De nieuwe arbitragewet treedt op 1 januari 2015 in werking. Er wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste wijzigingen van de arbitragewet vanuit het perspectief van de gewone rechter. Naast de afbakening van de bevoegdheid van de gewone rechter in verband met het bestaan van een geldige arbitrageovereenkomst, heeft de gewone rechter een assisterende rol en een controlerende rol ten aanzien van arbitrage. Aan de orde komen onder andere de plaatsing van het arbitraal beding in algemene voorwaarden op de zwarte lijst, de institutionele wraking, de tenuitvoerlegging en vernietiging van een arbitraal vonnis, de mogelijkheid tot terugverwijzing naar het scheidsgerecht en het overgangsrecht. |
Boekbespreking |
Een bindend advies: lees ErnsteBeschouwingen bij de dissertatie van Paulien Ernste |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Prof. mr. W.D.H. Asser |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Partijen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Mr. B. Winters |
Auteursinformatie |
Diversen |
Procedurele en distributieve rechtvaardigheidVerslag van de voorjaarsvergadering 2014 van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Mr. J.J. Dammingh en Mr. P.E. Ernste |
Auteursinformatie |
Artikel |
De nieuwe arbitragewet bezien vanuit het perspectief van de gewone rechter |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | arbitragewet, arbiters, arbitraal vonnis, vernietiging, remission |
Auteurs | Mr. I.P.M. van den Nieuwendijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De gevolgtrekking die hij geraden achtSancties op schending van de waarheidsplicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | art. 21 Rv, art. 22 Rv, waarheidsplicht, gevolgtrekking, Sanctie |
Auteurs | Mr. C.J-A. Seinen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden uitspraken van na 1 januari 2012 besproken waarin schending van de waarheidsplicht aan de orde is. Na een korte schets van de visies van wetgever, Hoge Raad en literatuur op de sanctionering van de waarheidsplicht worden de in de feitenrechtspraak opgelegde sancties op een rij gezet. Duidelijk wordt dat rechters de waarheidsplicht zeer actief gebruiken en dat flinke verschillen bestaan in de op schending gestelde sancties. Hoewel de wetgever geen voorstander was van het uitdelen van sancties door de civiele rechter, bepleit de auteur dat sancties onder omstandigheden (vooral ten aanzien van repeat players) verdedigbaar zijn. |
Artikel |
De aanvulling en verbetering van uitspraken – een onderzoek naar het toepassingsbereik van art. 31 en 32 Rv |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Procesrecht, Aanvulling, Verbetering, Apparaatsfout, Deformalisering |
Auteurs | mr. drs. P.A. Fruytier en mr. L.V. van Gardingen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zoeken de auteurs aan de hand van de systematiek van art. 31 en 32 Rv en de daaraan ten grondslag liggende beginselen naar de grenzen van deze bepalingen. Zij gaan vervolgens in op een aantal grensgevallen: (a) reparatie van apparaatsfouten, (b) verbetering van eigen rechtsoverwegingen door de Hoge Raad en (c) aanvulling door de rechter van gemiste gronden en weren. Voor fatale apparaatsfouten pleiten de auteurs voor aanvaarding van een termijn van veertien dagen na de uitspraak waarbinnen partijen de rechter op de fout kunnen wijzen. De andere grensgevallen kunnen volgens hen deels onder de werking van art. 31 Rv en/of art. 32 Rv gebracht worden. |
Artikel |
Ambtshalve toetsing in hoger beroepOver de omvang van het hoger beroep en het door de grieven ontsloten gebied |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | hoger beroep, grievenstelsel, openbare orde, ambtshalve toetsing |
