Dit artikel betreft een empirisch onderzoek naar de doorlooptijden in civiele zaken. Het gaat in op de categorie van zaken die te kampen hebben met de langste doorlooptijden: handelszaken met een belang van boven de € 1 miljoen. Van honderd van dergelijke zaken zijn de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep nader bestudeerd en is het procesverloop in kaart gebracht. Het onderzoek maakt inzichtelijk welke tijd is gemoeid met de afzonderlijke stappen in de procedure. |
Zoekresultaat: 39 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging x
Kroniek |
Bewijsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Ruth de Bock |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | redelijke termijn, doorlooptijden |
Auteurs | Remme Verkerk, Frans van Dijk en Dewy Pistora |
SamenvattingAuteursinformatie |
Verslag |
De staat van de rechtspraakVerslag van de najaarsvergadering 2019 van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | Marijn van den Berg en Laura Ebben |
Auteursinformatie |
Artikel |
Een kritische beschouwing over het Wetsvoorstel ter vereenvoudiging en modernisering van het bewijsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | modernisering, bewijsrecht, procesrecht, partijautonomie, KEI |
Auteurs | Ralph Ubels en Tom van Amsterdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het recent gepubliceerde ‘Wetsvoorstel tot aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de vereenvoudiging en modernisering van het bewijsrecht’ beoogt het civiele bewijsrecht te vereenvoudigen en te moderniseren. Hiertoe doet de minister voor Rechtsbescherming onder meer de volgende drie voorstellen: (1) partijen worden voorafgaande aan een procedure verplicht bewijs te verzamelen en te delen, (2) de regierol van de rechter wordt vergroot, en (3) de normen voor de verschillende voorlopige bewijsverrichtingen worden gelijkgetrokken. De minister voor Rechtsbescherming streeft naar efficiëntere civiele rechtspleging, maar de auteurs vrezen dat met deze voorstellen het tegenovergestelde wordt bereikt. Zij verwachten dat een bewijsverzamel- en -aandraagplicht en het gelijktrekken van de normen voor voorlopige bewijsverrichtingen zullen leiden tot meer, langere en duurdere procedures. De auteurs vrezen ook dat de voorgestelde bevoegdheid voor de rechter ambtshalve gronden en verweren aan te dragen afbreuk doet aan de meest gewenste rolverdeling tussen de procespartijen enerzijds en de rechter anderzijds. Bovendien kan het afbreuk doen aan de objectieve en subjectieve onpartijdigheid van de rechter. |
Diversen |
‘Hoe zou u het bewijsrecht willen moderniseren?’Verslag van de najaarsvergadering 2017 van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2018 |
Auteurs | Mr. J.J. Dammingh en Mr. L.M. van den Berg |
Auteursinformatie |
Artikel |
Grensoverschrijdende bewijsverkrijging door de Nederlandse rechter in strijd met buitenlandse wettelijke geheimhoudingsplichtenLessen uit de Amerikaanse discovery-praktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | grensoverschrijdende bewijsverkrijging, geheimhouding, comitas, inzage |
Auteurs | Mr. R. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt een mogelijk internationaal gevolg van het advies Modernisering burgerlijk bewijsrecht. Uit Amerikaanse federale jurisprudentie blijkt dat partijen in een spagaat kunnen belanden, wanneer hun wederpartij hen kan verplichten om informatie te verstrekken waarop een buitenlandse wettelijke geheimhoudingsplicht rust. De auteur beschrijft de afweging die federale rechters maken bij het beoordelen van een inzageverzoek. Deze blijkt soortgelijk te zijn aan een beoordeling onder art. 843a Rv. Zijns inziens bestaat hierdoor de kans dat de Nederlandse rechter onvoldoende gewicht toekent aan een buitenlandse geheimhoudingsplicht. De comitas-leer zou de rechter ertoe kunnen bewegen om het inzageverzoek via de internationale bewijsverkrijgingsregelingen te laten verlopen. |
Artikel |
Naar een moderner burgerlijk bewijsrecht? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Adviesrapport, Bewijs, Informatiegaring, Modernisering, KEI |
Auteurs | Mr. Y.A. Wehrmeijer en Mr. drs. E.M. Hoogervorst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het in april 2017 verschenen adviesrapport ‘Modernisering burgerlijk bewijsrecht’ geeft aanleiding tot discussie. Kern van het advies is het verleggen van de aandacht van informatiegaring tijdens de procedure naar informatiegaring voorafgaand daaraan. Het rapport besteedt eveneens aandacht aan de exhibitieplicht en diverse bewijsverrichtingen. Na een overzicht van de voorstellen uit het adviesrapport geven de auteurs hun visie op de voorgestelde preprocessuele bewijsgaringsverplichtingen en de daarbij voorgestelde sancties. Het voorstel om de criteria van de exhibitieplicht en de voorlopige bewijsverrichtingen gelijk te trekken kan op hun steun rekenen. Suggesties met betrekking tot bewijsbeslag en (schriftelijk) getuigenbewijs passeren ook de revue. |
Artikel |
Hart, handen & voeten: de mondelinge behandeling en de pleitnota na KEI |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | KEI, mondelinge behandeling, art. 22 Rv, art. 30k Rv, oral hearing |
Auteurs | Mr. C.J-A. Seinen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na invoering van KEI zal de civiele rechter in veel zaken meteen na de mondelinge behandeling uitspraak doen; alle stukken en stellingen moeten voortaan vóór de zitting zijn ingediend, en rechters worden geacht vaker instructies geven om dit te bewerkstelligen. Nieuw is deze wens niet; wel nieuw is dat de wetgever haar in de wet heeft geëxpliciteerd en op de overtreding van enkele sleutelbepalingen concretere sancties stelt. Deze bijdrage onderzoekt of de wetgever met die wijzigingen de al decennia gewenste ‘cultuuromslag’ in het civiele proces eindelijk afdwingt; praktische vraag daarbij is of partijen nog wel een pleitnota mogen indienen. |
