De Wet op de Raad van State bevat een voorziening voor het geval een lid zich van deelname aan de wetgevingsadvisering wil verschonen. Het gebruik (of het onbruik) daarvan doet vragen rijzen. |
Legisprudentie |
Onpartijdige wetgevingsadviezen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | legisprudentie, wetgevingsadvisering, onpartijdigheid, verschonen |
Auteurs | Mr. M. Nap |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | ruimtegevende wetgevingsinstrumenten, right to challenge, experimenteerbepaling, vrijstelling, ontheffing |
Auteurs | Mr. D.R.P. de Kok |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn jaarverslag over 2018 presenteert de Raad van State zijn ideaal van de wet als een pijler van ‘buigzaam beton’. Met dat ‘beton’ (rechtszekerheid) zit het bij de Raad wel goed, maar die buigzaamheid (flexibiliteit) komt er wat bekaaid af. Daarom gaat dit artikel in op manieren om die flexibiliteit in wetgeving te bereiken. Die manieren worden gecategoriseerd en voorzien van commentaar. Uiteraard komt daarbij ook het right to challenge aan bod, als één van die instrumenten en als benchmark voor de andere. Het artikel sluit af met aanbevelingen tot aanpassing van de Aanwijzingen voor de regelgeving. |
Artikel |
Een andere benadering van het right to challengeDe concessie als kern van een algemene regeling? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | uitdaagrecht, right to challenge, concessie, buurtconcessie, verordening |
Auteurs | Mr. O. Kwast |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een algemene regeling van het uitdaagrecht lijkt verkeken. Te veel knelpunten. Maar wat als dat geen obstakels zijn voor wettelijke regeling, maar symptomen van het ontbreken daarvan? Deze bijdrage laat zien dat een algemene regeling denkbaar is, door niet het uitdaagrecht zelf te regelen, maar de bevoegdheid om over een uitdaging te beslissen. De concessie is daarvan de kern. En als een algemene regeling van concessies denkbaar is, dan is een regeling voor buurtconcessies als gemeentelijk instrument voor het uitdaagrecht dat ook. |
Het ambacht |
De parlementaire werkgroep-Van der Staaij en de wetgevingsprocedure |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | Reglement van Orde Tweede Kamer, Tweede Kamer, wetgevingsprocedure, initiatiefvoorstellen |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt het op 30 oktober 2019 door de parlementaire werkgroep-Van der Staaij gepresenteerde voorstel voor een nieuw Reglement van Orde van de Tweede Kamer. Na een bespreking van enkele algemene punten wordt specifiek ingegaan op de voorstellen die betrekking hebben op de wetgevingsprocedure. De conclusie is dat er bepaald geen grootscheepse wijzigingen worden voorgesteld ten opzichte van het huidige Reglement van Orde. Wel een wezenlijke verandering is de oplossing die de werkgroep heeft bedacht voor de problematiek van de zogeheten verweesde initiatiefvoorstellen (en amendementen). Daarnaast wordt ingegaan op de volgende onderwerpen en veranderingen die de werkgroep op dat vlak wel of juist niet heeft voorgesteld: de schriftelijke voorbereiding van wetsvoorstellen, het wetgevingsoverleg, artikelsgewijze behandeling en stemming, vernummering van een wetsvoorstel, technische briefings en de voorbereiding van initiatiefvoorstellen. |
Artikel |
Het gelijkwaardigheidsbeginsel van de Omgevingswet |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | gelijkwaardigheidsbeginsel, algemene regels, Omgevingswet, Bouwbesluit 2012, flexibiliteit |
Auteurs | Drs. J. in ’t Hout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage beschrijft het gelijkwaardigheidsbeginsel dat straks in de Omgevingswet en nu onder meer in het Bouwbesluit 2012 is opgenomen. Het gelijkwaardigheidsbeginsel biedt een initiatiefnemer het recht om op een andere manier aan een regel te voldoen dan in de regel is aangegeven. Voorwaarde is wel dat het met de regel beoogde doel ook met die andere oplossing wordt bereikt. Of de andere oplossing gelijkwaardig is, wordt beoordeeld door het bevoegd gezag. De bewijslast van de gelijkwaardigheid berust bij de initiatiefnemer. Een geschil over de gelijkwaardigheid van een alternatieve maatregel kan soms voor advies worden voorgelegd aan een adviescommissie. Deze bijdrage gaat in op een aantal juridische, inhoudelijke, procedurele en uitvoeringsaspecten van het gelijkwaardigheidsbeginsel. |
Artikel |
De wettelijke regeling van het right to challenge in de praktijkMuch ado about nothing? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | Right to challenge, Burgerinitiatieven, Wmo, Subsidie, artikel 150 Gemeentewet |
Auteurs | Mr. E.M.M.A. Driessen, Prof. mr. G. Boogaard en Prof. mr. W. den Ouden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het regeerakkoord werd een right to challenge-regeling aangekondigd, maar op welke manier deze regeling vorm moest krijgen, was nog de vraag. In hun eerder verrichte onderzoek komen de auteurs tot de conclusie dat zo’n regeling geen begaanbare weg is. Dat neemt niet weg dat er door het hele land verschillende regelingen te vinden zijn die worden gepresenteerd als een vorm van invoering van het right to challenge. In dit artikel onderzoeken de auteurs deze regelingen. Zijn het wel échte right to challenge-regelingen en komen zij tegemoet aan de knelpunten waarmee challengers te maken hebben? |
