In een column geeft een redacteur of auteur zijn of haar visie op een bepaald onderwerp. |
Artikel |
De gewraakte gerechtigheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2011 |
Auteurs | Prof. mr. W.D.H. Asser |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Vreemdelingenbetekening: van goed tot beter |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | kantoorbetekening, dagvaardingstermijn, controle status, adres advocaat |
Auteurs | Mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van de NJ 2010, 111 en NJ 2011, 368 en 369 zijn de belangrijke consequenties bestudeerd voor de betekeningspraktijk. In grensoverschrijdende zaken volstaat kantoorbetekening (art. 63 Rv) voor het aanwenden van een rechtsmiddel. De gewone dagvaardingstermijn van 1 week is voldoende (art. 114 Rv.). Wel kan de praktijk van de kantoorbetekening tot uitvoeringsperikelen leiden, met mogelijk onaangename verrassingen. |
In Agenda worden lezingen, conferenties en andere evenementen aangekondigd. |
Artikel |
De erkenning en tenuitvoerlegging van Europese beslissingen in het licht van de Europese beginselen van procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | wederzijds vertrouwen, erkenning, tenuitvoerlegging, art. 6 EVRM, art. 47 EU-Handvest, exequaturprocedure |
Auteurs | Mr. M. Freudenthal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Gebaseerd op het beginsel van ‘wederzijds vertrouwen’ dat EU-staten in elkaars rechtspraak geacht worden te hebben, wordt de grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging van civiele beslissingen binnen de EU gaandeweg vereenvoudigd, dat deze beslissingen geen exequaturprocedure behoeven. Ter bescherming van de (niet verschenen) gedaagde dienen de procesrechtelijke beginselen van art. 6 EVRM en art. 47 EU-Handvest hierbij ijkpunt te zijn. Centraal staat het beginsel van ‘hoor en wederhoor’ dat in de EET-Vo gewaarborgd is o.m. door aan de betekening minimumvereisten te verbinden. In deze bijdrage wordt nagegaan of de balans tussen deze vereenvoudiging en de waarborgen die opgenomen zijn ter bescherming van de gedaagde evenwichtig is. |
Artikel |
Herstel (door middel) van herstelexploten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | herstelexploot, gebrek, roldatum, nietigheid, bevel |
Auteurs | Mr. H.P. Plas |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel geeft de auteur naar aanleiding van actuele rechtspraak en literatuur een systematisch overzicht van herstelmogelijkheden van met nietigheid bedreigde gebreken in dagvaardingsexploten en de niet tijdige indiening ter griffie daarvan, alsmede van de mogelijkheden tot en de wenselijkheid van herstel van herstelexploten op initiatief van de eiser. Geconcludeerd wordt dat herstel van herstelexploten slechts beperkt wenselijk is en slechts mogelijk lijkt te zijn door middel van anticipatie op een bevel ex art. 121 lid 2 Rv. Het artikel kan dienen als naslagwerk en als leidraad bij het opstellen en beoordelen van herstelexploten. |
Boekbespreking |
Nederlands burgerlijk procesrecht en materieel EU-recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | burgerlijk procesrecht, materiaal EU-recht |
Auteurs | Prof. dr. P. Taelman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van H.B. Krans, Nederlands burgerlijk procesrecht en materieel EU-recht, Serie Burgerlijk Proces & Praktijk (Deel 12), Deventer: Kluwer 2010. |
Jurisprudentie |
Eerste aanleg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | eerste aanleg, verzoekschriftprocedure |
Auteurs | Mr. J. Ekelmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek bestrijkt ontwikkelingen in de periode vanaf 1 januari 2010. Ook in die periode is het nog niet gekomen van het wetsvoorstel tot herziening van de procedure in eerste aanleg. De minister kondigde dat wetsvoorstel in 2007 aan in zijn reactie op het eindrapport van de fundamentele herbezinning. Het wetsvoorstel zou moeten voorzien in stroomlijning van de procedure in eerste aanleg door de introductie van één uniforme verzoekschriftprocedure. Na 2007 is niet meer over het wetsvoorstel vernomen. Het opstellen van een zo veel omvattend wetsontwerp is arbeidsintensief. Over de inhoud ervan valt te twisten. Het zou zomaar kunnen dat van uitstel afstel komt. Het achterwege blijven van een herziene algemene regeling laat natuurlijk onverlet dat de ontwikkelingen op deelgebieden gestaag voortgaan. |
Diversen |
Voorontwerp van de wet invoering kostendekkende griffierechten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | Wetsvoorstel Kostendekkende griffierechten, Algemene wet bestuursrecht, Wet griffierechten burgerlijke zaken, Adviescommissie voor burgerlijk procesrecht |
Samenvatting |
