Bij de grondwetsherziening van 1983 zijn sociale grondrechten in de Grondwet opgenomen. Van een aantal onderwerpen, als werkgelegenheid, volksgezondheid en leefmilieu, is toen vastgesteld dat zij een ‘voorwerp van zorg’ van de overheid zijn. Zij leggen inspanningsverplichtingen op aan de overheid. In deze bijdrage staat de vraag centraal of, en zo ja op welke wijze, de wetgever gevolg heeft gegeven aan de grondwettelijk verankerde sociaal grondrechtelijke zorgplichten, alsmede welke consequenties uit de desbetreffende bevindingen kunnen worden getrokken. De bijdrage is aldus een eerste aanzet voor een evaluatieonderzoek naar de gevolgen van de introductie van sociale grondrechten voor de wetgevingspraktijk. Het lijkt erop dat deze gevolgen gering zijn. Het lijkt er echter ook op dat het belang van sociale grondrechten wel toeneemt en dat dit voornamelijk wordt gestimuleerd door andere actoren dan de wetgever zelf. |
Diversen:Buitenlands nieuws |
De ‘Big Brother-wet’ in Rusland |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2016 |
Auteurs | Dr. S.H. Ranchordás |
Auteursinformatie |
Artikel |
Realisering van grondwettelijke sociale grondrechten; wetgever, ubi est? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | sociale grondrechten, positieve verplichtingen, zorgplicht |
Auteurs | Mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Diversen: Buitenlands nieuws |
De boycot van de ‘toiletwet’ |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | gelijkheidsbeginsel, genderidentiteit, discriminatie, transseksualiteit |
Auteurs | Dr. S.H. Ranchordás |
SamenvattingAuteursinformatie |
De zogenaamde ‘toiletwet’ van de Amerikaanse staat North Carolina heeft zowel binnen als buiten de Verenigde Staten de nodige beroering veroorzaakt. Deze wet regelt wie welke toiletten en kleedkamers mag gebruiken op basis van het geboortegeslacht. Dit heeft vergaande gevolgen voor transgenders, maar de betekenis van deze wet beperkt zich niet tot een toiletbezoek. Volgens de auteur ligt de betekenis dieper, in het gelijkheidsbeginsel, maatschappelijke waarnemingen over geslacht, de relatie tussen federale en lokale overheid en hoe economische en culturele belangen de toekomst van wetgeving kunnen beïnvloeden. Deze aspecten komen in de bijdrage aan bod, alsmede pogingen om de wet te boycotten. |
Artikel |
Regels voor de digitale deeleconomie, oftewel ‘uber-regulering’ |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | deeleconomie, experimenteerbepaling, innovatie |
Auteurs | Sofia Ranchordas |
SamenvattingAuteursinformatie |
De zogenoemde ‘deeleconomie’ wordt steeds populairder en steeds meer elektronische platformen bieden goederen en diensten aan die niet door professionals, maar door gewone burgers geleverd worden. Dit levert kansen op, maar er zijn ook risico’s aan verbonden. Omdat de deeleconomie gebaseerd is op gedeelde consumptie, kunnen deze initiatieven in principe leiden tot een lager verbruik van hulpbronnen, minder CO2-uitstoot en een grotere vraag naar duurzamere producten van goede kwaliteit. Als nadelen worden vaak genoemd een gebrek aan regels, arbeidsonzekerheid, gevaren voor de veiligheid van de gebruikers en schending van de privacy van consumenten. Dit alles werpt de vraag op hoe de wetgever met de opkomst van de deeleconomie moet omgaan: moet hij maatregelen nemen om de deeleconomie te bevorderen of bestaande regelgeving toepassen? De auteur neemt het standpunt in dat, omdat de deeleconomie nog in grote beweging is, er een voorlopige oplossing moet worden gevonden waarbij de voordelen van de deeleconomie afgewogen worden tegen de publieke belangen die op dit moment onbeschermd blijven. Deze derde weg kan worden bewandeld door de invoering van afwijkende regels of via experimenten. De wijze waarop de gemeente Amsterdam omgaat met Airbnb is volgens de auteur hiervan een goed voorbeeld. |