Het onderzoeksdomein regulering en governance groeit gestaag sinds 2007. Toch weerspiegelt dit succes zich niet in de curricula van de rechtenopleidingen in Nederland. De kloof tussen het onderzoek en het onderwijs inspireert tot dit artikel. Eerst wordt dit onderzoeksveld afgebakend ten opzichte van klassiek wetgevingsonderwijs en de zogenaamde leg-reg studies. Kenmerkend voor de regulering-en-governancebenadering is de erkenning van de rol van niet-statelijke actoren en niet-hiërarchische vormen van gezag, terwijl de klassieke rechtsstaat wijkt voor een administratieve, regulerende overheid. Dit perspectief is bij uitstek multidisciplinair en empirisch, en zou een verrijking betekenen voor de opleiding van de toekomstige jurist. Personele, perceptieve en institutionele factoren verklaren waarom de bevindingen uit het regulering-en-governanceonderzoeksveld maar beperkt doorsijpelen naar het rechtenonderwijs. Vooral de perceptie van het veld als niet-juridisch lijkt van groot belang te zijn. Een blijvende ondervertegenwoordiging in het onderwijs zou een gemiste kans zijn, temeer omdat de rechtswetenschappen een unieke bijdrage kunnen leveren aan de reguleringsstudies door de instrumenteel ingestelde sociale wetenschappers vertrouwd te maken met normatieve vraagstukken. |
Artikel |
Regulation & governance-onderzoek in het rechtenonderwijs in NederlandStranger in a strange land? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | onderwijs, wetgeving, regulering, governance, curriculum |
Auteurs | K. Van Aeken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Casus |
Ontspoorde experimenten |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | Stapel-affaire, experimenten, slordige wetenschap, rechtenopleiding |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De commotie rond de fraude van sociaalpsycholoog Diederik Stapel heeft een smet geworpen op de (sociale) psychologie en meer in het algemeen op de betrouwbaarheid van de wetenschap. Zijn data bleken vaak verzonnen en van de experimenten die wel werden uitgevoerd, werden de uitkomsten ‘opgepompt’. Wat valt er voor wetgevingsjuristen en wetgevingsonderzoekers van deze fraudezaak te leren: zijn rechtswetenschappers in het algemeen minder ‘slodderig’ dan psychologen en hoe bewaken we de kwaliteit van wetgeving of juridische publicaties waarbij gebruik wordt gemaakt van inzichten uit andere disciplines? In deze bijdrage wordt betoogd dat de methodologische basiskennis van juristen de komende jaren op een hoger peil dient te worden gebracht om ervoor te zorgen dat zowel rechtswetenschappers als praktijkjuristen niet te snel ontsporen wanneer zij bijvoorbeeld deskundigenoordelen en empirische data gebruiken in hun werk. |
Artikel |
Waarom het IAK het keurmerk ‘IA’ (nog) niet mag voeren |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | wetgevingsbeleid, Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving, impact assessment, effectbeoordeling |
Auteurs | Mr. dr. A.C.M. Meuwese |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het pas geïntroduceerde Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) wordt wel gepresenteerd als de ‘Nederlandse impact assessment (IA)’ en deelt ook enkele ambities met IA-systemen zoals die in veel landen en ook in de Europese Unie bestaan. Het IAK blijkt echter op een aantal cruciale punten af te wijken van de normen die veelal, bijvoorbeeld binnen de Europese Commissie, gelden voor IA. Hoewel de afwijkingen deels verklaarbaar zijn vanuit het Nederlandse politieke systeem, is de bedoeling van IA-achtige instrumenten zoals IAK nu juist, zo betoogt de bijdrage, om dit systeem op een aantal punten te doorbreken. |
Titel |
Impact assessment door de Europese Commissie |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 03 2005 |
Trefwoorden | Wetgeving, Lidstaat, Mededeling, Europese commissie, Kwaliteit, Duurzame ontwikkeling, Optie, Aansprakelijkheid, Belanghebbende, Bewijslast |
Auteurs | Meuwese, A.C.M. |