In zijn klassieke essay Politiek als beroep uit 1919 geeft de socioloog Max Weber een analyse van het beroep en de roeping van de politicus, die nog steeds actueel is. Hij laat zien hoe de legitimatie van bureaucratie en politieke leiding uiteenloopt en wat voor problemen dit voor de sturende politici oplevert. De ontwikkelingen in de bureaucratie na Weber hebben de sturingsproblemen van de politicus nog versterkt. Wellicht kan het idealistische profiel van de reflectieve machtspoliticus dat Weber schetst, toch houvast geven bij het leidinggeven aan de bureaucratie. |
Discussie |
Weber, de politicus en het regelmoeras |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | bureaucratie, politicus, verantwoordelijkheid, inschattingsvermogen |
Auteurs | Prof. dr. W.J. Witteveen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Verbindende regelsKansen voor meer samenhang binnen het omgevingsrecht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | Omgevingswet, omgevingsrecht, integratie, stroomlijning, deregulering |
Auteurs | Mr. H.W. de Vos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat over de mogelijkheden die de nieuwe Omgevingswet biedt om uiteenlopende regels binnen het bestaande omgevingsrecht met elkaar te verbinden. Het vergroten van de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het omgevingsrecht is een belangrijk doel van de wetgevingsoperatie. In dit artikel staat het ontwerpproces centraal. Wat is het vertrekpunt van de nieuwe regelgeving, welke regels kunnen gestroomlijnd worden, hoe ontstaat er meer samenhang in het begrippenkader, de juridische instrumenten en de wijze van normstelling? Daarmee wordt tevens inzicht geboden in de vele keuzes die zullen moeten worden gemaakt binnen het ontwerpproces van de nieuwe regelgeving. |
Artikel |
Integraal en flexibel omgevingsrecht – droom of drogbeeld? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | positieve evenredigheid, integraal vergunningenstelsel, flexibiliteit, trias politica |
Auteurs | Prof. dr. Ch.W. Backes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een belangrijke drijfveer tot ontwikkeling van een Omgevingswet was het scheppen van een integraal en flexibel toetsingskader voor toestemmingsplichtige activiteiten. Het werken met één integraal criterium, bijvoorbeeld ‘een duurzame leefomgeving’, heeft inderdaad enige toegevoegde waarde, maar dit criterium moet dan wel door specifiekere normen geconcretiseerd worden. De regering wil daarentegen vooralsnog afzien van een dergelijk integraal criterium. Integraliteit en flexibiliteit moeten worden bereikt door de introductie van een niet-generieke afwijkingsmogelijkheid van in beginsel alle normen (‘positieve evenredigheid’). Een dergelijke afwijkingsmogelijkheid is echter in strijd is met de trias politica, de rechtszekerheid en het beginsel van materiële legaliteit. De regering zit dus op de verkeerde weg. |
Artikel |
Feitenloze politiek in het wetgevingsproces? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | fact free politics, logos, ethos, pathos, rationaliteiten |
Auteurs | Prof. dr. R.A. Koole |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage betoogt de auteur dat fact free politics in zekere zin van alle tijden is, maar dat de huidige discussie daarover raakt aan de veranderde rol van emotie in de politiek. Vervolgens wordt vanuit dit perspectief stilgestaan bij de verschillende rationaliteiten die spelen bij het wetgevingsproces en wordt een pleidooi gehouden om de besluitvorming over wetten vooral als een eigenstandig politiek proces te beschouwen en te onderzoeken. |
Artikel |
Tegen dovemansoren? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | strafrechtswetenschap, antiterrorismewetgeving, crime complex, social media |
Auteurs | Mr. dr. M.A.H. van der Woude |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat de auteur, mede aan de hand van de casus van de antiterrorismewetgeving, nader in op de vraag wat de betekenis is van de strafrechtswetenschap bij de totstandkoming van nieuwe wet- en regelgeving op het terrein van orde en veiligheid. Haar standpunt is dat de rol van de strafrechtswetenschap binnen het wetgevingsproces tegenwoordig te beperkt is en geoptimaliseerd zou kunnen worden. Hierbij worden de strafrechtswetenschapper en de strafwetgever niet alleen in de schijnwerpers gezet, maar wordt ook de belangrijke en onlosmakelijke band tussen beiden benadrukt. |
Artikel |
