Op de rolzitting in kantonzaken kunnen gedaagden verschijnen om mondeling verweer te voeren. Die rolzitting zou het visitekaartje moeten worden van de Rechtspraak (juist) voor gedaagden die minder zelfredzaam zijn. Om dit te bewerkstelligen moet de rolzitting worden gedaan door een kantonrechter (zoals ook in de wet vastgelegd), moet die rechter zijn regierol pakken (zodat de interne toegankelijkheid van de procedure toeneemt en aan waarheidsvinding wordt gedaan) en moeten (de gemachtigden van) eisers worden betrokken bij de rolzitting (zodat beter aan de verwachtingen van gedaagde tegemoet wordt gekomen en de procedure aan snelheid kan winnen). |
Zoekresultaat: 236 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging x
Kroniek |
Bewijsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Ruth de Bock |
Auteursinformatie |
Artikel |
De rol van de kantonrolzitting; meer (van maken) dan een administratieve bijeenkomst |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | rolzitting, kantonrechtspraak, mondeling antwoord, regievoering, toegankelijkheid |
Auteurs | Kim van der Kraats |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging nader beschouwd |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | burgerlijk procesrecht, experimentenwet, wetgeving |
Auteurs | Elselique Hoogervorst en Parisa Jahan |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging is geïntroduceerd ter bevordering van een eenvoudige, snelle, effectieve en de-escalerende geschilbeslechting. De wet maakt een scala aan afwijkingen van het reguliere procesrecht mogelijk. Een experimentele procedure wordt opgenomen in een amvb en heeft een tijdelijk karakter van in beginsel maximaal drie jaar. De wetgever heeft een aantal concrete experimenten voor ogen waaronder een experiment met een toegevoegd deskundig lid in een kamer van een rechtbank of hof en een experiment met een nabijheidsrechter. In deze bijdrage bespreken wij de voorgestelde regeling op hoofdlijnen en plaatsen wij een aantal kanttekeningen bij de wet en de voorgestelde experimenten. |
Artikel |
De dagvaardingsprocedure in civiele zaken bij de rechtbank in eerste aanleg in Duitsland vergeleken met de Nederlandse procedure na KEI-wetgeving en Spoedwet KEI |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Burgerlijk Procesrecht Duitsland / Nederland vergelijking |
Auteurs | Eckhard Mehring |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Burgerlijke Procesrecht heeft zowel in Duitsland alsook in Nederland in de afgelopen decennia belangrijke wijzigingen ondergaan. Op een aantal punten kan een benadering worden vastgesteld. Maar er blijven ook kenmerkende verschillen. Deze bijdrage levert een korte schets van de Duitse civiele procedure in eerste aanleg en geeft daarbij ook aan waar met de Nederlandse procedure overeenkomsten zijn en waar nog steeds verschillen bestaan. |
Artikel |
Hetzelfde ≠ gelijkAandachtspunten bij elektronische zittingen: een arbitragerechtelijk perspectief |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Bas van Zelst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Nederlandse arbitragerecht geeft een scheidsgerecht de discretionaire bevoegdheid om te beslissen dat een hoorzitting ‘langs elektronische weg’ wordt gevoerd. Deze bijdrage beoordeelt het idee dat deze bevoegdheid van verplichte aard is. De bevoegdheid van arbiters om voor een elektronische hoorzitting te kiezen, is volgens haar beperkt door de fundamentele beginselen van het procesrecht, met name het gelijkheidsbeginsel. Het artikel somt relevante overwegingen op bij de keuze voor een elektronische hoorzitting in arbitrageprocedures met Nederlandse zetel en is van mening dat dergelijke overwegingen, gezien hun fundamentele karakter, ook van toepassing kunnen zijn in procedures voor de Nederlandse nationale rechtbanken. |
Kroniek |
Beslag- en executierecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | David de Knijff |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | waarheidsplicht, waarheidsbeginsel, artikel 21 Rv, artikel 22 Rv, artikel 85 Rv |
Auteurs | Cindy Seinen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De waarheidsplicht komt in procedures steeds vaker aan de orde, ofwel omdat een partij om sanctionering ervan vraagt, dan wel omdat de rechter ambtshalve oordeelt dat sanctionering nodig is. Deze bijdrage behandelt de ontwikkelingen aan de hand van de typen gevolgtrekking die rechters sinds 2014 aan schendingen hebben verbonden. |
Boekbespreking |
Het rechterlijk bevel en verbod |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | Nadine Groeneveld-Tijssens |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
De mondelinge behandeling in civiele zaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Wemmeke Wisman en Sharona Heeroma |
Auteursinformatie |
Kroniek |
Mediation |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Paula Boshouwers, Hester Uhlenbroek en Nelleke van Thiel-Wortmann |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
Grensoverschrijdend bankbeslag op geldvorderingen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2019 |
Auteurs | Sophie van Kasbergen |
Auteursinformatie |
Kroniek |
Partijen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2019 |
Auteurs | Berto Winters |
Auteursinformatie |
Artikel |
De Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie: eindelijk werkelijkheid, nu nog gaan werken … |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | massaschade, collectieve actie |
Auteurs | Carla Klaassen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na een lange wetsgeschiedenis is op 19 maart 2019 het voorstel voor de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) aangenomen door de Eerste Kamer. De inwerkingtreding van de WAMCA is op korte termijn te verwachten. In deze bijdrage wordt de WAMCA op hoofdlijnen besproken. Tevens worden enkele kritische kanttekeningen en vraagtekens bij deze wet geplaatst. |
Artikel |
De stellige ontkenning van een elektronische ondertekeningIs art. 159 lid 2 Rv toe aan modernisering? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Elektronische handtekening, Stellige ontkenning, Bewijskracht |
Auteurs | Rob van Esch |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaat de auteur in op de toepassing van art. 159 lid 2 Rv en andere juridische aspecten van een stellige ontkenning van een elektronische ondertekening. Hij betoogt dat toepassing van deze bepaling ook bij een stellige ontkenning van een elektronische handtekening tot resultaten kan leiden waarmee de praktijk uit de voeten kan als haar reikwijdte wordt beperkt tot de waarheid van de ondertekende verklaring. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Civiele rechtspleging, Experimenten, Kwaliteit, Artikel 96 Rv |
Auteurs | Kim van der Kraats |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de civiele rechtspraak vindt momenteel een aantal experimenten plaats. Met deze experimenten wordt beoogd de civiele procedure voor natuurlijke personen sneller, goedkoper, eenvoudiger, laagdrempeliger en ook meer probleemoplossend te maken. |
Artikel |
De digitale civiele procedure als onderdeel van een behoorlijke rechtspleging |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | digitalisering, KEI, digitale procedure, digitaal systeem, toegankelijkheid, procesinleiding, oproepingsbericht, openbaarheid |
Auteurs | Dineke de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Digitaal procederen in civiele procedures is in ontwikkeling. In dit artikel wordt ingegaan op de digitaliseringsdoelstelling van de wetgever en op ervaringen die zijn opgedaan rondom de ontwikkeling van digitaal procederen in civiele vorderingszaken (dagvaardingszaken) over rechtsgevolgen ter vrije bepaling van partijen. |
Artikel |
Het Wetsvoorstel Spoedwet KEI: een verruiming van regie van de rechter en de mogelijkheden rondom de mondelinge behandeling? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | KEI, Spoedwet, mondelinge behandeling, regiefunctie |
Auteurs | Pauline Ernste |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 26 maart 2019 is bij de Tweede Kamer het Wetsvoorstel Spoedwet KEI ingediend. Dit wetsvoorstel is een vervolg op de Wetgeving van 2016. Naast de intrekking van de verplichting tot digitaal procederen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland treden met het Wetsvoorstel Spoedwet KEI ook enkele procesvernieuwende bepalingen uit de Wetgeving van 2016 in werking. Deze bepalingen zien op de regiefunctie van de rechter en de verruiming van de mogelijkheden tijdens de mondelinge behandeling. In deze bijdrage staan de wijzigingen rondom de regiefunctie van de rechter en de mondelinge behandeling centraal. Daarbij wordt een vergelijking gemaakt met het huidige procesrecht om de vraag te beantwoorden of van werkelijke procesvernieuwingen sprake is of meer van een codificatie van een in de procespraktijk ontwikkelde werkwijze. |
Kroniek |
Hoger beroep |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Pieter Frans Lock |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | burgerlijk procesrecht, waarheidsplicht, bewijslastverdeling, bewijsrecht, artikel 21 Rv |
Auteurs | Redouan El Gamali en Eric Tjong Tjin Tai |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de verhouding tussen de waarheidsplicht en de bewijslastverdeling aan een nader onderzoek onderworpen. Besproken zal worden de praktische uitwerking van de interactie tussen de twee leerstukken. Het wetsvoorstel vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht wordt daarbij betrokken. Geconcludeerd zal worden dat de waarheidsplicht in zeker opzicht breder is dan de bewijslastverdeling, maar zij is niet los te denken van de vraag wie het bewijsrisico draagt. Een verbeterd sanctiestelsel zou de waarheidsplicht beter doen aansluiten bij de praktijk van het civiele proces. |
Artikel |
Verhaalsbeslag op bitcoins |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | bitcoin, conservatoir beslag, executoriaal beslag, verhaal, waardepapier |
Auteurs | Tycho de Graaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
Verhaalsbeslag op bitcoins is mogelijk door (1) de drager waarop de privésleutel staat waarmee over bitcoins kan worden beschikt (de paper of hardware wallet) als waardepapier te kwalificeren, (2) op die wallet conservatoir verhaalsbeslag te leggen en als de toegang tot die wallet beveiligd is met een code, de schuldenaar te dwingen die code prijs te geven, (3) de bitcoins naar een andere, door een bank of DNB nieuw geopende bitcoinrekening over te maken, en (4) de paper of hardware wallet van die nieuwe bitcoinrekening te zijner tijd executoriaal te verkopen. |