Wightman bevestigt het unilaterale, soevereine recht van een lidstaat om een kennisgeving van uittreding in te trekken. Deze bijdrage bespreekt zowel dit recht op intrekking als de eventuele grenzen aan dit recht, waaronder wellicht misbruik van recht. |
Zoekresultaat: 10 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht x
Brexit |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | Brexit, artikel 50 VEU, soevereiniteit, 4 intrekking kennisgeving, uittreding |
Auteurs | Mr. dr. A. Cuyvers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Dansk Industri: nadere afbakening grenzen aan richtlijnconforme interpretatie en horizontale werking algemeen Unierechtelijk beginsel? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2016 |
Trefwoorden | verbod van discriminatie op grond van leeftijd, richtlijnconforme interpretatie, verplichting onverenigbare nationale bepaling buiten toepassing te laten, rechtszekerheidsbeginsel, beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen |
Auteurs | Mr. S.W. Haket |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Dansk Industri oordeelt het Hof van Justitie dat het de nationale rechter niet is toegestaan enkel op basis van vaste rechtspraak de mogelijkheid van een richtlijnconforme interpretatie van een nationale bepaling af te wijzen. Indien de nationale bepaling desondanks niet richtlijnconform kan worden geïnterpreteerd, dient zij buiten toepassing te worden gelaten voor zover zij onverenigbaar is met het algemene verbod van discriminatie op grond van leeftijd. Het rechtszekerheidsbeginsel doet hier niet aan af. |
Artikel |
Horizontale werking van het EU-Grondrechtenhandvest: de kogel lijkt door de kerk |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | Richtlijn 2002/14/EG, Recht op informatie en raadpleging van werknemers binnen een onderneming, EU-Handvest van de Grondrechten, Algemene beginselen van EU-recht, Horizontale werking |
Auteurs | Prof. mr. H.C.F.J.A. de Waele |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kunnen bepalingen uit het EU-Handvest van de Grondrechten worden ingeroepen in horizontale verhoudingen, dat wil zeggen in gedingen waarin twee private partijen tegenover elkaar staan? In het arrest Association de médiation sociale lijkt het Hof van Justitie deze principevraag bevestigend te beantwoorden. Daarbij onderstreept het bovendien de vitaliteit van de Mangold/Kücükdeveci-rechtspraak, waarin al eerder werd uitgemaakt dat richtlijnbepalingen die een uitwerking vormen van een algemeen beginsel van EU-recht, onder omstandigheden eveneens als zodanig in gedingen tussen particulieren kunnen worden toegepast. Tegelijkertijd houdt het Hof van Justitie zich echter op de vlakte en krijgen de theoretische mogelijkheden geen praktisch vervolg, omdat er in casu een beroep werd gedaan op een onvoldoende concrete Handvestbepaling. Ogenschijnlijk heeft het hiermee niettemin een beslissende stap gezet, en is voor toekomstige gevallen de kogel door de kerk.HvJ EU 15 januari 2014, zaak C-176/12, Association de médiation sociale/Union locale des syndicats CGT, Hichem Laboubi, Union départementale CGT des Bouches-du-Rhône, Confédération générale du travail, n.n.g. |
Artikel |
Sneller: de opportuniteit van de weg via Luxemburg |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Artikel 267 VWEU, Richtlijn 87/344/EEG, Aanbevelingen aan de nationale rechterlijke instanties tot het stellen van prejudiciële vragen, opportuniteitsbeoordeling |
Auteurs | Mr. drs. M.A. Fierstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Sneller heeft het Hof van Justitie beslist dat de rechtsbijstandverzekeringsrichtlijn meebrengt dat een rechtsbijstandverzekeraar in zijn verzekeringsovereenkomsten niet kan bepalen dat de rechtsbijstand in beginsel door zijn werknemers wordt verleend. Na het arrest Eschig, en de bevestiging daarvan in het arrest Stark, kon deze interpretatie van Richtlijn 87/344/EEG worden verwacht. Deze bijdrage bespreekt dan ook niet deze interpretatie maar gaat, naar aanleiding van het geschil voor de nationale rechter, in op overwegingen van de nationale rechter om in dergelijke situaties op basis van artikel 267 VWEU aan het Hof van Justitie een prejudiciële beslissing te verzoeken.HvJ EU 7 november 2013, zaak C-442/12, Jan Sneller/DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij NV, n.n.g. |