De Nederlandse privaatrechtswetenschap en de wetgever (1992-2012) |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | Burgerlijk Wetboek, horizontale codificatie, sectorale wetgeving, privaatrecht, burgerlijk procesrecht |
Auteurs | Prof. dr. W.H. van Boom |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 1992 werd het nieuwe vermogensrecht gecodificeerd in het nieuwe BW. Dat was een hoogtijdag in de verhouding tussen wetgever en privaatrechtswetenschappers. Maar hoe is het daarna gegaan? Hebben academici een rol van betekenis behouden in het wetgevingsproces? Het beeld is gemengd, zo is de indruk van de auteur. Het privaatrecht is om verschillende redenen een minder belangrijk object van wetgeving geworden. Zo is een aantal rechtsgebieden functioneel afgescheiden geraakt en veelal gereguleerd in sectorale regelingen. Bovendien is de rol van academici in het wetgevingsproces wisselend gebleken – dat heeft te maken met de dynamiek van wetgeving, maar ook met de ambivalenties van het wetenschapsbedrijf. De invloed van de privaatrechtswetenschap op het huidige wetgevingsgebeuren is veelal zeer indirect, zeker waar het grootse academische vergezichten en voorstellen voor radicale veranderingen betreft. |
Praktijk |
Enkelvoud of meervoud? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | Aanwijzingen voor de regelgeving, wetgevingstechniek, meervoudsvorm, enkelvoudsvorm, Wetboek van Strafrecht |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever is niet consequent in het gebruik van meervoud en enkelvoud in wetteksten. Daarom ontstaat er soms discussie over de betekenis van een wettekst. De parlementaire geschiedenis biedt hier diverse voorbeelden van, waarvan er enkele in deze bijdrage worden uitgelicht. Het is niet altijd duidelijk of in een wettekst het meervoud ook het enkelvoud omvat, en omgekeerd. Dit hangt altijd van de context af en van de bedoeling van de wetgever. Biedt dat geen aanknopingspunten, dan lijkt de hoofdregel te zijn dat het om het even is of het enkelvoud dan wel het meervoud wordt gebruikt. Aanknopingspunt hiervoor biedt een arrest van de Hoge Raad uit 1909. Voor nieuwe aanwijzingen in de Aanwijzingen voor de regelgeving lijkt onvoldoende reden, al zou een aanwijzing waarmee de opstellers van wetteksten in ieder geval worden aangespoord om consequent het enkelvoud dan wel het meervoud te gebruiken, misschien niet misstaan. |
Discussie |
Rawls en de toetsende rechter |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | constitutionele toetsing, proportionaliteit, sociaal contract, constitutionele dialoog |
Auteurs | Prof. dr. W.J. Witteveen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het debat over de invoering van constitutionele toetsing door de rechter in Nederland wordt onvoldoende aandacht besteed aan de toetsbaarheid van de grondwettelijke teksten, iets wat ook de veronderstelde constitutionele toetsing door de wetgevende organen parten speelt. Een geschiktere tekst zal gebruik moeten maken van open normen en rechters daarbij interpretatievrijheid bieden. De vrees voor deze politieke macht voor rechters verlamt het debat. Dat zou anders kunnen als we de redenering van Rawls volgen, die laat zien hoe een constitutionele dialoog mogelijk is die tot een overlappende consensus leidt tussen verschillende posities in het publieke debat. |
Artikel |
Toetsing in het wetgevingsproces versterkt |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | constitutionele toetsing, grondrechten |
Auteurs | Prof. mr. R.J.B. Schutgens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van de adviezen van de Nationale conventie en de Staatscommissie Grondwet en naar aanleiding van het (nog aanhangige) voorstel-Halsema wordt in deze bijdrage de constitutionele toetsing door de wetgever opnieuw aan een beschouwing onderworpen. Daarbij is vooral aandacht voor de toetsing aan de grondrechten. Er komen verschillende manieren aan bod om de toetsing tijdens de wetsprocedure te versterken: verbeteringen in de wetgevingsadvisering door de Raad van State; de instelling van een algemene Kamercommissie voor grondrechten en constitutionele toetsing naar Brits voorbeeld; een kritischere en onafhankelijke rol voor de Kamers ten opzichte van de regering; het vaststellen van een toetsingskader waarin regering, Staten-Generaal en Raad van State gezamenlijk vastleggen aan welke materiële normen zij (nader) toetsen bij toetsing aan de Grondwet. Tot slot wordt betoogd dat de rechter de kwaliteit van de toetsing in de wetsprocedure kan bevorderen door bij zijn toetsing aan de verdragsgrondrechten de toetsing door de wetgever kritisch te beoordelen. |