Op 31 maart 2011 heeft de minister van Veiligheid en Justitie het wetsvoorstel Kostendekkende griffierechten (Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten) ter consultatie naar verschillende belanghebbende partijen gezonden. De redactie ontving het advies van de Adviescommissie voor burgerlijk procesrecht aan de minister van 31 mei jongstleden. Gelet op het belang van het wetsvoorstel en de mogelijke implicaties voor de rechtspleging heeft de redactie besloten het advies in dit nummer te publiceren. Inmiddels leert een blik op het internet dat ook tal van andere organisaties (onder andere de Nederlandse Orde van Advocaten, de Raad voor de Rechtspraak, de Nederlandse Verenging voor Gemeenten, Het Register Belastingadviseurs, de Voorzitter afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de vakcentrales en De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs) hun visie aan de minister hebben toegezonden. De redactie verwijst de lezer ter kennisname graag naar deze publicaties, maar volstaat gelet op de beschikbare ruimte en de civiel(proces)rechtelijke insteek van dit tijdschrift met het opnemen van onderstaand advies. |
Boekbespreking |
De advocaat in het burgerlijk proces |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | rechtsvergelijkend onderzoek, advocaat, advocatuur, burgerlijk proces |
Auteurs | Prof. mr. F.A.W. Bannier |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van R. Verkijk, De advocaat in het burgerlijk proces. |
Artikel |
Verandering van cassatierechtspraak |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | cassatie, selectiestelsel in cassatie, rechtsbescherming, rechtsontwikkeling, Rechtseenheid |
Auteurs | Prof. mr. H.J. Snijders |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 15 december 2010 werd het Wetsvoorstel ‘versterking cassatierechtspraak’ ingediend, dat voorziet in een kwalitatief bewaakte selectie van cassatie-advocaten over de volle breedte van het land resp. in verkorte afdoening van klaarblijkelijk kansloze cassatiezaken door niet-ontvankelijkverklaring in een vroeg stadium van de cassatieprocedure. In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre dat laatste inderdaad tot ‘versterking’ van de cassatierechtspraak kan leiden. |
Jurisprudentie |
IPR-procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | EEX-Verordening, materiële toepassingsgebied, bepalen van de rechtsmacht, schadebrengende feit |
Auteurs | Mr. M. Zilinsky |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek zal aandacht worden besteed aan een aantal arresten van het Hof van Justitie over de uitleg van de EEX-Verordening (PbEG L 12/2001, p. 1; hierna: EEX-Vo). In het kader hiervan passeren drie onderwerpen de revue: het materiële toepassingsgebied van de verordening, de vraag naar het bepalen van de rechtsmacht bij geschillen uit overeenkomsten en de vraag naar het bepalen van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan. |
Artikel |
The procedural role of courts in solving cross-border insolvency cases |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | grensoverschrijdende samenwerking tussen rechters, soft law, internationaal procesrecht, voorontwerp Insolventiewet, EU-Insolventieverordening |
Auteurs | Prof. mr. B. Wessels |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als onderdeel van lopend internationaal onderzoek wordt ingegaan op de instrumenten die rechters ten dienste staan voor het tot stand brengen en bevorderen van rechterlijke grensoverschrijdende samenwerking in internationale faillissementen. Wetgeving in onder meer de Verenigde Staten, Canada, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland (ontwerp) biedt wettelijke steun voor deze samenwerking. De Nederlandse en Europese wetgever zouden moeten volgen, opdat grensoverschrijdende faillissementsafwikkeling effectief gecoördineerd kan worden. |
Artikel |
De deelgeschilprocedure in de rechtspraktijk: goede start, spannende vlucht, behouden landing |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | deelgeschilregeling, ervaringen in de rechtspraktijk, proportionaliteitstoets, doorlooptijd |
Auteurs | Mr. drs. G. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 juli 2010 is de Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade in werking getreden. In deze bijdrage wordt ingegaan op ervaringen met de toepassing van de wet in de rechtspraktijk. Aan de orde komen onder meer de rechterlijke bevoegdheid, de aanpak van de behandeling van het verzoek, de reikwijdte van het begrip deelgeschil en de toepassing van de zogenoemde proportionaliteitstoets. |
Artikel |
Versnelde rechtspleging in België |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | rechtszoekende, bespoediging gewoon geding, kort geding, urgentie, maatregel bij voorraad |
Auteurs | Prof. dr. P. Van Orshoven |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de technieken die in België worden gehanteerd om een rechtszoekende, indien daartoe aanleiding bestaat, sneller aan zijn recht te helpen dan met een gewoon geding mogelijk is. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de bespoediging van het gewoon geding zelf (provisioneel vonnis, ‘korte debatten’ en schriftelijke behandeling), het kort geding (waarbij aandacht wordt besteed aan het begrip, de taakverdeling tussen de voorzitters en tussen de voorzitters en andere gerechten, de vereisten van ‘urgentie’ en ‘maatregel bij voorraad’ en de rechtspleging) en ‘procedures zoals in kort geding’. |