Artikel |
Twisten tussen woningcorporatie en huurder: garandeert het Unierecht een recht op schotelantennes? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | horizontale directe werking, vrijedienstenverkeer, woningcorporatie, cassatie wegens onvoldoende motivering, Europees recht |
Auteurs | Mr. dr. H.J. van Harten en Mr. S.R.W. van Hees |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het huurreglement van de Arnhemse woningcorporatie SVA is opgenomen dat een huurder niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming het gehuurde mag wijzigen. Daaronder wordt mede begrepen het plaatsen van antennes. |
Artikel |
Consumentenrecht in de lucht: ontwikkelingen in het Europees passagiers-luchtvervoerrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1/2 2013 |
Trefwoorden | Luchtvervoer, Passagiersrechten, Instapweigering, Annulering, Vertraging |
Auteurs | Prof. mr. M.B.M. Loos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de rechtspraak besproken over de uitleg van de Verordening Instapweigering, annulering en langdurige vertraging van vluchten. Daarbij ligt de nadruk op de reeks van uitspraken van het Hof van Justitie over deze verordening uit 2012. |
Artikel |
Het arrest Wintersteiger en de plaats van het schadebrengende feit: het Hof van Justitie zet de doos van Pandora verder open |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8/9 2012 |
Trefwoorden | internationale rechtsmacht, onrechtmatige daad, internet, nationaal merk, AdWord |
Auteurs | Mr. H.W. Wefers Bettink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie heeft in het arrest Wintersteiger prejudiciële vragen beantwoord van het Oostenrijkse Oberste Gerichtshof over de uitleg van artikel 5 punt 3 Verordening 2001/44/EG in geval van inbreuk op een in Oostenrijk geregistreerd merk. De Merkenrichtlijn, die het nationale merkenrecht van de lidstaten harmoniseert, heeft geen betrekking op procesrechtelijke aspecten zoals de aanwijzing van de bevoegde rechter.1x Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, PbEU 2008, L 299/25-33. De nationale rechter bepaalt aan de hand van Verordening 2001/44/EG2x Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken PbEG 2001, L 12/1-23 (Verordening 2001/44/EG). en het nationale procesrecht zijn internationale bevoegdheid. In het arrest Wintersteiger geeft het Hof van Justitie aanknopingspunten voor het bepalen van de bevoegde rechter bij inbreuk op een nationaal merk. Noten
|
Jurisprudentie |
Het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie één jaar juridisch bindend: rechtspraak in kaart |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | EU-Handvest, Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, Verdrag van Lissabon |
Auteurs | Mr. A. Pahladsingh en Mr. dr. H.J.Th.M. van Roosmalen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel brengt de Europese en Nederlandse rechtspraak over het EU-Handvest voor het eerste jaar waarin het juridisch bindend was in kaart aan de hand van verschillende thema’s: temporele aspecten, de reikwijdte van het EU-Handvest en toetsing ten gronde, waaronder de relatie tot het EVRM. De auteurs pleiten ervoor dat de verschillende etappes van uitleg van het EU-Handvest zo zichtbaar en helder mogelijk in de rechtspraak van met name het Hof van Justitie en de nationale rechterlijke colleges voor het voetlicht komen. |
Jurisprudentie |
Luchtvaartmaatschappijen mogen passagiers geen compensatie meer weigeren bij annulering vlucht wegens technisch mankement |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2009 |
Auteurs | Mr. E.L. Speijer |
Auteursinformatie |
Jurisprundentie |
Kroniek Europees kartelrecht 2007 & eerste helft 2008 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2008 |
Trefwoorden | mededingingsrecht |
Auteurs | G. Oosterhuis |