Niet-gecontracteerde zorgaanbieders, cessieverbod |
Artikel |
Van hoofdbehandelaar naar regiebehandelaar en kwaliteitsstatuut in de GGZ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2015 |
Trefwoorden | hoofdbehandelaar, regiebehandelaar, kwaliteitsstatuut |
Auteurs | Mr. dr. E. Plomp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 18 mei 2015 presenteerde de Commissie Hoofdbehandelaarschap GGZ, bestaande uit prof. dr. P.L. Meurs (voorzitter), prof. dr. J. Legemaate en prof. dr. W.A.B. Stalman, haar advies ‘Hoofdbehandelaarschap GGZ als Noodgreep’. Dit artikel bespreekt de belangrijkste onderdelen van het advies en auteur plaatst er enkele kritische kanttekeningen bij. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak rechten van de mens |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2015 |
Trefwoorden | EVRM, EHRM, rechten van de mens, schending |
Auteurs | Prof. mr. A.C. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM of Hof) heeft in het verslagjaar 2014-2015 een groot aantal voor het gezondheidsrecht interessante uitspraken gedaan. Een selectie van ruim 50 verkort weergegeven zaken leert dat het Hof zich onder andere heeft uitgesproken over gebrekkige samenwerking in de zorg, de kwaliteit van de lijkschouw, de toegang tot informatie in een deskundigenrapport, de omgang met restembryo’s en het staken van een zinloze behandeling. Deze en andere hieronder te bespreken onderwerpen zijn ook voor Nederland relevant. |
zorgverzekeraar, aanbestedende dienst |
Euthanasiewens; beoordeling wilsbekwaamheid |
Thuiszorg; opzegging zorgovereenkomst; norm artikel 7:460 BW; gewichtige reden; KNMG-richtlijn |
Jurisprudentie |
2015/199 Rechtbank Midden-Nederland 8 april 2015 (m.nt. prof. mr. J.G. Sijmons) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | Art. 13 Zvw, vergoeding voortgezette behandeling, ononderbroken zorgverlening, cessie op zorgaanbieder, onrechtmatige daad zorgverzekeraar |
Samenvatting |
Artikel |
Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg: zit de wetgever op het goede spoor? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | elektronische informatie-uitwisseling, gegevens, EPD, toestemming |
Auteurs | Mr. dr. M.C. Ploem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden de bepalingen van het wetsvoorstel ‘cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens’ in het licht geplaatst van en vergeleken met de huidige regels voor gegevensuitwisseling in de zorg. Geconcludeerd wordt dat het huidige juridische kader wordt aangescherpt met het van kracht worden van het wetsvoorstel. Dat is een goede zaak, al is bij de toegankelijkheid en de praktische uitvoerbaarheid van de nieuwe wetsbepalingen nog wel een aantal kanttekeningen te plaatsen. |
Column |
Klachtgerechtigdheid van een nabestaande in het BIG-tuchtrecht ten onrechte beperkt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | tuchtrecht, nabestaande, rechtstreeks belanghebbende, ontvankelijkheid |
Auteurs | Mr. L.E. Kalkman-Bogerd |
SamenvattingAuteursinformatie |
De afgelopen jaren heeft het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) een aantal uitspraken gedaan over de klachtgerechtigdheid van een naaste betrekking die na het overlijden van de patiënt als nabestaande een tuchtklacht indient over aan de patiënt verleende zorg. Het CTG zoekt bij het antwoord op de vraag of de nabestaande rechtstreeks belanghebbend is ten onrechte aansluiting bij de vertegenwoordigingsregeling van de geneeskundige behandelingsovereenkomst (art. 7:465 BW). Deze vertegenwoordiging eindigt met het overlijden van de patiënt en heeft geen betrekking op het indienen van een tuchtklacht. De benadering van het CTG doet ook geen recht aan het primaire doel van het tuchtrecht: handhaving en waar nodig verbetering van de kwaliteit van de zorgverlening. Het tuchtrecht is niet primair bedoeld voor genoegdoening van de patiënt. De klachtgerechtigdheid van een nabestaande vloeit voort uit zijn verwantschap aan de patiënt. Die verwantschap maakt hem, behoudens bijzondere omstandigheden, rechtstreeks belanghebbend, niet het antwoord op de vraag of de nabestaande geacht wordt de patiënt te vertegenwoordigen. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak zorgverzekeringsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2015 |
Auteurs | Mr. H.M. den Herder en mr. C. van Balen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden de belangrijkste uitspraken behandeld die met betrekking tot de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten zijn gedaan in de periode van 1 april 2013 t/m 1 januari 2015. Met betrekking tot de Zorgverzekeringswet worden in hoofdzaak de inhoud van de zorgverzekering en de zorgverzekeraars besproken. Wat betreft de AWBZ komen de kring der verzekerden en de aanspraken aan bod. Daarnaast wordt aandacht besteed aan uitspraken over de zorginkoop en over de afbakening tussen de Zorgverzekeringwet en de AWBZ. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak Wet Bopz 2013-2014 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | Wet Bopz, kroniek rechtspraak, gedwongen zorg, procedurele vereisten |
Auteurs | Mr. dr. V.E.T. Dörenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek bevat een selectie van rechtspraak die is gewezen in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 januari 2015. Er is aandacht voor uitspraken met betrekking tot de inhoudelijke vereisten voor gedwongen opneming, de procedurele vereisten, vereisten rondom bijzondere machtigingen en vereisten rondom gedwongen verblijf. Hierin is dit keer ook een aantal tuchtrechtelijke uitspraken betrokken. |
Artikel |
Strafrecht en de (kwaliteit van) zorgEen benadering vanuit de gezondheidsrechtelijke praktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | strafrecht, tuchtrecht, kwaliteit van zorg, meldingsprocedure IGZ-OM |
Auteurs | Mr. W.R. Kastelein |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat is het effect van het gebruik van het strafrecht in de zorg op de kwaliteit van zorg? Bij een vergelijking van de jurisprudentie in tucht- en strafzaken lijkt de strafrechter bij hetzelfde feitencomplex grondiger onderzoek te doen. Vanuit die optiek is het feit dat er, mede ten gevolge van een onvoldoende instroom van zaken bij het OM, weinig levensdelicten in de zorg strafrechtelijk worden getoetst een gemiste kans. Die instroom zou wellicht beter kunnen worden gewaarborgd door een meldingsprocedure bij IGZ met een ‘doormelding’ aan het OM van potentiële levensdelicten in de zorg, vergelijkbaar met de meldingsprocedure euthanasie. |