Sinds inwerkingtreding van de WAMCA kent de collectieve actie een procedurele tweedeling in een ontvankelijkheidsfase en een inhoudelijke fase. Inhoudelijke behandeling van de vordering vindt ingevolge art. 1018c lid 5 Rv pas plaats indien en nadat de rechter over de ontvankelijkheid heeft beslist. De vraag is in hoeverre de twee fasen los van elkaar kunnen worden gezien, nu elementen van de ontvankelijkheidstoets nauw zijn verweven met de inhoudelijke beoordeling. De auteur maakt een vergelijking met de Amerikaanse federale class action, die een soortgelijke problematiek kent, en betoogt dat een genuanceerde toepassing van art. 1018c lid 5 Rv aangewezen is. |
Zoekresultaat: 101 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging x
Kroniek |
Insolventieprocesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Evelyne Groot |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | WAMCA, ontvankelijkheidsbeslissing, class certification |
Auteurs | Pim Wissink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kroniek |
Bewijsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Ruth de Bock |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
Het kort geding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Floris Bakels |
Auteursinformatie |
Artikel |
De dagvaardingsprocedure in civiele zaken bij de rechtbank in eerste aanleg in Duitsland vergeleken met de Nederlandse procedure na KEI-wetgeving en Spoedwet KEI |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Burgerlijk Procesrecht Duitsland / Nederland vergelijking |
Auteurs | Eckhard Mehring |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Burgerlijke Procesrecht heeft zowel in Duitsland alsook in Nederland in de afgelopen decennia belangrijke wijzigingen ondergaan. Op een aantal punten kan een benadering worden vastgesteld. Maar er blijven ook kenmerkende verschillen. Deze bijdrage levert een korte schets van de Duitse civiele procedure in eerste aanleg en geeft daarbij ook aan waar met de Nederlandse procedure overeenkomsten zijn en waar nog steeds verschillen bestaan. |
Kroniek |
Familieprocesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Hanneke Ackermans-Wijn |
Auteursinformatie |
Artikel |
Zestien jaar OZ/Roozen: een rustig bezit? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | bewijsaanbod, getuigenbewijs, OZ/Roozen |
Auteurs | Thijs van Aerde |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft in het standaardarrest OZ/Roozen van 9 juli 2004 een maatstaf geformuleerd voor het beoordelen van de vraag of een procespartij tot getuigenbewijs moet worden toegelaten. De auteur onderzoekt de rechtsontwikkeling van nadien en gaat ook in op de voorgenomen modernisering van het bewijsrecht. |
Boekbespreking |
Het rechterlijk bevel en verbod |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | Nadine Groeneveld-Tijssens |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
De mondelinge behandeling in civiele zaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Wemmeke Wisman en Sharona Heeroma |
Auteursinformatie |
Verslag |
Experimenteerwet rechtsplegingVerslag van de najaarsvergadering 2018 van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2019 |
Auteurs | Jacobus Dammingh en Marijn van den Berg |
Auteursinformatie |
Artikel |
De Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie: eindelijk werkelijkheid, nu nog gaan werken … |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | massaschade, collectieve actie |
Auteurs | Carla Klaassen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na een lange wetsgeschiedenis is op 19 maart 2019 het voorstel voor de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) aangenomen door de Eerste Kamer. De inwerkingtreding van de WAMCA is op korte termijn te verwachten. In deze bijdrage wordt de WAMCA op hoofdlijnen besproken. Tevens worden enkele kritische kanttekeningen en vraagtekens bij deze wet geplaatst. |
Artikel |
De digitale civiele procedure als onderdeel van een behoorlijke rechtspleging |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | digitalisering, KEI, digitale procedure, digitaal systeem, toegankelijkheid, procesinleiding, oproepingsbericht, openbaarheid |
Auteurs | Dineke de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Digitaal procederen in civiele procedures is in ontwikkeling. In dit artikel wordt ingegaan op de digitaliseringsdoelstelling van de wetgever en op ervaringen die zijn opgedaan rondom de ontwikkeling van digitaal procederen in civiele vorderingszaken (dagvaardingszaken) over rechtsgevolgen ter vrije bepaling van partijen. |
Kroniek |
