Naasten en nabestaanden van slachtoffers van ernstige misdrijven kunnen, indien zij door de confrontatie met de schokkende gebeurtenis psychische schade lijden, zich met hun vordering tot vergoeding van shockschade voegen in het strafproces. Hoe en in welke mate worden shockschadevorderingen in het strafproces inhoudelijk behandeld, gegeven het feit dat deze vorderingen snel een onevenredige belasting van het strafproces kunnen opleveren? Welke invloed en betekenis heeft de verruiming van het voegingscriterium per 1 januari 2011 hierin? Ter beantwoording van deze vragen hebben de auteurs uitvoerig jurisprudentieonderzoek uitgevoerd naar het ‘lot’ van shockschadevorderingen in het strafproces. |
Zoekresultaat: 36 artikelen
Jaar 2015 xArtikel |
De shockschadevordering in het strafproces |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | shockschade, strafproces, voeging benadeelde partij |
Auteurs | Mr. E.S. Engelhard, Mr. M.R. Hebly en Mr. drs. I. van der Zalm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Casus |
In memoriam Nils Christie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 4 2015 |
Auteurs | Eric Wiersma |
Auteursinformatie |
Artikel |
De epidemiologie van kinderdoding in Nederland, 2009-2014 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 0304 2015 |
Trefwoorden | Child homicide, Filicide, The Netherlands, Epidemiology, Copycat |
Auteurs | Marieke Liem en Stephanie Haarhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Child homicide is a phenomenon that not infrequently leads to shock and societal unrest. However, the precise nature and scope of child homicide in the Netherlands remains unknown. This article attempts to fill the gap in our current knowledge by reporting descriptive research on child homicide in the Netherlands in the period 2009-2014. Further, this article aims to assess if media attention regarding child homicide brings about a so-called copycat-effect. By means of descriptive statistics, case, victim and perpetrator characteristics of 74 cases of filicide are assessed. |
Artikel |
De casus TuitjenhoornConclusies, adviezen en oordeel achteraf |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2015 |
Trefwoorden | Tuitjenhoorn, IGZ, bevel, Samenwerkingsprotocol IGZ-OM |
Auteurs | Mr. A.C de Die |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van de casus Tuitjenhorn, waarbij een huisarts een terminaal zieke patiënt twee injecties toedient, waarna de patiënt overlijdt. Nadat de coassistent de casus bespreekt met haar begeleider bij het AMC, dit tot een melding aan de IGZ leidt en aan de huisarts een tijdelijk verbod tot beroepsuitoefening wordt opgelegd, pleegt de huisarts suïcide. Aandacht wordt besteed aan het Rapport van de Evaluatiecommissie Tuitjenhorn, naar aanleiding van de uitspraak over het opgelegde bevel, aan het handelen van de IGZ en de communicatie van overheidswege. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak tuchtrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2015 |
Trefwoorden | tuchtrecht, ontvankelijkheid, ouderlijk gezag, voorbehouden handelingen, tuchtmaatregel |
Auteurs | mr. E.J.C. de Jong en mr. W.R. Kastelein |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze zevende kroniek rechtspraak tuchtrecht die in TvGR wordt gepubliceerd, worden in grote lijnen dezelfde onderwerpen als in de vorige kroniek behandeld, namelijk opvallende uitspraken over ontvankelijkheid en aanverwante procesrechtelijke onderwerpen, vraagstukken rond ouderlijk gezag, voorbehouden handelingen, verantwoordelijkheidsverdeling, (de zwaarte van) de door de tuchtcolleges opgelegde tuchtmaatregelen, verwisselingen, rapporten en verklaringen, alsmede dossiervoering. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak rechten van de mens |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2015 |
Trefwoorden | EVRM, EHRM, rechten van de mens, schending |
Auteurs | Prof. mr. A.C. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM of Hof) heeft in het verslagjaar 2014-2015 een groot aantal voor het gezondheidsrecht interessante uitspraken gedaan. Een selectie van ruim 50 verkort weergegeven zaken leert dat het Hof zich onder andere heeft uitgesproken over gebrekkige samenwerking in de zorg, de kwaliteit van de lijkschouw, de toegang tot informatie in een deskundigenrapport, de omgang met restembryo’s en het staken van een zinloze behandeling. Deze en andere hieronder te bespreken onderwerpen zijn ook voor Nederland relevant. |
Artikel |
Vervolg je reis en struikel niet: antropologie van dood en taboe |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Death, denial, taboo, anthropology, Suriname |
Auteurs | dr. ir. Yvon van der Pijl |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article explores the relation between death, the fear and denial of it, and the appeal of mortuary rites attempting to transcend senses of mortality. It aims to show how our Own death, as a shamefull and solitary characteristic of modernity, has become a taboo and how it simultaneously continues to spur our imagination of the way Others die. Building on research in Suriname, it argues that both colonial compulsion and anthropological gazing have contributed to distorted and ambiguious attitudes toward death cross-culturally. As such, the article seeks to advance discussions on death and taboo as a perpetuum mobile of dread and everlasting enchantment. |