Artikel |
The Netherlands Commercial Court - an attractive venue for international commercial disputes? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2016 |
Auteurs | mr. P.E. Ernste en mr. F.E. Vermeulen |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article discusses the Netherlands Commercial Court from the perspective of lawyers and examines whether the NCC will be an attractive venue for international commercial discputes. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | KEI, Hoger beroep, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering |
Auteurs | Mr. drs. F.J.P. Lock |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel beoogt in kaart te brengen wat er met de invoering van het programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) en de daarbij horende wijzigingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorderingen al dan niet verandert in het appelprocesrecht. |
Jurisprudentie |
Bewijsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2016 |
Auteurs | Mr. dr. R.H. de Bock |
Auteursinformatie |
Artikel |
Enkele inhoudelijke aspecten van KEI: waar gaat en waar moet het naartoe?Verslag van de najaarsvergadering 2015 van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2016 |
Auteurs | Mr. J.J. Dammingh en Mr. L.M. van den Berg |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
Getuigenbewijs in civiele zaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2016 |
Auteurs | Mr. J. Ekelmans |
Auteursinformatie |
Artikel |
Internationaal procederenVerslag van de voorjaarsvergadering 2015 van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2015 |
Auteurs | Mr. J.J. Dammingh en Mr. L.M. van den Berg |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het Wetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht: kanttekeningen vanuit de procespraktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | wetsvoorstel KEI, procesinleiding, mondelinge behandeling, afschaffing rol, mondelinge uitspraak |
Auteurs | Mr. K. Teuben en Mr. K.J.O. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behelst een – deels kritische – analyse van het Wetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht, vanuit het perspectief van de procespraktijk. Centraal staan de procedurele wijzigingen die het wetsvoorstel (naast digitalisering) teweegbrengt. De auteurs concluderen dat het wetsvoorstel enkele belangrijke praktijkvragen onbeantwoord laat en op verschillende punten niet leidt tot een vereenvoudiging, maar eerder tot (onnodige) complicatie van het civiele proces. Zij doen enkele suggesties ter verduidelijking en verbetering van het voorstel. |
Artikel |
De gevolgtrekking die hij geraden achtSancties op schending van de waarheidsplicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | art. 21 Rv, art. 22 Rv, waarheidsplicht, gevolgtrekking, Sanctie |
Auteurs | Mr. C.J-A. Seinen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden uitspraken van na 1 januari 2012 besproken waarin schending van de waarheidsplicht aan de orde is. Na een korte schets van de visies van wetgever, Hoge Raad en literatuur op de sanctionering van de waarheidsplicht worden de in de feitenrechtspraak opgelegde sancties op een rij gezet. Duidelijk wordt dat rechters de waarheidsplicht zeer actief gebruiken en dat flinke verschillen bestaan in de op schending gestelde sancties. Hoewel de wetgever geen voorstander was van het uitdelen van sancties door de civiele rechter, bepleit de auteur dat sancties onder omstandigheden (vooral ten aanzien van repeat players) verdedigbaar zijn. |
Artikel |
Het algemene bewijsbeslag: de Hoge Raad heeft gesproken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | bewijsbeslag, exhibitieplicht, medewerkingsplicht, proces-verbaal, vrees voor verduistering |
Auteurs | Mr. N. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt in haar bijdrage naar aanleiding van de beantwoording door de Hoge Raad van de prejudiciële vragen die werden gesteld over de (on)mogelijkheid van het leggen van bewijsbeslag in niet-IE-zaken het fenomeen ‘bewijsbeslag’. Zij schetst hierbij kort de voorgeschiedenis van de aan de Hoge Raad gestelde prejudiciële vragen. Vervolgens worden de door de Hoge Raad gegeven antwoorden besproken, waarbij de auteur vanuit de praktijk beschouwd af en toe een kritische aantekening plaatst. De auteur spreekt in haar conclusie de hoop uit dat de wetgever tot wetgeving zal overgaan. |
Column |
Rechtspreken en recht vormen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2013 |
Auteurs | Prof. mr. W.D.H. Asser |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Eerste aanleg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Eerste aanleg, Procesinnovatie, Efficiënte procesgang, KEI |
Auteurs | Mr. J. Ekelmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel wordt de aanstaande wetgeving over het civiele procesrecht in eerste aanleg besproken, aandacht gegeven aan innovatieve initiatieven van de rechtbanken (sector civiel en kanton) voor de civiele rechtsgang in eerste aanleg en aangeduid hoe ook recente rechtspraak van de Hoge Raad een efficiënte rechtsgang in eerste aanleg bevordert. |
Jurisprudentie |
Kroniek Bewijsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | Hoge Raad |
Auteurs | Mr. dr. R.H. de Bock |
Samenvatting |
|