Supranationaal procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Marek Zilinsky |
Auteursinformatie |
Artikel |
Misbruik van de wrakingsregeling |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Wraking, Misbruik, Burgerlijk procesrecht, Verschoning, Onpartijdigheid |
Auteurs | Annemarie van der Kruk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Binnen de rechterlijke macht en de literatuur leeft het beeld dat vaker dan voorheen op oneigenlijke wijze gebruik wordt gemaakt van de wrakingsregeling. Of dat daadwerkelijk zo is, kan vanwege het ontbreken van empirisch onderzoek niet worden vastgesteld. In 2018 heeft een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die eventuele oneigenlijke wrakingsverzoeken kunnen terugdringen. De Hoge Raad heeft op 25 september 2018 heldere criteria geschetst voor het toetsingskader van wrakingskamers. Daarnaast hebben de voorzitters van de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal een globale voorzet gedaan voor wijziging van de wrakingsregeling. Beide ontwikkelingen waren aanleiding voor het schrijven van dit artikel. |
Artikel |
De mondelinge einduitspraak – dat smaakt naar méér |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Burgerlijk procesrecht, Mondelinge einduitspraak, Art. 30 p Rv |
Auteurs | Kim van der Kraats |
SamenvattingAuteursinformatie |
In artikel 30p Rv is de mogelijkheid om in civiele zaken mondeling einduitspraak te doen geïntroduceerd. In deze bijdrage wordt op basis van de eerste (gepubliceerde) mondelinge einduitspraken de balans opgemaakt. De gepubliceerde zaken laten verschillen zien in het type zaken waarin van een mondelinge einduitspraak gebruik wordt gemaakt (zowel qua onderwerp als qua complexiteit). Van de mogelijkheid om een mondelinge einduitspraak te doen, zou meer gebruik kunnen worden gemaakt (met het oog op de verwachtingen van partijen, de acceptatie van de uitspraak en de begrijpelijkheid daarvan). De inzichtelijkheid van de motivering voor derden vormt daarbij een punt van aandacht. |
Kroniek |
Spoedprocedures |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2018 |
Auteurs | Jan Willem de Groot |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
De eigen(aardig)heid van de kantonrechter |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2018 |
Auteurs | Henriëtte van Dam-Lely |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Experimenteren, Fundamentele beginselen van procesrecht, Innovatie, Artikel 86 Rv |
Auteurs | Mr. P. Ingelse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tot 1 juni lag een wetsvoorstel Experimentenwet rechtspleging ter consultatie voor. Volgens dit voorstel krijgt de regering met het oog op innovatie van de rechtspraak voor onbepaalde tijd de bevoegdheid om bij AMvB te experimenteren met het Nederlands burgerlijk procesrecht. Concreet wordt onder meer gedacht aan experimenten met een eenvoudige procedure voor het MKB, met een deskundige lekenrechter naast de gewone rechter en met een harmonieuze alternatieve echtscheidingsprocedure. De experimenten moeten blijven binnen de grenzen van EU-recht, verdragen en de fundamentele beginselen van procesrecht, maar verder is de bevoegdheid vrijwel ongeclausuleerd. |
Diversen |
‘Hoe zou u het bewijsrecht willen moderniseren?’Verslag van de najaarsvergadering 2017 van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2018 |
Auteurs | Mr. J.J. Dammingh en Mr. L.M. van den Berg |
Auteursinformatie |
Artikel |
Griffierechten vanuit rechtseconomisch oogpunt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | griffierechten, rechtseconomie, gedragseconomie, toegang tot de rechter, ongefundeerde vorderingen |
Auteurs | Mr. drs. T. Vleeschhouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Griffierechten in civiele zaken vormen een bron van debat. Voorstanders wijzen erop dat griffierechten ongefundeerde vorderingen tegengaan. Tegenstanders vrezen ervoor dat de toegang tot de rechter belemmerd wordt. Dit artikel bespreekt de totstandkoming van het Nederlandse griffierechtensysteem en ontwikkelt daarnaast een rechtseconomisch model op basis van gedragseconomische inzichten om te beoordelen of griffierechten inderdaad de toegang tot de rechter beperken. Deze analyse laat zien dat het Nederlandse griffierechtenstelsel degressief is; bij vorderingen met een hogere geldwaarde wordt relatief minder griffierecht geheven. Het rechtseconomische model voorspelt juist dat een progressief stelsel, waarbij de griffierechten laag zijn bij lage vorderingen en relatief steeds hoger worden bij hogere vorderingen, de toegang tot de rechter het minst beperkt. Het verdient dan ook aanbeveling om het stelsel te heroverwegen. |