Redactioneel |
Het right to challenge als nieuw wetgevingsfenomeen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Auteurs | Mr. D.R.P. de Kok en Prof. mr. F.J. van Ommeren |
Auteursinformatie |
Register |
Register 2019 |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Artikel |
Wie het meerdere mag – over het gebruik van het recht van initiatief |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | wetgeving, initiatiefvoorstel, Tweede Kamer, parlement, oppositie |
Auteurs | Mr. dr. G.J. Veerman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt verslag gedaan van een empirisch onderzoek naar het gebruik van het recht van de Tweede Kamer initiatiefwetsvoorstellen in te dienen. In de periode 2007-2018 werden 151 initiatiefvoorstellen ingediend, waarvan er 36 het Staatsblad bereikten; 83 waren nog in behandeling. Vanaf 2011 is sprake van een verdubbeling (gemiddeld 15 per jaar). De meeste worden ingediend door de oppositie; hun kans op aanvaarding is iets kleiner dan die van de coalitie. Gezamenlijke voorstellen hebben een grote kans wet te worden. Gepoogd wordt een relatie te leggen met de diverse functies die het initiatiefrecht kan hebben: de besturende, de politieke, de publicitaire en de parlementair expressieve functie. |
Redactioneel |
Het recht van initiatief en het spanningsveld tussen de Tweede Kamer en de regering |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2019 |
Auteurs | Mr. dr. G.J.M. Evers |
Auteursinformatie |
Artikel |
De rol van de regering bij de totstandkoming van initiatiefwetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | Grondwet, initiatiefwetgeving, initiatiefrecht, ambtelijke bijstand |
Auteurs | Mr. H.M.B. Breunese |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt welke rol de regering speelt bij de totstandkoming van initiatiefwetgeving. Die rol is beperkter dan bij andere wetgeving. Bij de voorbereiding van initiatiefvoorstellen wordt soms ambtelijke bijstand verleend, maar in dat geval vertolkt de ambtenaar niet het standpunt van het kabinet. In de fase van de parlementaire behandeling is de rol van het kabinet prominenter: het kabinet bepaalt dan zijn inhoudelijke standpunt over het initiatiefvoorstel. Pas in de fase na de afronding van de parlementaire behandeling heeft de regering een doorslaggevende rol: een door beide Kamers aangenomen initiatiefvoorstel wordt slechts wet als de regering dat bekrachtigt. |
Artikel |
Initiatiefwetgeving: een lange hordeloop (met kans op eeuwige roem) |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | initiatiefwetten, Handreiking, ambtelijke bijstand, politiek, regeerakkoord |
Auteurs | Mr. H.M. Linthorst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het initiatiefrecht biedt de mogelijkheid om ook buiten de meerderheid van een coalitie veranderingen in onze rechtsorde tot stand te brengen. Als Kamerleden het initiatief voor een wetsvoorstel nemen, staat de politieke rationaliteit voorop. De ‘Handreiking ambtelijke bijstand bij initiatiefwetgeving’ legt echter de nadruk op andere rationaliteiten, in het bijzonder de financiële. Zij kan leiden tot minder vertrouwen tussen Kamerleden en bijstandsverleners vanuit de ministeries. De controledrift die uit de Handreiking blijkt, manifesteert zich ook waar in het kader van het huidige regeerakkoord is afgesproken welke initiatiefwetsvoorstellen niet verder worden behandeld of niet aanhangig mogen worden gemaakt. |
Objets trouvés |
Nieuwe en gedurfde rechtssociologieBruikbare kennis voor de wetgever? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | Rechtssociologie, Seculiere benadering, Rechtsvervreemding, Bruikbare kennis, Hertogh |
Auteurs | Mr. dr. P.J.P.M. van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn Nobody’s Law presenteert Hertogh een nieuwe rechtssociologische benadering en plaatst die tegenover de kritische benadering. Kern van deze nieuwe (‘seculiere’) benadering is het concept rechtsvervreemding. Of deze nieuwe benadering voor de wetgeving bruikbare kennis gaat opleveren, zoals andere rechtssociologische benaderingen doen, is twijfelachtig. Het is immers moeilijk om wetgeving af te stemmen op mensen die van het recht vervreemd zouden zijn. Daarnaast vergt het concept rechtsvervreemding verheldering, zonder – zoals nu is gedaan – de werkelijkheid (cases) op maat te snijden. |
Buitenlands nieuws |
De ontkoppeling van kiesrecht en ingezetenschap in Canada |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | kiesrecht, ingezetenschap, Canada, Charter of Rights and Freedoms, Frank v. Canada |