Auteurs | Mr. F.J.P. Lock |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met het arrest Heesakkers/Voets (HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691) is weer eens de vraag onder de aandacht gebracht welke plaats ambtshalve toetsing inneemt in het Nederlandse appelprocesrecht en meer in het bijzonder hoe die toetsing zich verhoudt tot het grievenstelsel. In hoeverre is de rechter in hoger beroep buiten de grieven om tot ambtshalve toetsing gehouden? De auteur geeft uitleg over de begrippen ‘omvang van het hoger beroep’ en ‘het door de grieven ontsloten gebied’ en bespreekt welke ruimte het Nederlandse appelprocesrecht biedt om ambtshalve te toetsen aan bepalingen van openbare orde. De in dit verband relevante procesrechtelijke begrippen blijken in literatuur en jurisprudentie niet altijd eenduidig te worden gebruikt, waardoor verwarring op de loer ligt. De auteur concludeert dat het oordeel van de Hoge Raad in Heesakkers/Voets past binnen het bestaande kader van de ambtshalve toetsing in hoger beroep aan de regels van openbare orde. |
Jurisprudentie |
Advocatuur |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | Mr. dr. R. Verkijk |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Hoofdbeginselen burgerlijk procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | Mr. dr. P. Smits |
Auteursinformatie |
Diversen |
Procesinnovatie: KEIgoede ideeën?Verslag van de najaarsvergadering 2013 van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2014 |
Auteurs | Mr. J.H. van Dam-Lely |
Auteursinformatie |
Artikel |
De verstekprocedure getoetst: een empirisch onderzoek naar de verstekprocedure in het licht van het KEI-programma |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | verstekprocedure, incassovordering, betalingsbevelprocedure, KEI-programma, empirisch onderzoek |
Auteurs | Prof. mr. X.E. Kramer, Mr. I. Tillema en Mr. dr. M.L. Tuil |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een groot deel van de civiele vonnissen eindigt in een verstekvonnis. Het fungeren van de verstekprocedure als algemene incassoprocedure is bekritiseerd. Zo heeft de commissie-Asser-Groen-Vranken voor de invoering van een nationale betalingsbevelprocedure gepleit. In het programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) wordt ervoor gekozen geen betalingsbevelprocedure in te voeren. De vraag is of het KEI-programma op dit punt de juiste keuzes maakt en wat mogelijke implicaties hiervan zijn. In deze bijdrage worden de belangrijkste bevindingen van uitgevoerd empirisch onderzoek naar de verstekprocedure gepresenteerd en in het licht hiervan de in het conceptwetsvoorstel gemaakte keuzes becommentarieerd. |
Artikel |
Het algemene bewijsbeslag: de Hoge Raad heeft gesproken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | bewijsbeslag, exhibitieplicht, medewerkingsplicht, proces-verbaal, vrees voor verduistering |
Auteurs | Mr. N. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt in haar bijdrage naar aanleiding van de beantwoording door de Hoge Raad van de prejudiciële vragen die werden gesteld over de (on)mogelijkheid van het leggen van bewijsbeslag in niet-IE-zaken het fenomeen ‘bewijsbeslag’. Zij schetst hierbij kort de voorgeschiedenis van de aan de Hoge Raad gestelde prejudiciële vragen. Vervolgens worden de door de Hoge Raad gegeven antwoorden besproken, waarbij de auteur vanuit de praktijk beschouwd af en toe een kritische aantekening plaatst. De auteur spreekt in haar conclusie de hoop uit dat de wetgever tot wetgeving zal overgaan. |
Jurisprudentie |
Ondernemingsprocesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2014 |
Auteurs | Prof. mr. H.E. Boschma en Mr. P.G.F.A. Geerts |
Auteursinformatie |
Artikel |
Waar wringt het bij de wraking?Over de voorgestelde vernieuwingen in de wrakingsprocedure |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | wraking |
Auteurs | Mr. dr. P. Smits |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt het rechtsvergelijkend onderzoek naar de mogelijkheden tot herziening van de Nederlandse wrakingsprocedure van juli 2012 door wetenschappers van de universiteit Utrecht (Giesen e.a.) geanalyseerd voor zover het de civiele wrakingsregeling betreft. Na een beschrijving van de wrakingsregeling in artt. 36 e.v. Rv worden de voorstellen tot efficiëncyverhoging en tempering van oneigenlijk gebruik (het interne perspectief) besproken. Vervolgens worden de suggesties tot vergroting van het maatschappelijk draagvlak van het wrakingsinstrument (het externe perspectief) bezien . De conclusie is dat de voorstellen aangaande het interne perspectief zonder meer waardevol zijn, doch dat die aangaande het externe perspectief minder aanspreken. |