commit the crime of money laundering when the illegal proceeds originate from a crime he committed himself. The acquisition or possession of property that was derived from criminal activity is also considered as money laundering regardless whose criminal activity it was. The Dutch Supreme Court made an exception for situations in which the defendant has done nothing to conceal or disguise the criminal background of the property. This means that, for instance, when a drug dealer has hidden his ‘dirty money’ in or around his house, it cannot be qualified as money laundering. This poses problems for investigative authorities. In this article, the possibility of regarding the act of hiding and keeping hidden money as an attempt to launder money, based on the presumption that every act involving the hidden or kept money will result in money laundering, is researched. |
Jurisprudentie |
De Wet Bibob en de ‘criminal charge’Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State 4 juni 2014 ECLI:NL:RVS:2014:1993 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | mr. drs. B. van der Vorm en |
Samenvatting |
In voornamelijk de bestuursrechtelijke literatuur is veel kritiek geuit op de Wet Bibob wet. Zo is ze omschreven als een ‘bestuursrechtelijk wangedrocht’1 en een ‘geforceerd wetgevingsproduct’. De commentaren op deze wet hebben onder andere betrekking op het feit dat de intrekking van een beschikking op grond van de Wet Bibob onder omstandigheden wellicht is aan te merken als een ‘criminal charge’ en in het verlengde hiervan sprake is van een gebrek aan rechtsbescherming voor de betrokkene(n). Voorts wordt het gedoogbeleid ten aanzien van de coffeeshops als problematisch ervaren. Deze problematische aspecten worden in deze annotatie besproken aan de hand van de onderhavige uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Allereerst worden de feiten uit de onderhavige casus besproken. Ten tweede wordt aandacht besteed aan de discussie over de vraag in hoeverre een intrekking van een beschikking op grond van de Wet Bibob dient te worden aangemerkt als een ‘criminal charge’. Ten derde wordt ingegaan op het gedoogbeleid van coffeeshops in relatie tot de toepassing van de Wet Bibob. |