Discussie |
Satire en politiek incorrecte taal: de premie op taboe-doorbreken |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | satire, taboo, political correctness, free speech, the right to insult |
Auteurs | Dr. Bas van Stokkom |
SamenvattingAuteursinformatie |
This essay argues that the breaking of taboos is an effective means to increase one’s definition-power and discredit the establishment. But rhetorical warfare and satire may also turn into its opposite: strengthening fanaticism. First, the author discusses the controversy surrounding the cartoons of Charlie Hebdo and the militant pleas for maximum artistic freedom, articulated by Salman Rushdie and others. In the second part of this essay the author argues that advocates of an inviolable right to freedom of expression, including the right to insult, may create their own taboos. Within the tabloid press and the outrage industry this ‘right’ gets more aggressive functions. Finally, some ambiguities about political correctness and the racism-taboo are discussed. |
Boekbespreking |
Do these words give rise to doubts? Unraveling the effects of delivering a Victim Impact Statement |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 3 2015 |
Auteurs | Mr. dr. Marijke Malsch |
Auteursinformatie |
Artikel |
De verhaalsmogelijkheden bij schade door een ongeschikte medische hulpzaak anno 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | artikel 6:77 BW, medische hulpzaak, aansprakelijkheid, schade, notified body |
Auteurs | Mr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Indien een patiënt schade heeft geleden ten gevolge van een lekkend borstimplantaat, een niet goed sluitende hartklep, een heup die metaaldeeltjes afgeeft of een andersoortige medische hulpzaak, rijst de vraag of, en zo ja, op wie hij deze schade zou kunnen verhalen. In dit artikel wordt besproken welke actoren de patiënt zou kunnen aanspreken, waarbij met name gekeken zal worden naar recente ontwikkelingen op het gebied van de aansprakelijkheid van deze actoren. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak civiel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, schending zorgplicht, schending toezichthoudende taken, integriteitsschade, smartengeld |
Auteurs | Mr. drs. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden in het kort de belangrijkste ontwikkelingen in de jurisprudentie besproken in de periode van 1 juni 2013 tot en met 1 juni 2015. Daarbij wordt eerst ingegaan op de diverse gronden waarop de aansprakelijkheid kan worden gebaseerd: schenden van de zorgplicht, ontoelaatbare gevaarzetting, onbevoegde uitoefening, schenden toezichthoudende taak/bijzondere zorgplicht, gebruik maken van een gebrekkige hulpzaak, niet nakomen protocol, het ontbreken van informed consent en bijzondere vormen van aansprakelijkheid. Voorts wordt ingegaan op het causaal verband en toerekening, in welk kader ook de ontwikkelingen op het gebied van de kansschade aan bod komen. Andere onderwerpen die in de kroniek worden besproken zijn: de omvang van de schadevergoedingen, onrechtmatige uitlatingen over de hulpverlener en het beroepsgeheim. |
Artikel |
An all-European holiday?De vakantieregeling in de Arbeidstijdenrichtlijn en het Burgerlijk Wetboek |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Vakantieregeling, Arbeidstijdenrichtlijn, Europees recht, Implementatie |
Auteurs | Mr. dr. H.J. van Drongelen, Mr. J. TenHoor en Mr. dr. S.J. Rombouts |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het recht op vakantie is inmiddels niet meer weg te denken uit het arbeidsrecht. In deze bijdrage wordt ingegaan op de samenhang tussen het Europese recht op vakantie dat is neergelegd in de Arbeidstijdenrichtlijn en de regeling van het recht op vakantie in onze nationale wetgeving. Daarbij komt een aantal vragen aan de orde. Wat betekent de Europese regelgeving en rechtspraak voor het recht op jaarlijkse vakantie van de Nederlandse werknemer? Op welke punten is het Nederlandse recht geharmoniseerd en op welke punten, wellicht ten onrechte, (nog) niet? Ook komt aan de orde of daar waar de Nederlandse wetgever heeft geprobeerd om het nationale recht te harmoniseren, dit wel succesvol is geweest. De beantwoording van deze vragen leert dat er een aantal onduidelijkheden bestaat rondom het Europese recht op vakantie en de vertaling daarvan door de Nederlandse wetgever. |
Column |
Klachtgerechtigdheid van een nabestaande in het BIG-tuchtrecht ten onrechte beperkt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | tuchtrecht, nabestaande, rechtstreeks belanghebbende, ontvankelijkheid |
Auteurs | Mr. L.E. Kalkman-Bogerd |
SamenvattingAuteursinformatie |