Artikel |
De constitutionele toetsing door de Raad van State |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | advisering, constitutionele toetsing, interpretatiemethoden, Raad van State, rechtsvergelijking, verdragsconforme grondwetsuitleg |
Auteurs | Prof. mr. drs. B.P. Vermeulen en Mr. dr. H.J.Th.M. van Roosmalen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Raad van State heeft de achterliggende jaren stappen gezet om de toetsing aan constitutionele normen te versterken. In deze bijdrage komt het begrip constitutionele toetsing aan de orde zoals dat door de Afdeling wordt gehanteerd. Vervolgens worden de redenen aangestipt voor de inzet om de constitutionele toetsing binnen de Raad en met name de Afdeling te versterken. Ook wordt geschetst waartoe dit streven de afgelopen jaren heeft geleid. De bijdrage sluit af met een verwachting ten aanzien van de constitutionele vragen die de komende tijd op het bord van – onder meer – de Afdeling zullen komen te liggen. |
Artikel |
College voor de rechten van de mens en constitutionele toetsing |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | College voor de rechten van de mens, constitutionele toetsing, mensenrechten, grondrechten,, advisering |
Auteurs | Mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt BA |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kort na de zomer van 2012 treedt de Wet College voor de rechten van de mens in werking en opent het College zijn deuren. Het College krijgt tal van taken en bevoegdheden om in Nederland de rechten van de mens te beschermen, het bewustzijn ervan te vergroten en de naleving ervan te bevorderen. Eén van die taken betreft wetgevingsadvisering. In deze bijdrage wordt geanalyseerd of, en zo ja op welke wijze en onder welke voorwaarden, het College kan bijdragen aan de versterking van de ex-ante constitutionele toetsing van conceptwetgeving. Deze vraagstelling wordt mede geplaatst in het kader van de (internationale) achtergrond van het College en het belang van constitutionele dialoog. |
Casus |
Hoge Raad is duurOver het verwijzen naar normalisatienormen in wetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | normalisatie, openbaarheid, auteursrecht, handelsbelemmeringen |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft een knoop doorgehakt in de lang slepende kwestie m.b.t. het verwijzen in wetgeving naar normalisatienormen. Door verwijzing worden die normen zelf geen algemeen verbindende voorschriften en vervalt ook niet het auteursrecht. De vraag is echter of daarmee het probleem van de gebrekkige toegankelijkheid van NEN-normen waarnaar in wetgeving wordt verwezen is opgelost. Heeft de Hoge Raad bovendien wel voldoende aandacht geschonken aan de Europese dimensie van deze problematiek? |
Artikel |
The fast and the furious: de Crisis- en herstelwet |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | Crisis- en herstelwet, totstandkomingsproces, snelheid van wetgeving, prioriteit, politieke regie, wetgevingsproject |
Auteurs | Mr. N. Verheij |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Crisis- en herstelwet (CHW) is een complexe wet, maar heeft het totstandkomingsproces ‘van blanco papier tot inwerkingtreding’ binnen een jaar doorlopen. De auteur – als wetgevingsjurist bij de CHW betrokken – schetst hoe dit is gegaan en onderzoekt welke factoren aan deze snelheid hebben bijgedragen. Hij noemt er vier: |
Discussie |
De Digesten en de wet van het voortschrijdend inzicht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | Digesten, interpretatie, vrijheid, Aanwijzingen voor de regelgeving |
Auteurs | Prof. dr. W.J. Witteveen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij interpretatie van oude rechtsbronnen zoals die van het Romeinse recht kan een productieve dialectiek van systeem en fragment optreden. Toepassing daarvan op Digesten-teksten over de wet en op de hieraan in de verte verwante Aanwijzingen voor de regelgeving laat zien dat de Digesten een open systeem vormen en de Aanwijzingen een gesloten systeem. Voortschrijdend inzicht werkt met terugwerkende kracht en dit betekent dat ook oudere denkbeelden nog bij moderne wetgevingsproblemen betrokken kunnen worden. |
Praktijk |