Auteurs | Mr. G. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de herziening van de Grondwet in 1983 is het kiesrecht voor de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontkoppeld van ingezetenschap. In Canada heeft deze ontkoppeling van kiesrecht en ingezetenschap plaatsgevonden in januari 2019, bij wege van de uitspraak van het Supreme Court in de zaak Frank v. Canada. In deze bijdrage staat de vraag centraal op welke wijze het Supreme Court in dit arrest tot het oordeel komt dat de Canadese Kieswet op dit punt in strijd is met het Charter of Rights and Freedoms. |
Redactioneel |
Decentrale regelgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2019 |
Auteurs | A.C.M. Meuwese |
Auteursinformatie |
Artikel |
De provinciale verordeningHeeft de centrale wetgever voldoende oog voor de decentrale wetgever? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | provinciale verordening, wettelijke grondslag, Aanwijzingen voor de regelgeving, digitalisering, regelgevingsjurist |
Auteurs | Mr. A.J. van Helden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vanuit het gezichtspunt van de wetgevingsjurist wordt gekeken naar de provinciale verordeningen en de wettelijke grondslagen voor die decentrale verordeningen. Bij de formulering van die grondslagen worden enkele kritische kanttekeningen geplaatst. Vervolgens worden suggesties gedaan voor de Aanwijzingen voor de regelgeving om deze wettelijke grondslagen te verduidelijken. Een belangrijke conclusie is dat de nationale wetgever via die Aanwijzingen voor de regelgeving te weinig aandacht heeft voor de digitale aspecten van de provinciale planologische verordening en de aanstaande omgevingsverordening. |
Legisprudentie |
Dicta in adviezen over initiatiefvoorstellen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | legisprudentie, wetgevingsadvisering, initiatiefvoorstellen, Raad van State, dicta |
Auteurs | Mr. M. Nap |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds enige tijd werkt de Afdeling advisering van de Raad van State met aangescherpte dicta, en worden ook adviezen over initiatiefvoorstellen met een dictum afgesloten. In deze aflevering van RegelMaat worden de eerste adviezen nieuwe stijl onder de loep genomen. |
Artikel |
Milieuzones: leiden alle wegen nog naar Rome? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | milieuzone, luchtkwaliteit, luchtverontreiniging, harmonisering milieuzones, verkeersbesluit |
Auteurs | Mr. dr. F.A.G. Groothuijse, Mr. K.M. Landman en Mr. W.S. Zorg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaan auteurs in op de opkomst van milieuzones en een aantal daarmee gepaard gaande juridische knelpunten. De op handen zijnde harmonisering van milieuzones, de verhouding tussen decentralisatie en harmonisatie, de (beperkte) democratische legitimering van milieuzones en de (toetsing van de) evenredigheid van verkeersbesluiten passeren hierbij de revue. Afsluitend komen ook de Omgevingswet, en de eventuele gevolgen van deze wet voor het instellen van milieuzones en de gesignaleerde knelpunten aan bod. |
Artikel |
De rol van de VNG bij de totstandkoming van gemeentelijke verordeningen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | gemeenten, modelverordeningen, regelgeving, VNG |
Auteurs | Mr. V.K. Smit |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het ontwerpen en beschikbaar stellen van modelverordeningen is een van de diensten die de VNG aan haar leden verleent. Naar hun aard zorgen de modelverordeningen voor uniformiteit tussen gemeenten die het model volgen. In het licht van het motief voor decentralisatie en omdat het de VNG niet past om in haar modelverordeningen eenzijdig beleidsmatige keuzes te maken, wordt er bij het opstellen van de modelverordeningen naar gestreefd gemeenten zo veel mogelijk beleidsruimte van betekenis te laten. In het kader van dit themanummer over decentrale regelgeving verschaft dit artikel inzicht in de totstandkoming van VNG-modelverordeningen en het gebruik daarvan door gemeenten. |
Het ambacht |
De koninklijke boodschap |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | koninklijke boodschap, wetsprocedure, wetsvoorstellen, Koning, Aanwijzingen voor de regelgeving |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van enige casuïstiek worden enkele aspecten belicht van een stuk dat in het wetgevingsproces weinig aandacht trekt, maar waarover toch wel wat te zeggen valt: de koninklijke boodschap ten geleide van de indiening van een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer. Al sinds 1840 bevat de koninklijke boodschap een vaste formule, bestaande uit drie zinnen. In de loop der jaren zijn kleine wijzigingen aangebracht. Enkele jaren geleden zwengelde D66-fractievoorzitter Pechtold een discussie aan over de laatste zin, waarin de naam van God wordt genoemd. Bijzonder is dat de koninklijke boodschap alleen de handtekening draagt van de Koning en niet wordt gecontrasigneerd. Thorbecke vond al dat dat staatsrechtelijk eigenlijk niet klopte, maar tilde er niet zwaar aan, omdat wel de memorie van toelichting door de verantwoordelijke minister(s) wordt ondertekend. Zo wordt er in de staatsrechtelijke doctrine nog steeds tegen aangekeken. Hoewel de koninklijke boodschap alleen de handtekening van de Koning draagt, wordt er ministeriële verantwoordelijkheid gedragen voor de inhoud ervan. |