De afgelopen jaren heeft het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) een aantal uitspraken gedaan over de klachtgerechtigdheid van een naaste betrekking die na het overlijden van de patiënt als nabestaande een tuchtklacht indient over aan de patiënt verleende zorg. Het CTG zoekt bij het antwoord op de vraag of de nabestaande rechtstreeks belanghebbend is ten onrechte aansluiting bij de vertegenwoordigingsregeling van de geneeskundige behandelingsovereenkomst (art. 7:465 BW). Deze vertegenwoordiging eindigt met het overlijden van de patiënt en heeft geen betrekking op het indienen van een tuchtklacht. De benadering van het CTG doet ook geen recht aan het primaire doel van het tuchtrecht: handhaving en waar nodig verbetering van de kwaliteit van de zorgverlening. Het tuchtrecht is niet primair bedoeld voor genoegdoening van de patiënt. De klachtgerechtigdheid van een nabestaande vloeit voort uit zijn verwantschap aan de patiënt. Die verwantschap maakt hem, behoudens bijzondere omstandigheden, rechtstreeks belanghebbend, niet het antwoord op de vraag of de nabestaande geacht wordt de patiënt te vertegenwoordigen. |
Artikel |
Tuchtrecht – meer tucht dan rechtVoorzittersrede VGR 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | tuchtrecht, strafrecht, artikel 6 lid 1 EVRM |
Auteurs | Prof. mr. A.C. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
De tuchtcolleges hebben afgelopen jaren de tuchtrechtelijke normen zowel ratione personae als ratione materiae fors opgerekt. Het tuchtrecht drijft daarmee af van zijn oorspronkelijke doelstellingen, te weten het bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. In plaats daarvan lijkt het tuchtrecht steeds meer te verworden tot instrument om onwenselijk gedrag van beroepsbeoefenaren, zowel beroepsmatig gedrag als in de privésfeer, te kunnen bestraffen. Ook anderszins glijdt het tuchtrecht af naar een vorm van strafrecht light. Dit roept fundamentele vragen op. |
Boekbespreking |
R.P. Wijne, Aansprakelijkheid voor zorggerelateerde schade en Medische aansprakelijkheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2015 |
Auteurs | Prof. mr. J.C.J. Dute |
Auteursinformatie |
Artikel |
Een nieuwe methode voor het berekenen van schade bij overlijdenTotstandkoming van de nieuwe rekenmethodiek in de Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | derving levensonderhoud, Notitie Denktank Overlijdensschade, Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade, De Letselschade Raad |
Auteurs | Mr. H.M. Storm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Samen met Jessica Laumen, initiatiefneemster en voorzitter van de Denktank Overlijdensschade, staat de auteur stil bij de totstandkoming van de Notitie Overlijdensschade van de Denktank en de inhoud daarvan. De Notitie bevat een nieuwe rekenmethodiek voor het vaststellen van overlijdensschade (derving levensonderhoud) en kwam na veel discussie en overleg met alle marktpartijen in de letselschadewereld en met behulp van onderzoek van het Nibud tot stand. Op deze nieuwe rekenmethodiek in de Notitie van de Denktank en het onderzoeksrapport van het Nibud is de nieuwe Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade van De Letselschade Raad gebaseerd. De inhoud van de richtlijn wordt besproken. |
Artikel |
Het werk van de familierechercheur: een bron van stress of een bron van persoonlijke groei? |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Familierechercheurs, werkgerelateerde stress, secundaire traumatische stress, secundaire posttraumatische groei |
Auteurs | Marieke Saan MSc, Lidewij Bollen MSc en Dr. Mr. Maarten Kunst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dutch family liaison officers inform and support trauma victims or their relatives. Recent studies suggest that professionals working with trauma victims may develop work-related stress. However, other studies have shown that professionals can also develop personal growth from their experiences with traumatized persons. This study was the first to investigate to what extent Dutch family liaison officers experience work-related stress or personal growth. Results suggest that the majority of the respondents experience no or very low levels of work-related stress. Levels of personal growth appear to be rather low as well, but seem to be more broadly dispersed. These findings suggest that Dutch family liaison officers are able to cope with the potentially negative effects of their work and even experience positive outcomes from working with traumatized persons. In spite of this, many participants provided suggestions for further improvement of their work practices. |
Redactioneel |
Even centraal? Transities naar centralisatie of decentralisatie in de veiligheidszorg |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 3 2015 |
Auteurs | Mr. dr. Sigrid van Wingerden |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2015 |
Auteurs | Mr. E.M.A. van Amersfoort |
Artikel |
Erfrecht in de onderwereld (deel 2) |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | bijstandsfraude, belastingfraude, navordering, Wet op de economische delicten, naam zuiveren van erflater |
Auteurs | Mr. L.A.G.M. van der Geld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Erfgenamen kunnen worden geconfronteerd met door erflater gepleegde fraude, zoals bijstandsfraude en belastingfraude. Wat betekent dat voor de nalatenschap? Erfgenamen kunnen ook zelf fraude plegen door bijvoorbeeld vermogen te blijven verzwijgen en daarover geen aangifte te doen. Deel 2 van een drieluik over erfrecht in de onderwereld. |