Artikel |
De verstekaanzegging in kort geding naar aanleiding van de Wet Griffierechten Burgerlijke Zaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | Wgbz, dagvaarding, aanzegging, griffierechten, verstekverlening |
Auteurs | Mr. W.A. Westenbroek en Mr. M.T. de Boorder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op basis van de Wgbz wordt verstek verleend tegen een gedaagde die niet tijdig griffierecht betaalt. Deze regel geldt niet in kort geding. Toch vereist art. 111 Rv dat daartoe een aanzegging wordt gedaan. In afwachting van reparatiewetgeving wordt de bedoelde aanzegging in de praktijk achterwege gelaten. Gelet op art. 78, 120 en 121 Rv is dit onjuist. Tot invoering van reparatiewetgeving moet de aanzegging worden gedaan, maar moet gedaagde ook worden geïnformeerd dat daaraan in beginsel geen gevolg wordt gegeven. |
Jurisprudentie |
Burgerlijk procesrecht in de (voormalige) Nederlandse Antillen en Aruba |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | procesrecht, rechtsmacht, bewijsrecht, cassatie, Gemeenschappelijk Hof van Justitie |
Auteurs | Mr. F.J.P. Lock |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek wordt rechtspraak uit 2010 van de Hoge Raad en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in (voormalig) Antilliaanse en Arubaanse zaken besproken, onder meer onder de noemers ‘cassatierechtspraak’, ‘betekeningsperikelen’, ‘aanvang appèltermijn’, ‘art. 40 Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden’, ‘interregionale en internationale rechtsmacht’, ‘bewijsrecht’ en ‘actieve rechter’. Voorts worden de gevolgen van de recente staatkundige veranderingen voor het burgerlijk procesrecht in het Caribische deel van het Koninkrijk besproken, alsmede recente ontwikkelingen op de gebieden van wetgeving en literatuur. |
Artikel |
Verbeurte van dwangsommen: onmogelijkheid en ‘eigen schuld’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | dwangsom, onmogelijkheid te presteren, Invloed eigen ‘schuld’ |
Auteurs | Prof. mr. A.W. Jongbloed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoewel de huidige regeling van de dwangsom ruim dertig jaar bestaat, rijzen zo nu en dan vragen die nog niet eerder zijn opgeworpen en die vervolgens door het Benelux-gerechtshof of de Hoge Raad moeten worden beantwoord. Een vraag die recent rees, is in hoeverre de rechter rekening mag houden met ‘eigen schuld’ van de tot betaling van dwangsommen veroordeelde schuldenaar bij de vraag of er sprake is van ‘onmogelijkheid’ in de zin van art. 611d Rv. Dat blijkt slechts onder bijzondere omstandigheden het geval te zijn. Maar levert dat niet onbillijke resultaten op? |
Artikel |
Individuele handhaving van het consumentenrecht bij de burgerlijke rechter |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | consumentenrechten, handhaving, Proceskosten, procesduur, bewijsrecht |
Auteurs | Prof. dr. M.B.M. Loos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op tal van gebieden genieten consumenten de bescherming van dwingendrechtelijke regels. In dit artikel staat de vraag centraal of consumenten de aldus aan hen toegekende rechten wel kunnen effectueren. Onderzocht wordt, mede op basis van empirische gegevens, op welke feitelijke problemen een consument stuit indien hij zijn rechten wil handhaven bij de burgerlijke rechter en in hoeverre deze problemen worden weggenomen of verminderd door recente (Nederlandse en Europese) wetgeving en wetsvoorstellen tot verbetering van de toegang van consumenten tot de rechter. |
Boekbespreking |
Bewijsbeslag |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | bewijsbeslag, conservatoir beslag, afgifte van bescheiden |
Auteurs | Mr. D.M. De Knijff |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van T.I.J. Bodewes, Bewijsbeslag; grondslag en rechtsgevolgen van het conservatoir beslag tot afgifte van bescheiden. |
Artikel |
Ambtshalve toepassing van rechtsregels |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | rechtsgronden, feitelijke grondslag, openbare orde, dwingend recht |
Auteurs | Mr. G.C.C. Lewin |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vraag of een rechtsregel ambtshalve moet worden toegepast, kan niet zonder meer worden beantwoord door het materiële recht. Er zijn drie ambtshalve taken van de rechter, die niet alle drie op art. 25 Rv zijn gebaseerd. Hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen de eerste rechter en de appèlrechter en hebben de termen ‘openbare orde’ en ‘dwingend recht’ een autonome procesrechtelijke betekenis. Niet alleen de ten processe gebleken feiten zijn van belang voor de vraag of rechtsregels ambtshalve moeten worden toegepast. Soms moet de rechter ambtshalve overgaan tot feitenonderzoek. |