Met het Achmea/Rijnberg-arrest van de Hoge Raad leek een doorbraak te zijn bereikt inzake de doorwerking van private regelgeving in het recht. Wanneer partijen het onderling eens zijn over de toepasselijkheid van bijvoorbeeld gedragscodes, toetst de Hoge Raad er ook aan zonder de juridische status ervan te beoordelen. De vraag wat te doen wanneer de relevantie van private regelgeving tussen partijen wordt betwist, blijkt echter een veel lastiger te nemen hobbel. Recente jurisprudentie over normalisatienormen toont aan dat het in zo’n geval buitengewoon complex is om te bepalen welke rechtsgevolgen aan private regels moeten worden verbonden. Wettelijke (h)erkenningsregels die de rechter behulpzaam kunnen zijn bij het kwalificeren en waarderen van private regels worden in die situatie node gemist. Hier ligt ook een taak voor wetgevingsjuristen. De vraag is alleen of één algemeen wettelijk kader voor uiteenlopende vormen van private regelgeving momenteel al haalbaar is. Werken met experimenteerbepalingen zou wel eens vruchtbaarder kunnen blijken te zijn. Dergelijke bepalingen zullen alleen werken wanneer wetgevingsjuristen, die ze moeten opstellen, zich eerst verdiepen in de schaduwwereld van private normen waarop deze bijdrage enig licht probeert te werpen. |
Zoekresultaat: 9 artikelen
Jaar 2018 xObjets trouvés |
Recht is niet alleen recht als er recht op staatOver het (h)erkennen van de rechtskracht van private normen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | normalisatie, meetinstructie, prejudiciële vragen, status en rechtsgevolgen |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Redactioneel |
De dood |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | overlijdensschade, zorgschade, affectieschade, shockschade |
Auteurs | Mr. dr. R. Rijnhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze uitgave van TVP betreft een themanummer over ‘de dood’ en aansprakelijkheid/schadevergoeding. Het themanummer valt uiteen in drie delen: schade veroorzaakt voorafgaand aan de dood, wat de dood inhoudt en voor welke schade daarna vergoeding zou moeten worden geboden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | affectieschade, shockschade, wetsvoorstel affectieschade, smartengeld, nabestaanden |
Auteurs | Prof. mr. S.D. Lindenbergh |
SamenvattingAuteursinformatie |
De invoering van het ‘wetsvoorstel affectieschade’ roept een aanspraak op smartengeld in het leven voor naasten en nabestaanden. Dat roept vervolgens de vraag op hoe deze aanspraak zich verhoudt tot het recht op schadevergoeding van iemand die door confrontatie met een schokkende gebeurtenis geestelijk letsel heeft opgelopen. Daarover gaat deze bijdrage. |
Artikel |
Waarom het rekensjabloon van het nieuwe model moet worden aangepast |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | artikel 6:108 BW, overlijdensschade, gederfd levensonderhoud, oud model, nieuw model |
Auteurs | Mr. J.M. Tromp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de vraag centraal of het rekensjabloon in het economisch deel 1 van het nieuwe model geschikt is om de uitkomsten te verwerken van de in het juridisch deel 2 te maken keuzes. De conclusie is dat dat niet zo is. Een praktische oplossing wordt aangedragen. |
Kroniek |
Kroniek wetgeving gezondheidsrecht 2016-2018 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | patiëntenrechten, derdenbelangen, kwaliteit van zorg, geneesmiddelen, medische hulpmiddelen |
Auteurs | Mr. drs. J.J. Rijken en mr. W.F. van der Wel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Kroniek wetgeving gezondheidsrecht geeft de lezer een overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van Nederlandse wetgeving in het gezondheidsrecht. De selectie van wetgeving is gemaakt met behulp van de zoekmachine op de website van de Eerste Kamer, en behelst aanhangige en aangenomen wetsvoorstellen van 1 januari 2016 t/m 1 juni 2018 van de ministeries van VWS en VenJ, en consultaties van beide ministeries. |
Artikel |
Empirisch-juridisch onderzoek in NederlandBespiegelingen over de stand van zaken in de rechtswetenschap, het juridisch onderwijs en de rechtspraktijk |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Empirical methods, Legal research, Legal education, Legal practice, Legislation |
Auteurs | Dr. Nieke Elbers, Mr. dr. Marijke Malsch, Dr. Peter van der Laan e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Empirical Legal Studies (ELS) is research in which legal questions are answered using empirical research methods. Traditionally, lawyers conduct normative, non-empirical research. Lately the legal discipline is increasingly interested in ELS. It is argued that we need more ELS. This raises the question to what extent Dutch researchers and practitioners conduct and apply ELS. In this article, we investigate the state of affairs of ELS in the Netherlands. We look at three different areas: legal research, legal education and legal practice. The data we use are legal PhD theses, legal course material, legislative proposals, and questionnaire data from legal practitioners. The methods are a systematic review, a quantitative content analysis, and a questionnaire research. Our study on legal research shows that researchers do apply empirical methods, but mainly the researchers with an education in social science. Our study on legal education shows that lawyers receive hardly any training on empirical research methods. Finally, our research on legal practice shows that practitioners and legislators struggle to apply empirical legal research. We plead for investments to enhance the production and usage of ELS, to prevent wrongful judicial decision-making, to generate effective legislation, and to create scientific innovation. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Legal culture, Civil law, Justice, Experiment, Empirical Legal Research |
Auteurs | Prof. dr. Willem van Boom, Dr. Chris Reinders Folmer en Dr. Pieter Desmet |
SamenvattingAuteursinformatie |
A common conception in the legal literature holds that in a given country, the law in force is to be understood against the background of shared beliefs about justice in that particular country. If that conception holds true, the applicable civil law in a particular country should reflect the shared views on ‘civil justice’ within that country and, as a result, citizens should reveal a preference for domestic civil law over the civil law of another country for a given case. In this research we empirically investigated to what extent the applicable law in particular cases corresponds to actual beliefs about what is seen as just in those situations. Does Dutch liability law in a particular case correspond with what citizens in the Netherlands consider to be just in that case? And does the applicable English liability law correspond to what English people consider fair in that case? |
Artikel |
Zorgbehoefte als schadeCiviele aansprakelijkheid voor zorgschade in relatie tot het publieke zorgaanbod |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2018 |
Auteurs | Mr. M. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
|