Het innovatiebeginsel is tegenwoordig onderdeel van de geïntegreerde aanpak van de Europese Commissie voor betere regelgeving. Het innovatiebeginsel waarborgt dat bij de ontwikkeling van beleid en wetgeving de gevolgen voor innovatie volledig worden beoordeeld. De impact van nieuwe regels op innovatie wordt ook in Nederland geanalyseerd in het IAK en in het kader van de mkb-toets. Toch blijft de betekenis van het innovatiebeginsel ondoorgrondelijk. De literatuur is tevens terughoudend ten opzichte van de invoering van innovatie als een rechtsbeginsel. Dit artikel geeft aan de hand van interdisciplinaire literatuur een genuanceerd beeld van innovatievriendelijke regelgeving en het innovatiebeginsel. Het gaat in op de juiste interpretatie van het innovatiebeginsel en hoe dit principe kan bijdragen aan het realiseren van betere regelgeving. |
Titel |
Innovatie en betere regelgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Experimenteerregelgeving, Toekomstbestendigheid, Innovatiebeginsel, Innovatiebeleid |
Auteurs | Prof. mr. dr. S.H. Ranchordas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Buitenlands nieuws |
Volksvertegenwoordiging in tijden van crises |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Assemblée nationale, plenaire en commissievergaderingen, COVID-19, virtuele politieke representatie, vrij mandaat |
Auteurs | Mr. dr. G. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan het functioneren van de Franse Assemblée nationale als gevolg van COVID-19. Op welke wijze wordt in de Republiek tijdens de coronacrisis tegemoetgekomen aan de fundamentele rol van het direct gekozen volksvertegenwoordigende orgaan? Allereerst wordt de werkwijze van vergaderingen van de Assemblée in plenair en commissieverband besproken. Vervolgens komt de wijze van stemmingen in de Assemblée aan bod. Daarna volgen enkele opmerkingen van vergelijkende aard inzake het functioneren van de Assemblée nationale en de Tweede Kamer der Staten-Generaal tijdens de corona-uitbraak op het Europese vasteland. |
Artikel |
Wie het meerdere mag – over het gebruik van het recht van initiatief |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | wetgeving, initiatiefvoorstel, Tweede Kamer, parlement, oppositie |
Auteurs | Mr. dr. G.J. Veerman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt verslag gedaan van een empirisch onderzoek naar het gebruik van het recht van de Tweede Kamer initiatiefwetsvoorstellen in te dienen. In de periode 2007-2018 werden 151 initiatiefvoorstellen ingediend, waarvan er 36 het Staatsblad bereikten; 83 waren nog in behandeling. Vanaf 2011 is sprake van een verdubbeling (gemiddeld 15 per jaar). De meeste worden ingediend door de oppositie; hun kans op aanvaarding is iets kleiner dan die van de coalitie. Gezamenlijke voorstellen hebben een grote kans wet te worden. Gepoogd wordt een relatie te leggen met de diverse functies die het initiatiefrecht kan hebben: de besturende, de politieke, de publicitaire en de parlementair expressieve functie. |
Artikel |
Recente ontwikkelingen in de rijksbrede wetgevingstoetsing |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2018 |
Auteurs | Drs. S.A.P.J. van Melis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Iedereen wil betere kwaliteit van wetgeving, maar het daadwerkelijk realiseren hiervan is gemakkelijker gezegd dan gedaan. De rijksbrede wetgevingstoetsing, onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Justitie en Veiligheid, levert hieraan op verschillende manieren een bijdrage. De auteur gaat in op de organisatie en meerwaarde van de rijksbrede wetgevingstoetsing en de dilemma’s die hierbij spelen. Ook komen de effecten van de toetsing aan de orde, de relatie met de Raad van State en de parlementaire aandacht voor wetgevingskwaliteit. Aan de hand van internationale ontwikkelingen worden verder te onderzoeken opties geschetst voor de toekomstige ontwikkeling van de rijksbrede wetgevingstoetsing. |
