De overheid stimuleert zelfregulering door het veld, zodat zij zelf minder regels hoeft te ontwikkelen. Zij doet daarbij een beroep op het verantwoordelijkheidsgevoel van het veld. Tegelijkertijd omarmt de wetgever de zelfregulering door inbedding ervan in wet- en regelgeving. Daarmee verandert het karakter van de regulering. In hoeverre is er nog sprake van zelfregulering? Is de zelfregulering door de inbedding in wet- en regelgeving feitelijk geen overheidsregulering geworden? Als casestudy wordt in deze bijdrage de toelating van internationale studenten in het Nederlandse hoger onderwijs beschreven. De uitvoeringspraktijk in deze sector maakt duidelijk dat de vervlechting van beide vormen van regulering, indien niet goed doordacht en op elkaar afgestemd, tot een juridisch kwetsbare constructie leidt. |
Artikel |
Wettelijk geconditioneerde zelfregulering: het dilemma van het omarmen van zelfregulering door de wetgeverCasestudy: de Gedragscode internationale student in het Nederlandse hoger onderwijs |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Gedragscode, hoger onderwijs, wettelijk geconditioneerde zelfregulering |
Auteurs | Mr. dr. A.G.D. Overmars |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Inspraak van verstandelijk gehandicaptenEffectiviteit en ineffectiviteit van wet- en regelgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Wetgeving, Naleving, Inspraak, Medezeggenschap |
Auteurs | Mr. dr. M. Malsch en Mr. M.L.W. Verhagen-Maat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt de doelstellingen van de wet- en regelgeving die van toepassing is op inspraak in de zorg en onderzoekt de doelbereiking in de praktijk. Ingegaan wordt op de doelstelling en naleving van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ) en van wetten en beleidsregels die betrekking hebben op andere vormen van inspraak van verstandelijk gehandicapten, zoals het zorgplan en het leefwensenonderzoek. Geen van de betrokken wetten of beleidsregels blijkt in de praktijk te functioneren conform het doel: vergroting van de daadwerkelijke inspraak van de cliënt. De vraag wordt gesteld of wet- en regelgeving een geschikte methode is om betere inspraak te bevorderen. In de conclusies worden suggesties voor verbetering van mogelijkheden van inspraak gedaan, waarbij aandacht wordt besteed aan zowel wet- en regelgeving en toezicht als alternatieve benaderingen. |
Artikel |
Hoe de belastingheffer de mens ontdektEen praktijkperspectief op de relatie tussen belastingregels en belastinggedrag |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | belastingheffing, gedragsregulering, gedragsbeïnvloeding, communicatie, nudging |
Auteurs | H.J.M. van Rooij en D. Geurts |
SamenvattingAuteursinformatie |
Effectiviteit van belastingwetgeving is niet alleen afhankelijk van de wijze waarop de regels zijn ingericht en worden uitgevoerd door de belastingheffer, maar ook van de instelling en het gedrag van de belastingbetaler. De Belastingdienst zet vanuit deze gedachte niet alleen in op toezicht en handhaving, maar ook op service, ondersteuning en vormen van samenwerking. Inzichten uit gedragswetenschappen zijn hierbij onmisbaar om ervoor te zorgen dat inspanningen effectief zijn en niet averechts uitpakken. De auteurs gaan in op een aantal kenmerken van het gedrag van belastingbetalers (aan wie niets menselijks vreemd blijkt) en de wijze waarop daarmee door de Belastingdienst rekening wordt gehouden bij de uitvoering van zijn taken. Daarnaast besteden ze aandacht aan enige lessen die hieruit ook door de wetgever te trekken zijn. |
Artikel |
De olifant in het wetgevingsprocesInvloed en wetsvoorbereiding in ambtelijk Den Haag |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | lobby, transparantie, wetgevingsjurist, wetgevingskwaliteit, belanghebbende |
Auteurs | Mr. dr. M. Ramlal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de ambtelijke voorbereiding van wetgeving wordt veelvuldig overleg gevoerd met belanghebbende partijen. Recent verricht empirisch wetgevingsonderzoek Naar een glazen wetgevingshuis? laat zien dat gedurende het proces sommige belanghebbende partijen worden uitgesloten en andere worden ingesloten. Het proces van insluiten en uitsluiten kan een partijdig wetgever in de hand werken. Het ‘fasenmodel’, een analysemiddel ontwikkeld in het wetgevingsonderzoek, laat zien dat drie fases van belangeninbreng en -afweging te onderscheiden zijn en per fase belanghebbende partijen worden toegelaten en buitengesloten. Dit model staat in deze bijdrage centraal. De bijdrage eindigt met een oproep tot vastlegging van processuele kwaliteitsnormen en enkele concrete mogelijkheden tot verbetering. |
Artikel |
Klopt de beleidstheorie achter de integrale wetsvoorbereiding? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | beleidstheorie, wetsevaluatie, clearing house, evidence-based beleid, realistische benadering |
Auteurs | Dr. M. Herweijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens Michiel Herweijer zijn er in de notitie Vertrouwen in wetgeving vijf hoofdlijnen terug te vinden: |