Aan het instellen van een rechtsmiddel in een WAMCA-procedure is weinig aandacht besteed in de parlementaire geschiedenis en literatuur. In deze bijdrage wordt een aantal vragen met betrekking tot hoger beroep en cassatie in een collectieve actie besproken, zoals welke partijen een rechtsmiddel kunnen instellen, wat rechtens is als niet door of tegen alle partijen hoger beroep wordt ingesteld, tegen welke beslissingen een rechtsmiddel kan worden ingesteld, welke complicaties tussentijds hoger beroep meebrengt en of de bijzondere procedureregels van titel 14A Rv ook in hoger beroep en cassatie moeten gelden. Geconcludeerd wordt dat nadere wetgeving gewenst is. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | class action, massaschade, afwikkeling, exclusieve belangenbehartiger, rechtsmiddel |
Auteurs | Elselique Hoogervorst, Carla Klaassen en Albert Knigge |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | WAMCA, concurrerende vordering, exclusieve belangenbehartiger, collectieve actie, collectief schadeverhaal |
Auteurs | Branda Katan en Marnix Wallinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs onderzoeken de figuur van de exclusieve belangenbehartiger in de WAMCA. De exclusieve belangenbehartiger treedt in een samengevoegde procedure op voor de belangen van alle personen voor wie de collectieve actie is ingesteld, en als vertegenwoordiger van de mede-eiseressen. Deze bijdrage verkent de knelpunten die zich kunnen voordoen bij conflicten tussen concurrerende belangenbehartigers en andere complicaties in verschillende fases van een collectieve procedure. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | art. 332 lid 1 Rv, art. 80 lid 1 Wet RO, rechtsklachten, kantonrechter, doorbreking |
Auteurs | Frank Bentvelzen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door de appelgrens in art. 332 lid 1 Rv en de beperkte cassatiegronden in art. 80 lid 1 Wet RO is beoordeling door een hogere rechter van kantonuitspraken slechts beperkt mogelijk. Dit leidt ertoe dat de kantonrechter soms als hoogste nationale rechter rechtsregels toepast en uitlegt. Deze bijdrage verkent verruiming van de mogelijkheden van hoger beroep en cassatie en bespreekt daartoe aanknopingspunten voor ruimere toepassing van de doorbrekingsleer en afschaffing dan wel aanpassing van art. 80 lid 1 Wet RO. Daarbij wordt aandacht besteed aan verruiming in algemene zin, maar ook specifiek gekeken naar verruiming voor gevallen met een Unierechtelijke dimensie. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | WAMCA, ontvankelijkheidsbeslissing, class certification |
Auteurs | Pim Wissink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds inwerkingtreding van de WAMCA kent de collectieve actie een procedurele tweedeling in een ontvankelijkheidsfase en een inhoudelijke fase. Inhoudelijke behandeling van de vordering vindt ingevolge art. 1018c lid 5 Rv pas plaats indien en nadat de rechter over de ontvankelijkheid heeft beslist. De vraag is in hoeverre de twee fasen los van elkaar kunnen worden gezien, nu elementen van de ontvankelijkheidstoets nauw zijn verweven met de inhoudelijke beoordeling. De auteur maakt een vergelijking met de Amerikaanse federale class action, die een soortgelijke problematiek kent, en betoogt dat een genuanceerde toepassing van art. 1018c lid 5 Rv aangewezen is. |