De verklaring van contraseign: een schimmige figuur |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | Staatsblad, wet, AMvB, koninklijk besluit, contraseign |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de bijdrage wordt aandacht besteed aan de zogenoemde verklaring van contraseign. Deze figuur houdt in dat een minister of staatssecretaris verklaart dat een bepaalde wet of een bepaald koninklijk besluit door hem zal worden gecontrasigneerd. Het feitelijk contraseign wordt dan pas gegeven na plaatsing in het Staatsblad. De procedure is bedoeld voor uitzonderlijke gevallen waarin onverwijlde plaatsing in het Staatsblad gewenst is, maar lijkt een ruimere toepassing te kennen. Staatsrechtelijk is het een wat gewrongen en schimmige figuur. Bepleit wordt daarom om de toepassing te beperken tot gevallen van uiterste noodzaak, temeer omdat er adequate voorzieningen voor vervanging van een minister of staatssecretaris zijn getroffen. |
Artikel |
Versnelling van wetgevingOver uiteenlopende ontwikkelingen en eigenwijze actoren |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | snelheid van wetgeving, wetgevingsproces, wetgevingsagenda, compacte overheid, efficiëntie |
Auteurs | Mr. J.F.L. Roording |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wil de auteur – voorlopig, want de ontwikkeling gaat verder – de balans opmaken: waar staat het Nederlandse wetgevingsproces qua tempo en efficiency? Achtereenvolgens passeren daarbij de revue: cijfermatige gegevens, reeds getroffen maatregelen, enkele parallelle (c.q. paradoxale) ontwikkelingen en de positie van de diverse wetgevingsactoren in het versnellingsdebat. Om te eindigen met de vraag: kan het nog sneller? |
Casus |
Het onderscheid tussen ‘wetgeving’ en ‘regelgeving’: de Europese rechter spreekt zich uit |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Europese wetgeving, terminologie, toegang tot de rechter |
Auteurs | Mr. dr. A.C.M. Meuwese |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een lang geanticipeerde uitspraak heeft het Hof van Justitie bij monde van het Gerecht onlangs bepaald dat ‘regelgeving’ in het Unierecht geen overkoepelende term is voor allerlei vormen van wetgeving, maar een beperktere categorie omvat die ‘wetgevingshandelingen’ in de zin van het Werkingsverdrag uitsluit. Deze interpretatie heeft gevolgen voor de toegang tot de rechter voor particulieren bij vernietigingsberoepen. |
Praktijk |
Feestdagen in de wetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | wetgeving, wetgevingstechniek, Aanwijzingen voor de regelgeving, BES, openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, koninklijk besluit, Algemene termijnenwet, Zondagswet, feestdagen, algemeen erkende feestdagen |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt stilgestaan bij enkele wetgevingstechnische aspecten en daarmee verband houdende faits divers rond feestdagen (in het bijzonder Koninginnedag, 5 mei en Goede Vrijdag) waar het wetgeving van de centrale overheid betreft. Geconstateerd wordt dat de terminologie waarmee feestdagen worden aangeduid in wetgeving nogal uiteenloopt. Uitgebreid wordt ingegaan op de betekenis van het koninklijk besluit van 24 april 1980, houdende aanduiding van de dertigste april als Koninginnedag (Stcrt. 1980, 83). |
Redactioneel |
Elektronische snelweg of virtueel labyrint? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2012 |
Auteurs | Mr. M.H.A.F. Lokin |
Auteursinformatie |
Artikel |
Compliance by designHet inbouwen van regelgeving in bedrijfsprocessen en informatiesystemen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | procesanalyse, business process management, compliance by design, toezicht |
Auteurs | Dr. J. Hulstijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het naleven van regelgeving en het toezicht daarop steunen op informatieverwerking. Informatiesystemen worden ingezet voor het verzamelen en beoordelen van bewijs dat men aan de regels voldoet, maar ze worden ook steeds vaker ingezet om gedrag te beïnvloeden. Bedrijfsprocessen en informatiesystemen worden dan zo ontworpen dat men als vanzelf aan de regels voldoet: ‘compliance by design’. In deze bijdrage wordt besproken op welke wijze algemene regelgeving kan worden vertaald in specifieke eisen en definities voor informatiesystemen. Het zet een stappenplan uit voor een juridische procesanalyse en benoemt enkele aandachtspunten die juridische experts kunnen helpen te zorgen dat het resulterende proces effectief is en rechtmatig. Toepassing van het stappenplan wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. |