Redactioneel |
Toetsing van wetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2018 |
Auteurs | Prof. mr. F.J. van Ommeren |
Auteursinformatie |
Redactioneel |
Transparantie van het wetgevingsproces |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2017 |
Auteurs | Prof. mr. L.F.M. Verhey en Mr. D.R.P. de Kok |
Auteursinformatie |
Artikel |
Private kwaliteitsborging als wetgevingsvraagstuk |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | private kwaliteitsborging, regulering, toezicht |
Auteurs | dr. A.R. Neerhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij zowel de Europese als de nationale overheid is er al meer dan twee decennia lang een duidelijke belangstelling voor private kwaliteitsborging als een instrument voor regulering en toezicht naast exclusief overheidsoptreden. Dit past bij de gedachte dat in de samenleving ook veel kan worden gereguleerd zonder dat de overheid daar meteen aan te pas hoeft te komen. De auteur bespreekt dit instrument als wetgevingsvraagstuk. Daarbij komen de modaliteiten van private kwaliteitsborging aan bod en welke aandachtspunten in acht moeten worden genomen als de wetgever kiest voor private kwaliteitsborging. Deze aandachtspunten zijn te ontlenen aan beginselen van de democratische rechtsstaat en beginselen van behoorlijke wetgeving, goed bestuur en de open markt. Aan het slot trekt de auteur enkele conclusies over op welke wijze de overheid rekening moet houden met private kwaliteitsborging bij de totstandkoming van wetgeving. |
Artikel |
Schaduwgebieden van Europese regulering |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | soft law, Europese normstelling, bestuurlijke regelgeving |
Auteurs | Prof. mr. L.A.J. Senden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden drie trends geschetst op het terrein van Europese regulering die nogal ongrijpbaar zijn, omdat ze zich aftekenen in de schaduw van de formele normenhiërarchie die het Verdrag van Lissabon heeft geïntroduceerd. Dit zijn ‘zachte’ bestuurlijke regelgeving door de Commissie, ten tweede bestuurlijke regelgeving door netwerken en verschillende Europese agentschappen en ten derde de ‘infiltratie’ van private regulering in het Unierecht. Deze trends hebben als gevolg dat Europese normstelling een steeds diffuser karakter krijgt, zowel in termen van feitelijke herkomst en ‘auteurschap’ als in termen van juridische aard en status. Lidstaten en nationale autoriteiten worden hiermee geconfronteerd, maar staan niet helemaal aan de zijlijn van deze ontwikkelingen, althans niet wanneer bevoegdheden op grond van wetgevingshandelingen waarbij de Raad is betrokken (wat doorgaans het geval is), aan de Commissie en agentschappen worden toegekend. De trends roepen wel vragen op ten aanzien van de betrokkenheid van nationale autoriteiten bij de opstelling ervan, alsook van stakeholders. |
Artikel |
200 jaar Staten-Generaal en zelfregulering: betrokkenheid op afstand |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | zelfregulering, SER |
Auteurs | Drs. M.I. Hamer, Dr. M. Drahos en Drs. I. Thomassen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Staten-Generaal dragen via het controleren van de regering en door (mede)wetgeving bij aan het borgen van publieke belangen. Literatuur en praktijk laten echter zien dat publieke belangen onder voorwaarden ook effectief kunnen worden geborgd door zelfregulering. Dit artikel geeft een beschouwing op de gevolgen van zelfregulering voor het democratische gehalte van beleid, op vraagstukken rondom representativiteit bij zelfreguleringsinitiatieven en op kansen en risico’s betreffende de effectiviteit van borging van publieke belangen. Deze drie aspecten worden belicht vanuit de ervaringen met vier vormen van zelfregulering binnen de Sociaal-Economische Raad (SER). |
