De nieuwe Algemene Groepsvrijstellingsverordening, die op 1 juli 2014 in werking is getreden, bevat een forse uitbreiding van de categorieën steunmaatregelen die niet door de Europese Commissie hoeven te worden goedgekeurd voordat ze ten uitvoer mogen worden gelegd. In dit artikel worden de nieuwe categorieën kort besproken en wordt stilgestaan bij de betekenis van deze nieuwe verordening voor de Europese Commissie, de lidstaten en de nationale rechters. |
Artikel |
De nieuwe Algemene Groepsvrijstellingsverordening |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2014 |
Trefwoorden | Vrijstelling, Groepsvrijstellingsverordening, Notificatie, AGV, Machtigingsverordening |
Auteurs | Mr. dr. Nienke Saanen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het arrest Briels: begrippen mitigatie en compensatie Habitatrichtlijn nader verklaard |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2014 |
Trefwoorden | Habitatrichtlijn, mitigatie, compensatie, Milieu & Infrastructuur, voorzorgbeginsel |
Auteurs | Dr. mr. Floor Fleurke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie heeft zich in de zaak Briels e.a. gebogen over een prejudiciële vraag in het kader van een procedure aangaande het tracébesluit Rijksweg A2. Deze wegverbreding heeft negatieve gevolgen voor het bestaande beschermde areaal blauwgraslanden. Het tracébesluit voorziet echter in een mitigatieplan, omvattende de aanleg van een groter areaal blauwgraslanden van hogere kwaliteit dan het bestaande. De kern van het arrest gaat over de vraag of de in het tracébesluit voorgestelde beschermingsmaatregelen de schadelijke gevolgen mitigeren of dat deze maatregelen moeten worden aangemerkt als compenserende maatregelen als bedoeld in artikel 6 lid 4 van de Habitatrichtlijn. |
Artikel |
De ongeldigverklaring van de Dataretentierichtlijn: een nieuwe stap in de bescherming van de grondrechten door het Hof van Justitie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2014 |
Trefwoorden | grondrechten, gegevensbescherming, ongeldige richtlijn, verkeersgegevens, evenredigheidstoetsing |
Auteurs | Mr. Hielke Hijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 8 april 2014 heeft het Hof van Justitie een opmerkelijk arrest gewezen in de gevoegde zaken Digital Rights Ireland en Seitlinger. |
Artikel |
Bevoegdheid van het Hof van Justitie: de ene interne situatie is de andere niet |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | verhuur van motorvoertuigen met chauffeur, voorwaarden vergunning, zuiver interne situatie, bevoegdheid Hof van Justitie |
Auteurs | Mr. Klaas Sevinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze arresten acht het Hof van Justitie zich niet bevoegd om vragen van de verwijzende rechter over de uitlegging van artikel 49 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie te beantwoorden omdat het hoofdgeding een zuiver interne situatie betreft. De ene interne situatie is echter de andere niet: het Hof van Justitie blijkt zich niet in alle gevallen onbevoegd te verklaren om vragen te beantwoorden in interne situaties. |
Artikel |
De nieuwe aanbestedingsrichtlijnen: werk aan de winkel of kan de wetgever op zijn lauweren rusten? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | nieuwe aanbestedingsrichtlijnen, concessierichtlijn, inbesteding, B-diensten, Wezenlijke wijziging |
Auteurs | Mr. M.J.J.M. Essers, Mr. R.S. Damsma en Mr. C.G. van Blaaderen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Minder dan een jaar na de inwerkingtreding van de Aanbestedingswet 2012 wordt de nationale wetgever – niet geheel onverwacht – geconfronteerd met drie nieuwe aanbestedingsrichtlijnen. Op 21 december 2011 had de Europese Commissie al een eerste aanzet gedaan door een drietal voorstellen te publiceren. Het wetgevingstraject is na de gebruikelijke rondjes langs de diverse Europese (advies) instellingen op 26 februari 2014 uitgemond in de ondertekening van een drietal definitieve teksten. Deze teksten zijn op 28 maart 2014 in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend gemaakt. Nationale wetgevers hebben tot en met 18 april 2016 de tijd om de richtlijnen in de Aanbestedingswet te implementeren. Vanzelfsprekend zullen de ‘huidige’ aanbestedingsrichtlijnen met de komst van de nieuwe richtlijnen worden ingetrokken. In dit artikel zullen wij alleen de ‘highlights’ bespreken van de nieuwe Richtlijn Overheden (hierna: de nieuwe Richtlijn) en de Concessierichtlijn.Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten, Pb. EU 2014, L 91/1;Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG, Pb. EU 2014, L 94/65;Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG, Pb. EU 2014, L 94/243. |
Artikel |
UPC/Gemeente Hilversum: tariefafspraken in kabeltelevisiecontract ingehaald door regulering |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 2/3 2014 |
Trefwoorden | audiovisueel, elektronische communicatie, kabeltelevisie, NRI, programmapakket en tarieven |
Auteurs | Prof. mr. G.P. van Duijvenvoorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Veel gemeenten in Nederland hebben in het verleden bij de verkoop van hun kabeltelevisienetwerken langlopende tariefafspraken gemaakt ten behoeve van hun inwoners. Over de afdwingbaarheid van deze tariefafspraken is veel en lang geprocedeerd vanuit verschillende invalshoeken. Dit arrest gaat in op de vraag hoe deze tariefafspraken zich verhouden met het nadien in werking getreden Europees telecommunicatiekader. Het arrest geeft een uitleg van enkele kernbegrippen in het telecommunicatierecht, zoals elektronische communicatie en nationale regelgevende instantie (NRI). Vervolgens wordt aan de hand van het beginsel van loyale samenwerking getoetst of de Gemeente Hilversum zich kan beroepen op de met UPC overeengekomen tariefbedingen.HvJ EU 7 november 2013, zaak C-518/11, UPC Nederland BV/Gemeente Hilversum, n.n.g. |
Artikel |
Op het raakvlak van sociale zekerheid en migratierechtLegaal verblijf als voorwaarde voor toekenning socialezekerheidsprestaties |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 2/3 2014 |
Trefwoorden | Unieburgers, economisch inactieven, verblijfsrecht, bestaansmiddelen, bijstand |
Auteurs | Mr. H. Oosterom-Staples |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoewel we het graag over het hoofd zien, is het recht op vrij verkeer van personen, zoals verankerd in artikelen 20 en 21 van het VWEU, niet absoluut. Een van de voorwaarden die gesteld wordt aan de uitoefening van dit recht is dat de Unieburger zichzelf financieel kan bedruipen, in migratierechtelijke terminologie: geen beroep doet op de openbare kas. De prejudiciële vraag die het Hof van Justitie in het arrest Brey moet beantwoorden, is of een gastlidstaat voor de toekenning van een uit publieke middelen gefinancierde uitkering aan economisch inactieven de voorwaarde mag stellen dat zij rechtmatig verblijf hebben in die lidstaat. HvJ EU 19 september 2013, zaak C-140/12, Pensionsversichrungsanstalt/Peter Brey, n.n.g. |
Artikel |
Herziening richtlijn erkenning beroepskwalificaties |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | Richtlijn erkenning beroepskwalificaties, Gereglementeerde beroepen, Implementatie Richtlijn 2013/55/EU, Vrij verkeer van personen, Vrij verkeer van diensten |
Auteurs | Mr. R.V.A. Bishoen en Mr. I.M. Welbergen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 20 november 2013 is Richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties vastgesteld. Dit artikel bespreekt in hoofdlijnen de achtergronden van deze richtlijn, de belangrijkste wijzigingen en waar mogelijk de Nederlandse reactie daarop. |
Artikel |
Aansprakelijkheid lidstaat voor niet-uitvoering milieueffectbeoordeling |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | Milieueffectbeoordeling (MER), aansprakelijkheid, relativiteit,, causaliteit, zuivere vermogensschade |