Artikel |
Ex-antestudies op de kaartOnderzoek naar beleidsvoornemens (2005-2011): aard, aantallen en wat ex-postevaluaties erover zeggen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | ex-ante-evaluatie, beleidsvoorbereiding, metastudie, ex-postevaluatie, feedback-onderzoek |
Auteurs | Dr. C.M. Klein Haarhuis en Dr. M. Smit |
SamenvattingAuteursinformatie |
In hoeverre is de toegenomen aandacht voor ex-ante-evaluatie, zowel in beleidskringen als in publicaties, terug te zien in de evaluatiepraktijk? Op basis van de uitkomsten van een recente door het WODC verrichte metastudie gaan we in deze bijdrage in op aard en omvang van 306 in de periode 2005-2011 voor de rijksoverheid verrichte ex-anteanalyses. Daarbij besteden we ook aandacht aan hun voorspellingskracht. We onderscheiden acht typen ex-anteanalyses. Combinaties van studietypen, kosten-batenanalyses en verkennende ( quickscan) studies komen het meest voor. Van de bestudeerde analyses was 15% gevolgd door een latere evaluatie (ex durante of ex post). Redenen waarom latere evaluaties ontbreken, zijn dat het ex ante onderzochte beleid inmiddels van de baan is, of nog in de ontwerpfase verkeert. In sommige gevallen was het waarschijnlijk nog te vroeg voor evaluatie. Lang niet alle latere evaluaties sluiten aan op het ex-anteonderzoek. Wanneer dat wel het geval is, worden voorspellingen soms wel, soms deels en soms niet bevestigd. Aan het belang van zowel ex-ante- als ex-postonderzoek doen deze observaties niet af; bevindingen uit ex-postevaluaties over wat in het verleden of elders gewerkt heeft, zijn een onmisbare bron van kennis voor toekomstig ex-anteonderzoek en daarmee voor beleid en wetgeving. |
Artikel |
Over verwatering en politisering van het mededingingstoezicht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | mededinging, toezicht, publieke belangen, politisering, ACM |
Auteurs | Prof. dr. B.E. Baarsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het mededingingstoezicht is volop in beweging en daarin schuilen kansen, maar ook bedreigingen. De binnenlandse omgeving is het afgelopen decennium vijandig geweest ten aanzien van marktwerking en mededinging. Tegelijk ziet het ernaar uit dat de toezichthouder zich heeft aangepast aan de veranderende omgeving, en heeft hij aangegeven ook andere publieke belangen dan mededinging te willen meewegen in de beoordeling van concentraties, kartels en misbruikzaken. Hierin schuilt het gevaar van verwatering en verdere politisering van het mededingingstoezicht. |
Artikel |
De olifant in het wetgevingsprocesInvloed en wetsvoorbereiding in ambtelijk Den Haag |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | lobby, transparantie, wetgevingsjurist, wetgevingskwaliteit, belanghebbende |
Auteurs | Mr. dr. M. Ramlal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de ambtelijke voorbereiding van wetgeving wordt veelvuldig overleg gevoerd met belanghebbende partijen. Recent verricht empirisch wetgevingsonderzoek Naar een glazen wetgevingshuis? laat zien dat gedurende het proces sommige belanghebbende partijen worden uitgesloten en andere worden ingesloten. Het proces van insluiten en uitsluiten kan een partijdig wetgever in de hand werken. Het ‘fasenmodel’, een analysemiddel ontwikkeld in het wetgevingsonderzoek, laat zien dat drie fases van belangeninbreng en -afweging te onderscheiden zijn en per fase belanghebbende partijen worden toegelaten en buitengesloten. Dit model staat in deze bijdrage centraal. De bijdrage eindigt met een oproep tot vastlegging van processuele kwaliteitsnormen en enkele concrete mogelijkheden tot verbetering. |
Artikel |
Beleidsevaluatie ex ante en rechtsvergelijkingPerspectief voor een integrale en internationaal vergelijkende beoordeling van nieuw beleid en wetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | beleidsevaluatie, beleidsanalyse, rechtsvergelijking, impact assessment |