Auteurs | Mr. E.H.P. Brans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het kader van de uitbreiding van een vliegveld is nagelaten een milieueffectbeoordeling (MER) uit te voeren, waardoor de milieueffecten van deze uitbreiding niet zijn onderzocht en ook niet is nagegaan of er alternatieven voorhanden zijn die tot minder geluidsoverlast leiden. Een eigenares/bewoonster van een huis dat in de zone ligt die extra geluidsoverlast ondervindt door de uitbreiding, vordert schadevergoeding stellende dat onrechtmatig is gehandeld doordat is nagelaten een MER uit te voeren. Het Hof van Justitie oordeelt dat de voorkoming van vermogensschade onder het beschermingsbereik van de MER-Richtlijn valt indien dergelijke schade het rechtstreekse economische gevolg is van de milieueffecten van een openbaar of particulier project is. Dat lijkt een stap in de goede richting te zijn voor klaagster, maar aannemelijk gemaakt zal moeten worden dat indien wel een MER was uitgevoerd, niet toch dezelfde schade zou zijn gelden. Kortom, het causaliteitscriterium kan in de weg staan aan een succesvolle claim. |
Artikel |
Twisten tussen woningcorporatie en huurder: garandeert het Unierecht een recht op schotelantennes? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | horizontale directe werking, vrijedienstenverkeer, woningcorporatie, cassatie wegens onvoldoende motivering, Europees recht |
Auteurs | Mr. dr. H.J. van Harten en Mr. S.R.W. van Hees |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het huurreglement van de Arnhemse woningcorporatie SVA is opgenomen dat een huurder niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming het gehuurde mag wijzigen. Daaronder wordt mede begrepen het plaatsen van antennes. |
Artikel |
Enige Europeesrechtelijke aspecten van schaliegaswinning |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | Schaliegaswinning, milieueffectrapportage, aanpassing MER richtlijn, gebruik chemicaliën, REACH Verordening |
Auteurs | Dr. W.Th. Douma |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bestaande MER-Richtlijn dient zo te worden uitgelegd dat schaliegasprojecten m.e.r.-plichtig zijn, maar dat gebeurt in de praktijk niet. Milieueffectbeoordeling moet daarom expliciet verplicht worden gesteld via de momenteel aanhangige wijzigingsvoorstellen. Wat betreft het gebruik van chemicaliën vormt de REACH Verordening de basis voor evaluatie van gevolgen voor mens en milieu, maar ontbreekt informatie over schaliegaswinning waardoor ook hier aanpassingen wenselijk zijn. Eind 2013 komt er een voorstel van de Commissie dat deze en andere aspecten van schaliegaswinning zou moeten omvatten om mens en milieu beter te beschermen en gelijke uitgangsposities voor concurrenten te scheppen in de EU. |
Artikel |
Splitsing energiebedrijven Europeesrechtelijk belicht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | Vrij verkeer van kapitaal, privatiseringsverbod, neutraliteitsbeginsel, splitsing energiebedrijven, (zuiver) economische rechtvaardiging |
Auteurs | Mr. R. de Vlam |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het hier te bespreken arrest heeft het Hof van Justitie de bestaande jurisprudentie met betrekking tot het recht van een lidstaat om zijn eigendom in te richten verder aangescherpt. Een algeheel privatiseringsverbod valt binnen de werking van artikel 345 VWEU maar moet desondanks worden getoetst aan de verkeersvrijheden. Een verbod op het uitvoeren van netbeheerstaken binnen een groep waarin ook commerciële energieactiviteiten worden verricht, vormt een inbreuk op de verkeersvrijheden maar kan worden gerechtvaardigd door het niet (zuiver) economische belang van voorkomen van kruissubsidies. Proportionaliteit en functionaliteit van de maatregel moeten door de nationale rechter worden beoordeeld.HvJ EU 22 oktober 2013, gevoegde zaken C-105/12 tot en met C-107/12, Staat der Nederlanden/Essent NV en Essent Nederland BV, Eneco Holding NV en Delta NV, n.n.g. |