Auteurs | Dr. P. van der Knaap, Dr. R.W. Turksema en Drs. S.M.W.H. Melis MA GDip Ec |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een systematische analyse en beoordeling van de te verwachten maatschappelijke baten en andere effecten van beleidsalternatieven in relatie tot de maatschappelijke kosten. Dat is kort gezegd de formele omschrijving van beleidsevaluatie ex ante. Beleidsevaluatie ex ante is evenals rechtsvergelijking van belang om goed onderbouwde beslissingen te kunnen nemen over het te voeren beleid en daar achteraf op een goede wijze verantwoording over te kunnen afleggen. Recentelijk heeft de rijksoverheid in dat kader met het Integraal Afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) een nieuw initiatief genomen.Deze bijdrage gaat in op het belang van ex-antebeleidsevaluatie en rechtsvergelijking voor goed en verantwoord ‘evidence-based’ beleid. We beschrijven de stappen die hierbij van belang zijn en gaan daarbij in op de rol die rechtsvergelijking kan spelen. Vervolgens gaan we in op de ervaringen die binnen de Europese Commissie en het Verenigd Koninkrijk de laatste jaren zijn opgedaan met zogeheten ‘impact assessments’: integrale ex-antebeoordelingen van de effecten van beleidsmaatregelen. We eindigen met enkele conclusies over de wenselijkheid om beleids- en wetsvoorstellen integraal op hun merites te beoordelen en over de meerwaarde van rechtsvergelijking in een wetgevingsarena die steeds internationaler wordt. |
Artikel |
Over (het belang van) feitenonderzoek bij de voorbereiding en evaluatie van wetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | feitenonderzoek, wetgeving, voorbereiding wetgeving, evaluatie wetgeving |
Auteurs | Prof. dr. F.L. Leeuw, Drs. F. F. Willemsen en Mr. W.M. de Jongste |
SamenvattingAuteursinformatie |
Welke feitenverzamelingen spelen bij het voorbereiden en het evalueren van beleid en wetgeving? Deze vraag wordt vanuit de beschrijving van een vijftal cases beantwoord. De voorbeelden laten zien hoe belangrijk feiten zijn bij het besluiten over beleidsinterventies en bestuurlijke maatregelen, respectievelijk bij het evalueren van beleid en wetgeving. In lijn met recente beschouwende studies over de functie van empirisch onderzoek voor juristen kan een drietal vormen van empirisch, op de vinding van feiten (en verklaringen) gericht onderzoek worden onderscheiden: het beschrijvend onderzoek, het verklarend (‘evaluatief’) onderzoek en het empirisch onderzoek, dat is gericht op het ontwerpen van (nieuwe) juridische constructies. Ten slotte worden enkele aanbevelingen voor het universitair onderwijs en de Academie voor Wetgeving gedaan. |
Titel |
Zorgplicht (g)een reden tot bezorgdheid? Zorgplichten in het Activiteitenbesluit milieubeheer |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 04 2008 |
Trefwoorden | Zorgplicht, Maatwerkvoorschrift, Milieurecht, Milieuvergunning, Afvalwater, Ondernemer, Exploitant, Risico, Wetgeving, Economisch delict |
Auteurs | Broek, J.H.G. van den |
Titel |
Herijking van de VROM-regelgeving. Meer dan lippendienst aan politieke onderbuikgevoelens? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 03 2004 |
Trefwoorden | Algemene maatregel van bestuur, Milieuvergunning, Vergunning, Wetgeving, Bouwvergunning, Ministerie, Ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milie, Ruimtelijke ordening, Vergunningsplicht, Bouw |
Auteurs | Vershuuren, J.M. |
Titel |
Het terugdringen van administratieve lasten: een bijdrage uit België |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 02 2004 |
Trefwoorden | Enquête, Wetgeving, Kwaliteit, Transparantie, Downloaden, Voorstel van wet, Werk van letterkunde, wetenschap of kunst, Administratieve procedure, Kostprijs, Werknemer |
Auteurs | Monserez, L.R.M. |